HC3 Flashcards
Durkheim
- Hoe is sociale orde mogelijk?
- Structureel functionalisme
Anomie
hoge mate van normloosheid
Agency (actor)
vrijheid die mensen hebben om te handelen en te doen wat ze willen, handelingen worden geproduceerd
Structure (structuur)
Mensen creëren een structuur die invloed heeft op het handelen, handelingen worden gereproduceerd
Mechanische solidariteit
mensen zijn solidair met elkaar omdat er veel gelijkenis is. Weinig arbeidsverdeling, hierdoor ontstaat een collectief bewustzijn–> vooral in agrarische samenlevingen
Organische solidariteit
Mensen zijn solidair met elkaar omdat ze verschillen tussen individuen inzien. toenemende arbeidsdeling en wederzijdse functionele afhankelijkheid–> vooral in industriële samenlevingen
Repressief recht
wanneer solidariteit verstoord wordt door iets afwijkends wordt persoon uit het dorp verbannen–> bij mechanische solidariteit
Restitutief recht
wanneer solidariteit verstoord wordt door iets afwijkends wordt de persoon bestraft op een manier dat resocialisatie plaatsvindt–> bij organische solidariteit
anomische arbeidsdeling
zodanig het werk opsplitsen dat het niet meer productief is, zonder logica
afgedwongen arbeidsdeling
sommigen mensen krijgen posities waar ze geen recht op hebben, zoals vriendjespolitiek of bedrijf overgeven van vader op zoon
Suicide
- Meer zelfmoord in Noord-Europa dan in Zuid-Europa
- Meeste zelfmoord bij protestanten, minder bij katholieken en minste bij Joden
Integratie hypothese
Hoe hechter de binding met een groep, hoe minder kans op zelfmoord
Egoïstische zelfmoord
te weinig integratie (bijv. protestanten)
Altruïstische zelfmoord
Te veel integratie (bijv. zelfmoordterroristen)
Anomische zelfmoord
Te weinig regulatie (bijv. financiële crisis of maatschappelijke veranderingen)
Fatalistische zelfmoord
Te veel regulatie (bijv. leden van een zelfmoordsekte)
Profane samenleving
Niet religieus
Heilige samenleving
alle dingen hebben een hoge symbolische waarde en de samenleving vereerd het
Structureel functionalisme
- Structureel=groepen, sociale structuur, culturele structuur
- Functionalisme= alle structuren en groepen hebben een functie voor de samenleving
Sociale cohesie
de mate waarin leden van een samenleving vreedzaam samenleven–>
- orde vs. geweld
- Verbondenheid vs. onthechting