HC3 & HC4 Flashcards
Verschil tussen Aristoteles’ en Plato’s filosofie?
Plato: “De waarheid buiten de waarneembare wereld.” (ideeënwereld)
Aristoteles: “De waarheid binnen de waarneembare wereld.” (substanties)
Plato wijst naar boven op het schilderij en Aristoteles naar beneden.
Substantie van Aristoteles
Bestaat uit:
- Vorm
- Materie
Wat is de ‘essentie’ volgens Aristoteles?
De vorm (theos)
Deugdenethiek van Aristoteles
‘het juiste midden’
lafheid – moed – overmoed
➢ deugdzame houding ‘deugd’
Onderscheid tussen genot en pijn
Zielenleer van Aristoteles
- Vegatieve ziel (alleen planten)
- Dierlijke ziel (dieren + vegatief)
- Rationele (mensen + vega + dier)
Tragedie volgens Aristoteles
- herkenbaar en deugdzaam (juiste midden) protagonist (mens)
- Van geluk naar ongeluk
- Familielid
- Tijdens tragedie ontdekken wat ie doet
Katharsis (Aristoteles)
Effect, directe emotionele respons
> hoogste punt van reactie volgens aristotootje
Welke filosofen horen bij de middeleeuwen?
- Augustinus
2. Thomas van Aquino
Wat stond centraal in de filosofie van de middeleeuwen?
Een absolute, bovennatuurlijke orde.
Quote van Augustinus
“Wanneer niemand het me vraagt weet ik het, wanneer ik het echter aan iemand probeer uit te leggen weet ik het niet.”
> ‘Tijd is een uitstrekking van de ziel’
Nieuw soort kennis: openbaringskennis
God bestaat, alles zoals god dat wil: ‘plan’
Exemplaria : blauwdrukken van de dingen
> I.p.v. ratio door Plato
Augustinus theorie over het juiste handelen
- Introduceert ‘de wil’ naast rede en verlangens
- plan van god niet volgen door te luisteren naar verlangens is een zonde.
Thomas van Aquino
o Godsbewijzen geschreven: God bestaat, maar we kunnen niks zeggen over god
o Tweedeling:
1. Filosofie en
2. Theologie aan elkaar knopen
> de laatste die deze tweedeling maakt
Wat zijn de drie perioden uit de Moderne Tijd?
- de Renaissance
- de Nieuwe Tijd
- de Verlichting
(4. de Romantiek)
Hoofdkenmerk uit de Moderne Tijd?
Wending naar het subject
ware werkelijkheid binnen de mens