HC8 Flashcards

1
Q

Welke ducties zijn er

A
  • Z as:
  • aDductie: naar neus
  • aBductie weg van neus
  • X as:
  • Elvatie: naar boven kijken
  • Depressie: beneden kijken
  • Y as:
  • Extorsie: bovenkant draait weg van neus
  • Intorsie: bovenkant draait naar neus toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn versies

A

met beide ogen in dezelfde richting kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is gezichtsveld

A

beeld dat je ziet zonder beweging hoofd of ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beweging en innervatie van de m.rectus superior

A
  • beweging: elevatie

- innervatie: n. occulomotorius (n III) (bovenste tak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beweging en innervatie van de m. obliquus superior

A
  • beweging: intorsie

- innervatie n. trochlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beweging en innervatie van de m.rectus medialis

A
  • beweging: aDductie

- innervatie: n.occulomotorius (n III) (onderste tak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beweging en innervatie van de m.rectus inferior

A
  • beweging: depressie

- innervatie: n.occulomotorius (n III) (onderste tak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beweging en innervatie van de obliquus inferior

A

beweging: extorsie

- innervatie: occulomotorius (n III)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beweging en innervatie van de m.rectus lateralis

A
  • beweging: aBductie

- innervatie: n. abducens (n. VI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

origo van de oogspieren

A

4/6 spieren aan ring van Zinn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar is de insertie van de rectus spieren

A

spiraal van Tillaux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar is de insertie van de m.obliquus inferior

A

bodem van de orbita

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar is de insertie van de m.obliquus superior

A

achter de ring van Zinn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe staan de ogen bij een n.trochlearis parese

A

hypertropie en excyclodeviatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een perimetrie:

A

onderzoek voor gezichtsveld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tot welke leeftijd kan het oog de visus terugbrengen (endaarna amblyoop worden)

A

6-8 jarige leeftijd

17
Q

eigenschappen monoculair dubbelzien

A
  • staar
  • astigmatisme (cilinder)
  • staar
  • cornea afwijking bv litteken
  • gaatjes iris
18
Q

eigenschappen binoculair dubbelzien

A
  • probleem samenwerking tussen 2 ogen, verdwijnt als 1 oog dicht gaat
  • neurologische oorzaak, 1 of meerdere oogspieren in hersen zenuw raken verlamd
  • ongeval –> bv spier raakt beklemd
  • oogspier ziektes –>bv graeves
  • convergentiezwakte
19
Q

bewegingen bovenkant cornea zijn

A

extorsie en intorsie

20
Q

bewegingen midden cornea zijn

A

abductie,
adductie,
elevatie,
depressie

21
Q

horizontale werkende spieren zijn

A

m.rectus lateralis en medialis

22
Q

verticaal werkende spieren zijn

A

alle spieren met inferior of superior

23
Q

beschrijf wet van Sherrington

A

als een spier een richting opkijkt doet de tegengestelde spier hetzelfde maar dan de ander kant op

gaat over 1 oog

24
Q

beschrijf wet van Herring

A

2 ogen kijken in dezelfde blikrichting

gaat over 2 ogen

25
wat is ring van Zinn
pees, bindweefselring. 4/6 oogspieren zitten hieraan vast
26
wat is agonist
spier die oog in gewenste blikrichting trekt
27
wat is antagonist
spier in hetzelfde oog, geeft tegengestelde werking
28
wat zijn yoke muscles/synergisten
2 spieren in dezelfde blikrichting (ondersteunen elkaars werking
29
testen n. abducens
ogen helemaal naar horizontale vlak bestrijken - oogbeweging links --> dubbelzien - oogbeweging rechts --> goed
30
wat doet patient bij trochlearis uitval
houdt hoofd schuin bij goede kant ter compensatie
31
eigenschappen n. IV parese
- geen ptosis - pupillen even groot - ogen bewegen normaal - adductie lukt niet bij omlaag kijken
32
wat is torticollis
gekanteld hoofd *patient ervaart verticale diplopie
33
eigenschapen paralyse oculomotorius
- ptosis - rimpels ooglid - oog buiten en rechts - gedilateerde pupil