HC1 Flashcards

(28 cards)

1
Q

Sociologie

A

wetenschap die systematisch onderzoek doet naar de menselijke samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen sociologie

A
  • Debunking
  • Begrip
  • Empowering
  • (H) erkenning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Debunking

A

Sociologen stellen altijd vragen, ook over bewezen zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begrip

A

sociologen zorgen voor een beter begrip van omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Empowering

A

sociologen kunnen aantonen welke groeperingen bevoordeeld of benadeeld worden, wat mobiliserend kan werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(H) erkenning

A

sociologie zet aan tot kritisch denken over de sterke en zwakke punten van alle levenswijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nadelen sociologie

A
  • Alles verandert altijd
  • balans tussen afstand en betrokkenheid
  • Sociologische theorieën worden snel onderdeel van maatschappelijk debat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Psychologie dient als….

A

Individuele verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociologie dient als…

A

sociale verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De mens als dubbel wezen (Durkheim)

A

de mens bestaat uit een individu en een sociaal wezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociologische verbeelding

A

Er bestaan zowel persoonlijke als sociale problemen–> persoonlijke problemen bij veel mensen wordt een sociaal probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Niveaus van sociologisch onderzoek

A
  • Micro
  • Meso
  • Macro
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderzoek op micro-niveau

A

familie en vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onderzoek op meso-niveau

A

kantoor, universiteit en sportverenigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onderzoek op macro-niveau

A

overheid, land en internationaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bedenker en grondlegger van de ‘Sociologie’

A

Auguste Comte

17
Q

3 stadia van Auguste Comte

A
  • Theologisch stadium (verklaring dmv goden en geesten)
  • Metafysisch stadium (verklaring door abstracte, filosofische speculatie
  • Wetenschappelijk stadium (verklaring door wetenschap)
18
Q

Thomas Kuhn’s ideeën in de wetenschap

A
  • Normale wetenschap
  • Model drift
  • Model crisis
  • Model revolutie
  • Paradigma Change
19
Q

Normale wetenschap

A

met bestaande theorieën worden vraagstukken beantwoord

20
Q

Model drift

A

vraagstukken kunnen niet meer beantwoordt worden door bestaande theorieën

21
Q

Model crisis

A

Het ontstaan van een crisis in het wetenschapsmodel

22
Q

Model revolutie

A

Ontstaan van een nieuw model

23
Q

Paradigma change

A

Door het nieuwe model verschuift het paradigma

24
Q

4 paradigmata van de sociale wetenschap

A
  • Structureel- functionalisme (Durkheim)
  • Conflictbenadering (Marx)
  • Symbolisch interactionisme (Weber)
  • Rationele keuze theorie (Weber)
25
Positivistische sociologie (Marx)
kijkt naar de wereld volgens natuurkundige principes en volgens systematische observaties van gedrag dmv deductie (een theorie onderzoeken)
26
Inductie
Van specifiek naar algemeen
27
Deductie
Van algemeen naar specifiek
28
Humanistische sociologie (Weber)
proberen te begrijpen en interpreteren van het gedrag van mensen dmv inductie (met observaties tot een theorie komen)