HC6-Multi-dimensionele analyse: cultuur, etniciteit, identiteit Flashcards
Identiteit en conflict
Is veel belangrijker geworden in conflict dan etniciteit.
-Is van jezelf & deel je met een groep
- Sociale identiteit
- Groepsidentiteit
Groepen moet je niet zien als gegeven: ‘‘unitary trap’’. Je moet nooit aannemen dat een identiteit ook over zal gaan in conflict. 2 groepen hoeven niet per se oorlog, Unitary trap
Sociale identiteit
-dat waardoor je deel bent van een groep
-Is niet eenduidig, het verandert, ik ben nu student, straks niet meer
Indiciduele identiteit
-Er zitten meerdere identiteiten in 1 mens.
-Tot uiting komt waarmee je tot een groep behoort, dus ze komen niet allemaal tot uiting.
Groepsidentiteit
-Groep mensen met karakteristieken obv etniciteit, nationaliteit etc. Hiermee onderscheidend.
2 manieren waarop dit wordt bepaald:
- Rules of membership: wanneer en op welk moment iemand kan toetreden
- Content: inhoud van een groep: bijv geloof, verlangens of fysieke kenmerken
Etniciteit
-door lange geschiedenis, gemeenschapsgevoel etc.
-collectieve identiteit belangrijk voor conflict
-Je kan niet altijd zien wie welke etniciteit heeft. Bijv: Rwanda, was niet duidelijk wie wie was, maar werd er later opgeplakt.
Waar is etniciteit dan eigenlijk op gebaseerd?
2 stromingen:
- Primoridalisme
- Constructivisme
Primoridalisme
- Primordialisme: staat vast, biologisch bepaald, statisch
- Niet veranderbaar en daarom ontstaan verschillende etnische groepen
- Gevolg:
o Conflict is het product van verschillen tussen (etnische) groepen
o Etnische groepen willen altijd een eigen natiestaat
o Oplossing: vermijding en afscheiding - Deze manier van denken wordt niet in de wetenschap geaccepteerd
Constructivisme
- Analytische manier om naar etniciteit te kijken
- Etniciteit zit niet in je bloed, maar het is een ‘sociaal construct’, geen objectieve realiteit; ‘’imagined community’’
- Deel uitmaken van een grote gemeenschap of groep, dat idee is heel sterk. Maar die gemeenschap is fictief, want je kent niet alle leden uit die gemeenschap
- Gevolg van op deze manier naar etnisch conflict kijken:
o Omdat (etnische) identiteit sociaal geconstrueerd is, is het veranderbaar
o Etnisch conflict dus ook niet onontkoombaar
o Mensen hebben meerdere identiteiten
Als identiteit veranderbaar is, is er dus ook een grens aan de groep.
Identiteitsgrenzen
Frederik Barth
o Er is evenveel verschil tussen groepsleden, als overeenkomsten met andere groepen
o Etnische grenzen zijn veranderlijk en permeable; mensen veranderen van etniciteit
o Binnen een bepaalde groep kunnen dus heel veel verschillen zijn die dus helemaal niet zo karakteristiek zijn voor de hele groep en op basis daarvan stelde hij dat etniciteit verandert
o ‘’The critical focus of investigation…becomes the etnic boundary that defines the group, not the cultural stuff that it encloses’’ (Barth 1969)
- Grenzen worden geconstrueerd (boundary making) en gedeconstrueerd (boundary unmaking)
- Het is afhankelijk van de context of identiteitsgrenzen zoals etniciteit van belang zijn (op het moment dat er geweld gebruikt wordt tijdens een conflict wordt het belangrijker tot welke groep je behoort.
Primoridalisme vs Constructivisme in onderzoek
Volgens primoridalistische benaderingen is etniciteit een vaststaand gegeven, hiermee is het dus te onderzoeken.
Als we uitgaan van het constructivisme zijn er andere methoden en benaderingen nodig.
Reificatie
-Een bepaald menselijk soort product dat vast wordt. Verhard wordt, vast komt te zitten in een bepaald idee van wat we denken dat etniciteit is.
-Voorbeeld van etniciteit die vastgelegd werd in een paspoort in Rwanda. Hutu en Tutsi waren niet echt te onderscheiden tot de Belgen ze gingen classificeren en de Tutsi’s superieur werden bevonden.
Functie van etnisch conflict
- Elite theory (top-down)
o Elite groepen of machtige individuen zetten aan tot etnisch geweld
o Mens is rationeel
o Geweld is een politieke strategie
o Mensen (burgers) zijn beïnvloedbaar
-Koloniale macht (‘divide and rule’)
-Behouden van macht, bang voor verandering bijv. democratie
-Psychologische factoren, bijv. veel dictators waren vrij onzeker over hun eigen identiteit
o Heel erg top-down, maar wel constructivistisch - Alliance/netwerk (bottom-up)
o Burgers zijn niet passief, maar kunnen aanzetten tot geweld
o Geweld is alleen maar mogelijk door netwerken tussen groepen
o In kleine conflicten, kan groot conflict ontspringen.
o Michel Foucault: macht is niet ‘wielded over people’ maar subtiel aanwezig is in alle lagen van de samenleving, wordt beoefend in dagelijkse interacties
o Elite kan geen etniciteit ‘verzinnen’, moet al diep in bewustzijn van mensen zitten
Ethnosymbolism
o Groepen hebben een diepe cultuur met bijbehorende geschiedenis
o Door symbolen en mythes krijgt een identiteit vorm, waar group members zich door verbonden voelen
o Hoe meer mensen kunnen bouwen op een geschiedenis (over veldslagen, heldendom, militaire overwinning), hoe meer ze als een groep kunnen functioneren
o Emotionele waarde die mensen hechten aan de etnische groep en dus daarmee aan het etnisch conflict
o Vb. conflict in Noord-Ierland
Enculturatie
o Etniciteit als belangrijk deel van identiteit
o ‘’Een Grote Familie’’
-Narratieven en mythe over bloedlijnen
-Symbolische referenties naar verwantschap en gedeelde afkomst/geschiedenis
o Belonging en betekenisgeving
Etnisch conflict
Onverenigbare doelen& belangrijk verschil (ipv onderdeeltje van conflict) = ook construcivistische visie
redenen conflict (4)
-bevolkingsgroei
-armoede: denk aan Marx, veel landen besteden veel geld aan verdediging tegen eigen bevolking. Is niet altijd een argument, soms gaat het best goed met een land: ‘‘the revolution of rising expectations’’
-imperialisme: een bepaalde staat willen uitbreiden. Dependency theory: periferie en centrum
-de militaire inductirie: iron triangle; militair, economie en politiek