HC6 en 7 Standaardisatie en interoperabiliteit Flashcards

1
Q

wat is het probleem van informatie vastleggen?

A

er is een overmaat aan informatie waar te nemen, die je wil filteren en structureren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat moet de zorgverlener volgens de WGBO vastleggen?

A

dossierplicht: Gegevens over de gezondheid en
de behandeling van de patiënt.
Slechts die gegevens die voor een
‘goede hulpverlening’ in de
toekomst noodzakelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom is informatie vastleggen subjectief?

A

iedereen legt iets anders vast
verschilt tussen huisartsen, ziekenhuizen,
landen wat precies wordt vastgelegd
-> daarom zijn er collectieve afspraken gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn 2 afspraken over hoe/welke informatie huisartsen vastleggen?

A

SOEP structuur: subjectief (klacht), objectief (onderzoek), evaluatie (diagnose), plan (beleid). er zijn codes voor standaard bevindingen zoals dyspneu of verhoogde bloeddruk

OFTEWEL: zelfde semantiek/inhoud en syntax/structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het doel van standaardisatie: het ontwikkelen en implementeren van technische normen?

A

consistentie: altijd op dezelfde manier info vastleggen, in dezelfde taal en structuur

compatibiliteit: betekenis en structuur zijn algemeen bekend, dus iedereen begrijpt elkaar en kan de informatie gebruiken

kwaliteit: minder variabiliteit, fouten. referentiekaders voor training en controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een probleem als je bv een operatie hebt in een ander land?

A

info moet naar nederland, maar er is geen directe samenwerking. dossier moet je dan zelf meenemen en wordt overgetypt.
- fragmentatie
- handmatige en inefficiënte processen
- veiligheidsrisico’s
oplossing: standaardisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is interoperabiliteit?

A

Het vermogen van verschillende systemen en organisaties om te
communiceren/samenwerken, informatie uit te wisselen en de
uitgewisselde informatie te gebruiken (interpreteren).
- semantisch: info moet aan beide kanten worden begrepen
- syntactisch: gedeelde manier van informatievoorziening
- organisatorisch: er moet een samenwerking zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom is standaardisering juist op dit moment zo belangrijk in de zorg?

A

er is een groeiende druk op de zorg en gegevens worden gemiddeld 40x overgetypt. ook veel medicatiefouten die voor ziekenhuisopnames zorgen. door standaardisering dit verbeteren en daardoor minder druk op de zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zie voorbeelden standaarden

A

zie voorbeelden standaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar kan een syntactische standaard bij helpen bij grootschalig onderzoek?

A

een kopie maken van de originele data van de primaire zorg en dan in gestandaardiseerde tabellen zetten. hierdoor hoef je maar 1 analyse te schrijven voor alle data en niet meerdere analyses omdat de data niet op dezelfde manier gestructureerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is vervelend aan het feit dat standaarden vaak achterlopen op de praktijk en er dus nog geen codes zijn voor nieuwe medicijnen en ziektes?

A

in het begin geen specifieke codes. bv bij covid, dan kan je lastig terugzoeken hoeveel covid patiënten er waren/zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

leg de uitdagingen van standaarden uit:
beperkte terminologie
vaste workflows
verminderde innovatie
complexe overgangen
verlies van details/informatie

A
  • Beperkte terminologie: verlies belangrijke informatie
  • Vaste workflows: niet aanpasbaar op variatie in klinische praktijk
  • Verminderede innovatie: vasthouden aan verouderede standaard
  • Complexe overgangen: sommige standaarden sluiten niet aan
  • Vaak: verlies van details/informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conclusie

A

Goede zorg vereist samenwerking en
interoperabiliteit van systemen.
Standaarden bieden een oplossing voor
interoperabiliteit, zowel semantisch
(inhoud) als syntactisch (structuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar is patiëntendata opgeslagen?

A

huisarts, ziekenhuis, apotheek: LSP (landelijk schakelpunt) : data uitwisseling tussen zorgverleners. naar MedMij: haalt data op van zorgverleners. Samen naar centrale opslag: de PGO: persoonlijke gezondheidsomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is ZorgDomein voor platform?

A

het is een verwijzingsplatform, om vraag en aanbod in de zorg te verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is ZorgMail voor platform?

A

het is een veilige e-maildienst voor communicatie tussen zorginstanties

17
Q

is het LSP vrijwillig?

A

er is toestemming nodig van de patiënt dus ja

18
Q

Wat was het doel van de standaardisering rond 2017?

A

een duurzaam informatiestelsel dat een goed klimaat creëert voor bv digitale oplossingen (met als grotere doel mensen weghouden van de zorg)

19
Q

leg de aandachtsgebieden van de standaardisatie rond 2017 uit
medicatieveiligheid
patiënt centraal
gestandaardiseerde informatieuitwisseling
éénmalig vastleggen van gegevens

A

medicatieveiligheid: alle medicatierecepten conform de vigerende richtlijn medicatieoverdracht uitgeschreven
patiënt centraal: meer controle naar de patiënt: PGO: persoonlijke gezondheidsomgeving voor centrale opslag van medische gegevens
gestandaardiseerde informatieuitwisseling: zorgverleners delen gegeven binnen de wettelijke kaders. oa BGZ: basisgegevensset zorg: bij iedere verwijzing naam, adres, woonplaats, allergieën
éénmalig vastleggen van gegevens: registratie aan de bron, verlagen regisrattiedruk, hergebruik voor declaratie, onderzoek, kwaliteit?

20
Q

gegevens zijn nu beter toegankelijk en beter te beveiligen, inzage kan beperkt en gecontroleerd worden, maar als je eenmaal toegang hebt?

A

in 1 keer hele dataset met superveel patiënten. dus door digitale gegevens is mogelijkheden voor misbruik toegenomen

21
Q

leg de volgende 3 aspecten van beveiliging uit:
authenticatie
autorisatie
onweerlegbaarheid

A
  1. Authenticatie
    * Wie ben je? (Inlognaam, smartcard)
    * Ben je het echt? (Wachtwoord, pincode)
  2. Autorisatie
    * Wat mag je? (Rechten)
  3. Onweerlegbaarheid
    * Bewijs integriteit en herkomst data
    * Bewijs dat bericht is verzonden en ontvangen
22
Q

wat zegt de AVG/GDPR over medische gegevens?

A

medische gegevens zijn bijzondere persoonsgegevens -> extra bescherming

23
Q

wat zorgt voor authenticatie, autorisatie, onweerlegbaarheid?

A

Authenticatie & Autorisatie:
* UZI-pas (Unieke Zorgverlener Identificatie) voor zorgverleners
* UZI-servercertificaat voor systeem van zorgverlener
* Opvragen/controleren BSN nummers
* Toegang tot LSP
* Gegevens versleutelen voor verzending en ontvangst
* Elektronische handtekening (Onweerlegbaarheid)

24
Q

wat zijn de gevolgen van de AVG voor de zorg?

A
  • Nieuwe verplichtingen:
  • Register van verwerkingsactiviteiten
  • Externe partijen voor gegevensverwerking
  • Data protection impact assessment (DPIA)
  • Hoog risico op privacy-inbreuk
  • Grootschalige verwerking van medische gegevens.
  • Gebruik van nieuwe technologieën, zoals AI in diagnose.
  • Functionaris voor gegevensbescherming
  • Meer verantwoordelijkheid bij organisatie
25
conclusie
* Goede zorg vereist samenwerking en interoperabiliteit van systemen. * Standaarden bieden een oplossing voor interoperabiliteit, zowel semantisch (inhoud) als syntactisch (structuur). * Interoperabiliteit in Nederland steeds beter geregeld maar nog niet perfect * Landelijk & Europees beleid creëert steeds meer richtlijnen en regelgeving * Privacy eisen worden steeds strenger