HC.4 Puberteit Flashcards
1
Q
Door welke cel:
testesvolume =
testosteron =
A
testesvolume = Sertoli cel
testosteron = Leydig cel
2
Q
Tanner stadia man
A
G1-5 = scrotum en penis grootte
P1-5 = pubes beharing
A1-3 = oksel beharing
3
Q
Tanner stadia vrouw
A
M/B1-5 = mammastadium
P1-5 = pubes beharing
A1-3 = oksel beharing
4
Q
Premature adrenerge =
A
= vroegtijdige “puberteit van de bijnieren”
- pubis en okselbeharing
- geen andere kenmerken pubertijd