HC10 Flashcards
1
Q
Structureel functionele analyse van religie (Durkheim)
A
- sociale cohesie
- Sociale controle; conformiteit
- Betekenisverlening; een groter doel
2
Q
Symbolisch interactionistische analyse van religie (Weber)
A
- Religie= sociaal geconstrueerd
- Rituelen versterken onderscheid tussen profane en sacrale
- Plaatsen onze levens in een “cosmic frame of reference”
3
Q
Sociale conflict benadering van religie (Marx)
A
- Religie als steunpilaar voor ongelijkheid
- Als je deze ongelijkheden wil bestrijden ga je in tegen de wil van God
4
Q
Secularisering (verwereldlijking)
A
De godsdienst verliest haar greep op de maatschappij
5
Q
Verklaringen secularisering
A
- Structurele differentiatie
- Vermaatschappelijking
- Rationalisering
- Egalitarisme en culturele diversiteit
6
Q
Structurele differentiatie
A
- Steeds meer specialisatie
7
Q
Vermaatschappelijking
A
De staat neemt functies over van de kerk, vermindert plausibiliteit en bevordert secularisering
8
Q
Rationalisering
A
- Onttovering
- Protestantisme meer geraakt, protestants individualisme leidt tot religieus pluralisme
- Opkomst van de wetenschap
9
Q
Egalitarisme en culturele diversiteit
A
- Reformatie leidde tot gelijkheid (priesteres geen hogere status)
- meer aandacht voor individu en minder voor collectief
- Pluralisme (diversiteit) vermindert plausibiliteit en bevordert secularisering
10
Q
Dingen die tegen secularisering in gaan
A
- Sociale transities: bijv immigratie, klampen zich juist meer vast aan hun geloof bij immigratie
- Cultural defense: bijv overgebleven christenen in seculiere landen
11
Q
Agnosten
A
weten helemaal niets van geloof
12
Q
Gnosten
A
individueel spirituelen
13
Q
Atheïsten
A
weten zeker dat er niets is
14
Q
Spirituelen
A
Denken dat er iets is