Herinner jij je wat ik me herinner? Flashcards
drie geheugenfuncties
1 inprenten(opnemen) 2 retentie(bewaren) 3 reproduceren(herinneren)
Hoe komt het dat mensen met dementie in een beginfase wel nog vroegere ervaringen kan herinneren maar geen recente?
bij mensen met beginnende geheugenproblemen –> deel van vermogen tot aandacht valt weg; nodig om nieuwe informatie op te nemen
inprentingsstoornis: het recente vergeten(minder goed functioneren kortetermijngeheugen)
geheugentypes(3)
- sensorisch geheugen
- korte-termijngeheugen
- lange-termijngeheugen
sensorisch geheugen
geeft gedurende enkele sec weer van wat we beleven(horen,zien,ruiken…) zonder dat we ons van alle aspecten bewust worden
korte-termijngeheugen
=werkgeheugen/onmiddellijk geheugen
houdt gegevens enkele seconden tot een halve minuut vast; meestal kunnen we 8 elementen onthouden
lange-termijngeheugen
kan informatie zeer lang onthouden(onbegrensd)
5 soorten geheugen( hoe onthoud jij het best?)
- procedureel geheugen(ingeoefende vaardigheden)
- semantisch geheugen(betekenis woorden,concepten)
- episodisch geheugen(gebeurtenissen,feiten)
- echoïsch/auditief geheugen(klanken,ritmes)
- iconisch geheugen(beelden)
retentie(bewaren) en reproduceren(herinneren) bevorderen; 5 tips
- kunstgrepen zoals ezelsbruggetjes,ritmiek,visuele beelden
- niet teveel tegelijk willen opnemen
- leren verdelen over de tijd die je hebt, herhalen voorzien
- aandacht optimaliseren(motivatie opkrikken,concentratie verbeteren,pauzes)
- structureren(ordenen,groeperen,vergelijken met wat je al kent)
geheugentheorieën(3)
1)interferentietheorie
A)retroactieve inhibitie
B)proactieve inhibitie
2)vervaltheorie A)inprentingsstoornis(korte-termijngeheugen) B)bewaarstoornis(lange-termijngeheugen) -desoriëntatie in tijd -persoondesoriëntatie -desoriëntatie in de ruimte
3) repressietheorie
A) dissociatieve amnesie
B) retrograde amnesie