HC.5: Urineweginfecties Flashcards
Indeling urineweginfecties
Hoge UWI (tekenen van weefselinvasie)
- Pyelonefritis
Lage UWI (lokale symptomen)
- Cystitis
- Urethritis
Tekenen van weefselinvasie
Koorts
Rillingen
Algemeen ziekzijn
Flank- of perineumpijn
Acute verwardheid / delier
Bacteriurie
Bacteriurie = bacterien in de urine
Significant bacteriurie = >10x5 kve/ml
Asymptomatische bacteriurie = significante bacteriurie zonder klachten of tekenen van infectie
Uropathogenen
Micro-organismen die urineweginfecties kunnen veroorzaken
Belangrijke uropathogenen
Enterobacteriaceae
- E. coli
- Klebsiella spp.
- Proteus spp.
Deze bacteriën zijn gramnegatieve staven die vooral in de darmen voorkomen
Pathogenese uropathogenen
Aanhechten van pathogeen aan blaaswand met pili
Residuvorming bij UWI
Residuvorming speelt een belangrijke rol → achterblijven van urine in de blaas zorgt voor een verhoging van de bacteriële load. Oorzaken van residuvorming zijn
- Obstructie
- Neurogene blaasfunctiestoornissen
- Te geringe mictiefrequentie
- Niet-volledig ledigen van de blaas
Predisponerende factoren
Postmenopauzale atrofie tractus urogenitalis
Blaas of nierstenen
Verblijfskatheters (verstopping)
Verminderde weerstand
Genetische factoren
Anatomische afwijkingen
Klachten bij cystitis
Dysurie: pijnlijke of branderige mictie
Pollakisurie: kleine beetjes plassen
Toegenomen mictiefrequentie
Hematurie
Pijn in de rug of bovenbuik
Afwezigheid van nieuw ontstane of veranderde vaginale afscheiding
Indicaties lichamelijk onderzoek
Tekenen van weefselinvasie
Vrouwen met recidiverende infecties
Mannen
Kinderen
Diagnostiek UWI
Urinestick → aanwezigheid van nitriet en leukocyten
- Nitriet positief → urineweginfectie
- Nitriet negatief / leukocyt positief → urineweginfectie
- Nitriet negatief / leukocyt negatief → geen urineweginfectie
Dipslide
Kweek + gevoeligheidsbepaling → belangrijke contaminatie van genitale flora te vermijden
Valkuilen bij urinestick
Leuko’s negatief → kans op UWI klein, maar weinig specifiek
Nitriet fout-negatief bij
- Bacteriën die geen nitraatreductase bezitten
- Korte verblijfsduur in de blaas
Niet bruikbaar bij aanwezigheid urinekatheter
Alleen een positief sediment en geen klachten duidt op bacteriurie
Therapie van een infectie
Eerst empirisch, rekening houdend met meest waarschijnlijke verwekker
Daarna gericht op grond van kweekuitslag
Empirische therapie UWI
Cystitis: nitrofurantoine per os gedurende 5 dagen
- Therapeutische actieve concentraties alleen in urine
Tekenen weefselinvasie: voldoende penetratie weefsel nodig