HC9 Flashcards

1
Q

Doel-rationeel handelen

A

dingen doen na een kosten-baten analyse, dominant in de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarde-rationeel handelen

A

dingen doen omdat je denkt dat het zo hoort of omdat je het belangrijk vindt op basis van waarden en normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Traditioneel handelen

A

Dingen die je automatisch doet, zoals na de wc je handen wassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Affectief handelen

A

dingen die je doet vanuit een bepaalde emotie, zoals verliefd of boos worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rationalisering

A

het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Taylorisme

A

interne bedrijfsvoering met Scientific Management en vervreemding van het arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fordisme

A

Sociale verantwoordelijkheid van het bedrijf voor de werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Keynesianisme

A

overheid speelt een rol door de werkgelegenheden te stimuleren wanneer het slecht gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Informatierevolutie

A

mindere mate van productverkoop en een opkomst van het bedenken en verkopen van ideeën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Elementen bureaucratie

A
  • Specialisatie
  • Hiërarchische organisatie
  • Regels en reglementen
  • Technische competentie
  • Onpersoonlijkheid
  • Formele, schriftelijke informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Problemen bureaucratie

A
  • Vervreemding
  • Inefficiëntie
  • Ritualisme (organisaties richten zich enkel op regels en komen niet meer toe aan eigenlijke werk)
  • Inertie (neiging van organisaties om zichzelf in leven te houden
  • Oligarchie (geregeerd door enkelen, ten koste van democratie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Scientific Management (ook in Taylorisme)

A

toepassen van wetenschappelijke principes op het functioneren van een onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

McDonaldisering

A

proces waarbij de principes van het fastfood restaurant steeds meer sectoren van de Amerikaanse samenleving domineren, evenals de rest van de wereld (volgens Ritzer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ritzers werk is gebaseerd op…

A
  • Weber; rationalisering leidt tot ijzeren kooi, zingevingsproblematiek en vervreemding
  • Marx; menselijk potentieel zorgt ervoor dat men de geschiedenis maakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aspecten McDonaldisering

A
  • Efficiency
  • Kwantificeerbaarheid
  • Voorspelbaarheid
  • Controle
    (- Irrationaliteit van rationaliteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Efficiency

A

zo efficient mogelijk een doel bereiken, zoals bij McDonalds zelf bestellen en afhalen

17
Q

Kwantificeerbaarheid

A

Groter is beter en zo wordt kwantiteit dus kwaliteit–> voorloper is Taylors Scientific Management

18
Q

Voorspelbaarheid

A

mensen willen voorspelbare en herkenbare omgevingen, zoals de gele M van McDonalds

19
Q

Controle

A

Alles wordt gecontroleerd uitgevoerd via gespecialiseerde apparatuur

20
Q

Irrationaliteit van rationaliteit

A

klanten en producenten krijgen goedkope friet, maar de boeren die de friet maken werken onder lage lonen–> zoals Weber zegt, teveel rationaliteit leidt tot een ijzeren kooi

21
Q

Glocalization

A

het lokale beïnvloedt het globale en andersom, zoals de McKroket die beïnvloedt is door de Nederlandse cultuur