hfdst 1 Flashcards
Pseudowetenschap
elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet gebaseerd is op empirische observatie of op de wetenschappelijke methode
bv.astrologie grafologie toekomstvoorspelling
studie van Daryl Bem over voorspellen van toekomst
Experiment met de 2 gordijnen, achter 1 van de zat een erotische scène. De kans hiervoor was blijkbaar niet 50% maar 53.1% vandaar zijn redenering. (pas op: klopt niet)
“extra sensory perception” –> mens zogezegd toekomst kan voorspellen
Het Freud probleem
de associatie van psychologie met de psychoanalyse -Stanovitch
1e eis voor wet-onderzoek: systematisch empirisme
- onderzoek benadering vertrekt vanuit sensorische ervaringen en observaties als onderzoeksgegevens
- geen gezagsargumenten ( het is niet omdat je dokter bent dat je alles beter weet )
vb gelekoorts–> aderlating volgens dokter beste oplossing ( als ze stierven was het omdat ze al te ziek waren )
2e eis vr wet-ondzk: verifieerbare kennis
- kennis moet repliceerbaar zijn
- peer review
3e eis voor wet onzk: toetsbare theorieën en uitspraken
- enkel oplosbare problemen worden onderzocht
- falsifieerbaar (mogelijkheid om aan te tonen dat het fout is)
- toetsbaarheid kan veranderen doorheen de tijd
vb. Nixons watergatesschandaal: oedipale drang naar falen, kindertijd
vb. Gilles de Tourettes: meer en meer naar psycholoog terwijl het naar neuroloog
moest
Type psychologisch onderzoek
naturalistische obervatie
observaties buiten het laboratorium
negatief: mens/dier kan gedrag wijzigen wnr het zich bewust is van het onderzoek
gevalstudie
1 pers/fenomeen wordt zeer gedetailleerd onderzocht –> vb freuds psychoanalyse
- getuigenverklaringen zijn onbetrouwbaar –> vb placebo-effect
vb. E. Warrington
Mensen probleem met betekenis van artefacten // probleem lichaamsdelen
mensen GEEN probleem met natuurlijke concepten vb kat, eik // GEEN problemen met muziekinstrumenten
Interviews
directe bevraging
correlatie is niet gelijk aan de causaliteit
survey
verzameling steekproef van opinies
psychologische test
3 noties voor een kwalitatieve test
- betrouwbaarheid: meetresultaten veranderen niet
- validiteit: test meet wat die moet meten
- standaarddeviatie: hoe word er gemeten?
correlationele studies
correlationeel verband toont nooit een causaal verband!
(perfect omgekeerd lineair) -1< X< 1 (perfect lineair)
vb. levenstevredenheid: negatieve emotie in individualistische landen en positieve in landen met hoge zelfpresessie
experimentele studie
- onderzoeker manipuleert de werkelijkheid
- interne validiteit: foutloos opgezet en uitgevoerd
- externe validiteit: resultaten veralgemeen baar buiten het labo
vb. Dubbel-experiment: vrouwen betere inschatting dan mannen in emoties, wnr betaald deden beide gevallen het beter dan bij niet betaald (hier gn verschil tss man en vrouw)
vb. verschil empathie tss man en vrouw:
niet genetisch bepaald, maar wel motivationeel
vb. experiment Rosa
onafh var= L of R , gn correlatie tss prestatie en j ervaringc
ethische kwesties
informed consent: vrijwillig
dierenonderzoek: erfelijk en omgevingsinvloeden
hoofd en interactie effecten
( matrix schema en grafiekjes)
gemid = –> geen hoofdeffect ; gemid verschillend –> wel hoofdeffect
SP –> interactie