hechten Flashcards

1
Q

Hoe worden hechtnaalden beschreven

A

-Doorsnede van de naald
-Buiging van de naald
-Verbinding met de draad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doorsnede van de naald

A

-ronde naald –> voor zacht weefsel en wanneer leckage of inscheuring ongewenst is
- Bij cutting edge, snijdt de punt makkelijk door stevig weefsel, snijdt in binnenbocht. scheurt makkelijk in –>
-Bij reversed cutting –> makkelijk door stevig weefsel, snijdt in buitenbocht. Scheurt makkelijk in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

buiging van de naald

A

Buiging wordt uitgedrukt in hoeveelste deel van de cirkel. 3/8e is het meest standaard.
naalden met meer buiging zoals 4/8e of 5/8e worden voor specifieke doeleinden gebruikt. bv weefsels die dieper liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verbinding tussen naald en draad

A

Losse naald en draad
-nadeel is de dubbel geslagen draad dat je door weefsel moet trekken. dit brengt meer schade aan
-klikt de draad in verend oog

atraumatische verbinding (vaste naald en draad)
-de fabrikant heeft de naald al verbonden met het draad.
-nadeel als de draad op is moet je de naald weggooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar kijk je naar bij je keuze voor hechtmateriaal

A

-treksterkte –> moet voldoende zijn
-(ongewenste) weefseleactie –> zo min mogelijk, je wilt geen infectie
-hanteringseigenschappen –> sommige hanteren makkelijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eigenschappen van hechtmateriaal

A

-chemische eigenschappen
—Niet resorbeerbaar
—Resorbeerbaar
-Structuur
—Multifilament (gevlochten)
—Monofilament (éénkernig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Natuurlijk hechtmateriaal

A

Wordt niet vaak meer gebruikt omdat het niet zo sterk is vergeleken met synthetische materialen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Synthetisch hechtmateriaal

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maten dikte hechtdraad

A

Metric maat = het duidelijkst de diameter van de draad is in 10de mm dus 3 EP = 3/10e mm

USP (united states pharmacopee) is de meest gebruikte
-een hybride tussen dikte en treksterkte
-hechtmaterialen met dezelfde USP hoeven niet even dik te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Streksterkte hechtdraad

A

niet resorbeerbaar is sterk en is geschikt voor
-hechten huid
-situaties waar lang treksterkte nodig is
-nadeel als het geinfecteerd is moet het verwijderd worden

Resorbeerbaar snelheid wordt uitgedrukt in tijd tot 50% treksterkte (nu moet het weefsel het doen)
-Vicryl rapide = 5 dagen
-Monocryl = 1 week
-vicryl = 2 weken
-PDS = 4 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

weefselreactie hechtmateriaal

A
  • weinig reactie = inert ==> staal
    -Catgut veel weefselreactie
    -polyproylene minder dan polyamide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hanteringseigenschappen

A

-wordt pas als laatste meegenomen in de beslissing
-gevlochten hanteert makkelijker (minder springerig, makkelijker knopen)
-monofilament in dunne matken goed hanteerbaar
-een dikkere draad geeft meer kans op inscheuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eigenschappen gevlochten hechtmateriaal

A

-makkelijk te hanteren en knopen
-raakt de draad geïnfecteerd dan is dit blijvend tot de draad weg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

eigenschappen monofilament hechtmateriaal

A

-moeilijker te hanteren en knopen
-er kunngen geen bacterien in de draad gaan zitten
-voordelen wegen het zwaartse wanneer
—hechting in buitenwereld loopt –> huid
—Als de wond al gecontamineerd is als je gaat hechten (bv. traumatische wond, chirurgisch verwijderen ontstekingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gebruik niet resorbeerbaar materiaal

A

-Liever niet, tenzij op de huid
-als het materiaal eindeloos sterk moet blijven
-wanneer in diepe lagen gebruikt dan zeer inert
-voor de huid in principe niet resorbeerbaar –> sluit het mooiste na 10 dagen verwijdering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gebruik resorbeerbaar materiaal

A

-voor diepere lagen in principe resorbeerbaar
-als de wond snel genoeg weer sterk is
-voor huidhechtingen als het dier niet te benaderen is voor verwijdering

17
Q

onderbroken vs doorlopende hechting

A

Doorlopend
-Sneller
-minder hechtmateriaal in de won
-verdeelt de druk beter
-Nadeel 1 punt scheurt en alles zit los

ondoorlopend bij
-traumatische wond waar een deel van de wondrand afsterft
-als je verwacht enkele hechtingen te moeten verwijderen om wondvocht af te laten lopen
-een precieze appositie te krijgen (hoekpunten)

18
Q

Methodes van huid hechten

A

Subdermaal
-Gouden standaard
-alleen bij chirurgische wonden, niet bij traumatisch
-alleen gebruiken als je de hechtingen tot de subcutis goed bij elkaar gebracht hebt
-het is een verborgen hechting

Onderbroken hechting
-van oudsher, gewoon knoophechting met niet resorbeerbaar materiaal

Nietjes
-Vervanging van onderbroken hechting
-roestvrij stalen nietjes
-snel aan te brengen en net zo goed, wel wat duurder

Feston
- Bij lange sneden
-je hebt geen assistent nodig

19
Q

enkelvoudig knoophechting

A

voor de huid

20
Q

horizontale matrashechting

A

bij veel spanning op de wondranden in huis, fascia, spieren en hernia’s

21
Q

Verticale matrashechting

A

Meerdere weefsellagen tegelijk hechten. Je krijgt altijd eversie van de wondranden

22
Q

X-vormige hechting of kruissteek

A

bij veel spanning op de wondranden, eversie voorkomen

23
Q

eenvoudig doorlopend hechtpatroon

A

wordt gebruikt voor subcutis, spieren en fascies

24
Q

feston hechting

A

vooral gebruikt in de flank bij koeien na keizersnede. Voordeel je hebt geen assitent nodig om spanning te houden

25
Q

doorlopende matrshechting

A

er is mate van eversie

26
Q

Doorlopende subdermale hechting

A

geeft een mooi cosmetisch effect.

27
Q

Far-near patroon

A

onderbroken –> far, near, near far.

doorlopende versie –> far, far,near near

28
Q

Simple interrupted approximating (SIA) techniek

A

eenvoudig onderbroken naad gebruikt voor longitudinale incisies en darmresecties. de laatste mucosa komt naar buiten zetten maar kan met mosquito teruggeduwd worden

29
Q

Crushing techniek

A

zelfde als SIA maar zo strak aangetrokken dat hechting door mucosa, serosa en muscularis snijdt. –> geeft verkleining lumen en minimaal litteken.

30
Q

Hechting volgens schmieden

A

doorlopende perforende hechting. geeft minimale lumenverkleining

31
Q

Hechting volgens lembert

A

niet perforende techniek zowel onderbroken als doorlopend. wondranden inverteren altijd –> verkleining lumen.

32
Q

Cushing hechting

A

doorlopende niet perforende hechting tot de submucosa. . is inversie wondranden

33
Q

uterushechting (utrechtse methode)

A

doorlopende sermusculaire hechting

34
Q

Parker-kerr hechting

A

voor het hechten van anastomose/ open darmuiteindes te hechten

35
Q

tabakshechting

A

voor sluiting van kleine wondjes zoals punctiegaatjes. doorlopende niet perforerende hechting. wondranden zullen inverteren