HC5 Flashcards

1
Q

David Hume

A

Moderne Tijd: Verlichting
> Empirist = kennis uit ervaring (a postriori)
> inductieprobleem
> causaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

A priori en a postriori volgens Hume?

A

a priori: voorafgaand aan de waarneming (niet uit ervaring, bv wiskunde)

a postriori: kennis uit ervaring (afspiegeling van de ware werkelijkheid, dus niet hetzelfde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Causaliteit volgens Hume

A

o Je kunt nooit zeggen dat A → B heeft veroorzaakt

o Opvolgen staat NIET gelijk aan veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Inductieprobleem van Hume

A
Inductie :
o	Vb. Deze zwaan is wit (impressie)
o	Alle zwanen zijn wit (idee)
Ontdekking Inductieprobleem :
o	Je kunt niet alle waarnemingen controleren/checken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ethiek van Hume

A

De rede is de slaaf van de passies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Emanuel Kant

A
Moderne Tijd: Verlichting
> Ding an sich
> Empirisme & Rationalisme
> De bril van Kant
> Handelsprincipe van Kant (deugd)
> Autonome vrijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emanuel Kant’s ‘Ding an Sich’

A

Je kan het alleen zien zoals jij het waarneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Emanuel Kant samenvoeging Empirisme en Rationalisme

A

Geloofd in Determinisme: alles is bepaald.
• Elke handeling is voorspelbaar
• Natuurlijke oorzaken
• Gedragswetenschappen
• Aansluiting David Hume, Empirisme
Evaluatief proces
• Vrije wil
• Ethische vraagstukken
• Aansluiting Descartes, Rationalisme

Verschil: kijken met een ander perspectief
De wereld die we waarnemen is volkomen gedetermineerd. Echter is dit niet de wereld zoals hij daadwerkelijk is (bril van Kant) –> ruimte voor de vrije wil in de ‘ware’ onafhankelijke wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bril van Kant

A
“Wending naar het subject”: ipv objectief naar de wereld kijken, de mens die naar de wereld kijkt onderzoeken. De mens (het subject) neemt zelf zijn waarneming waar (het object)
o	Nooit het 'Ding an Sich'
o	Van te voren bepaald wat je ziet
o	A priori = Voor de waarneming
o	A postriori = Na de waarneming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kant’s qoute over kennis

A

“Ook al begint al onze kennis met de ervaring, daarom ontspringt kennis nog niet uit de ervaring”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Categorisch Imperatief van Kant

A

o Handelsprincipe die voor iedereen geaccepteerd zou worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kant over autonome vrijheid

A

o Los van neigingen
o Causaliteit op grond van ideeën (ipv natuurwetten)
o Moreel vs neiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

A

Moderne Tijd: Verlichting
> Correctie op Kant
> Dialectische Methode
> Geist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hegel’s Dialectische Methode: Synthese

A

Synthese:
• These (rationalisme)
• Antithese (empirisme)
> Beweging en tegenbeweging worden een nieuwe beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

‘Geist’ van Hegel

o Objectieve geest

A

Een orde of rationaliteit die in de wereld zelf besloten ligt (de voorstellingen)
• De geest die zich verhoudt tot de ander (een kindje dat zich nog door alles om zich heen laat bepalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

‘Geist’ van Hegel

o Subjectieve gees

A
Een rationaliteit (het besef van een subjectief perspectief) die ons in staat stelt de wereld te doorgronden
•	De geest die zich verhoudt naar de ander (het kindje dat ‘nee’ gaat zeggen)
17
Q

‘Geist’ van Hegel

o Absolute geest

A

Synthese waarin de waarheid van de werkelijkheid als geheel oplicht (het begrip):
• De geest die zich verhoudt naar zichzelf én de ander (kindje dat zelf gaat bepalen)

18
Q

Voorbeeld van het ontstaan van een synthese (Hegel) in de geschiedenis van de filosofie.

A

These: Descartes’ Rationalisme
Antithese: Hume’s Empirisme

Synthese: Samenvoeging van Kant

19
Q

Jean-Jacques Rousseau

A

(Moderne Tijd: Romantiek)
> mens van nature goed
> ‘beschaving’ slecht

20
Q

Waarom vond Rousseau de beschaving slecht?

A

o Ongelijkheid: Privatisering–> Jaloers op privé-eigendom

o Afhankelijkheid