HC.2 en 4 Flashcards

Congenitale afwijkingen en obesitas

1
Q

Wanneer doe je een NIPT?

A

tussen week 11 en 14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer doe je een 1e trimester SEO?

A

tussen 12-13 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer doe je een SEO?

A

tussen week 18-22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer doe je een GUO 1?

A

tussen week 18-22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer doe je een GUO 2?

A

tussen week 8-40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer doe je een vruchtwaterpunctie?

A

tussen week 15-17

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer doe je een vlokkentest?

A

tussen week 10-14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de voorwaarden voor obductie?

A
  • natuurlijke dood
  • toestemming door nabestaanden voor:
    –> lichaamsobductie
    –> schedelobductie
    –> gebruik materiaal voor onderwijs en onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke handelingen worden bij obductie verricht?

A
  • uitwendige inspectie
  • inwendige inspectie
  • controleren anatomische verbindingen, meten en wegen
  • uitnemen organen en weefsel voor microscopie
  • afname weefsel voor aanvullend onderzoek
  • terugplaatsen organen
  • sluiten lichaam en schedel, aankleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het gevolg van cocaine gebruik voor de foetus?

A
  • vasoconstrictie
  • gastroschisis en afwijkende ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moet je aan denken bij een foetus met uitgezette darmlissen met peristaltiek?

A

CF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er te zien bij een ongebalanceerde translocatie t;(15,22) leidend tot monosomie?

A
  • hypoplastisch linker hart
  • ventrikelseptumdefect
  • mitralisklepatresie
  • double outlet rechter ventrikel
  • longhypoplasie
  • malrotatie
  • cysteuze nierdysplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat geeft de vergelijking van echoscopisch en obductie?

A
  • goede overeenstemming voor major bevindingen
  • minder goede overeenstemming voor minor bevindingen
  • obductie vindt vaker extra dingen dan dat er iets niet bevestigd wordt
  • echoscopisch zijn hartafwijkingen beter te bevestigen dan bij obductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat multifactoriele obesitas?

A
  • psychische factoren
  • biomedische factoren
  • sociale factoren
  • eten en drinken
  • bewegen
  • slapen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke gebieden in de hersenen zijn betrokken bij de regulatie van eetlust, gewicht en verbranding?

A
  • cognitieve functies
  • hedonisch systeem
  • homeostatisch systeem
  • hersenstam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doen de cognitieve functies?

A

ratio

17
Q

Wat doet het hedonisch systeem?

A

emotie en beloning

18
Q

Wat doet het homeostatisch systeem?

A

thermostaat en eetlust

19
Q

Wat doet de hersenstam?

A

reflexen

20
Q

Wat is de DD bij een kind met obesitas?

A
  • medicatie geinduceerde obesitas
  • endocrien: hypothyreoidie, GH deficientie
  • syndromale genetische obesitas
  • non-syndromale genetische obesitas
  • chronische ziekte/immobiliteit
  • hypothalame schade
  • multifactioreel leefstijl factoren
21
Q

Wat is het verschil tussen non-syndromale en syndromale obesitas?

A
  • non-syndromaal: in 1e levensjaren gewichtstoename en normale lengte
  • syndromaal: gewichtstoename in kindertijd en kleine lengte
22
Q

Wat zijn comorbiditeiten van obesitas?

A
  • laag zelfbeeld, pesten, somber en depressieve klachten
  • hypertensie
  • DM2
  • gewrichtsklachten
  • dyslipidemie
  • OSAS
  • vroege puberteit
  • PCOS
  • lever steatosis
23
Q

Waarop een kind met obesitas screenen?

A
  • lipiden
  • glucose
  • lever
  • slaap apneu
  • verhoogde RR
24
Q

Wat is de behandeling van obesitas?

A
  • leefstijlinterventie
  • farmacotherapie zoals GLP1Ra of MC4R agonist
  • bariatrie
25
Q

Wat is de functie van farmacotherapie tegen obesitas?

A
  • beloningssysteem in balans
  • minder eetlust
  • trager maagontlediging
  • meer insuline gevoeligheid