HC.6 Flashcards

Vaatanomaliën

1
Q

Wat zijn kenmerken van vasculaire tumoren?

A
  • bij geboorte 50% van de hemangiomen pre-cursor laesie
  • na geboorte ontstaan/groei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van vaatmalformaties?

A
  • aanwezig bij geboorte
  • proportionele groei
  • geen spontane regressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een benigne vasculaire tumor?

A

infantiel hemangioom
congenitaal hemangioom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het beloop van een hemangioom?

A
  1. groei fase, disproportionele groei(6 tot 9 maanden)
  2. stabiele fase
  3. involutie fase, spontane regressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke patronen kan een hemangioom aannemen?

A
  • focaal
  • multifocaal
  • segmentaal
  • indeterminate
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verschillende type hemangiomen zijn er?

A
  • superficiaal
  • diep
  • superficiaal en diep
  • reticulair/abortive/ minimale groei
  • anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke complicaties kan een hemangioom geven?

A
  • ulceratie-bloeding-pijn
  • functionele problemen: ogen, oren, luchtwegen
  • cosmetisch
  • (hart)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ga je een hemangioom behandelen?

A

bij complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van hemangioom?

A

betablokkers zoals propanolol of atenolol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarmee is een reticulair hemangioom geassocieerd?

A

PHACE associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de PHACES associatie?

A
  • Posterior fossa malformaties
  • Hemangioom
  • Arteriele anomalies
  • Cardiovasculaire anomalies
  • Eye anomalies
  • Sternale clefting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de LUMBAR associatie?

A
  • Lower body hemangioom
  • Urogenitale anomalies
  • Ulceraties
  • Myelopathie
  • Bot deformaties
  • Anorectale malformaties
  • Arteriele anomalies
  • Renale anomalies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke soorten congenitaal hemangioom zijn er?

A

RICH: gaat in regressie
NICH: blijft op plateaufase
PICH: gaat deels in regressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn borderline vaattumoren?

A
  • Kaposiform hemangioendothelioma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zijn het kaposiform hemangioendothelioma, RICH en tufted angioma mee geassocieerd?

A
  • thrombocytopenie
  • coagulopahtie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke capillaire malformaties zijn er?

A
  • naevus flammeus
17
Q

Welke behandeling is er voor naevus flammeus?

A

lasertherapie: vaatjes verschrompelen en dode cellen worden opgeruimd

18
Q

Wat zijn de risico’s van lasertherapie?

A
  • depigmentatie
  • littekenvorming
19
Q

Waarmee kunnen capillaire malformaties gepaard gaan?

A
  • oculaire anomalies
  • CZS anomalies
  • marmorata teleangiectatica congenita(CMTC)
20
Q

Welk beeld is er te zien bij CMTC?

A
  • reticulair netwerk
  • plekken van necrose
  • overgroei van ledematen
21
Q

Wat is een simpele vaatmalformatie?

A

capillaire malformatie
lymfatische malformatie
veneuze malformatie

22
Q

Wat is het beeld bij een lymfatische malformatie?

A
  • blaasjes met bloed en vocht
  • lastig te behandelen
  • kan macro of micro cysteus
23
Q

Wat is een fleboliet?

A
  • vaatsteentje
  • verkalking van bloed en vocht
24
Q

Waar ontstaat een fleboliet bij?

A

veneuze malformatie

25
Q

Welke syndromen zijn met vaatmalformaties geassocieerd?

A
  • Klippel-Trenaunay syndroom
  • Sturge-Weber syndroom
  • proteus syndroom
26
Q

Welke klachten bij Sturge-Weber syndroom?

A
  • glaucoom
  • aangeboren wijnvlek
  • epilepsie op jonge leeftijd
27
Q

Welke klachten bij Proteus syndroom?

A
  • cerebriforme weefsel nevus
  • linieare epidermale nevus
  • asymmetische disproportionele overgroei
  • ontregeld vetweefsel
  • longcysten
  • vasculaire malformaties