HC.3 Neurogene blaasdisfuncties Flashcards
1
Q
Innervatie van:
M. detrusor =
Urethrale sfincter =
A
M. detrusor = parasympaticus
Urethrale sfincter = somatisch
2
Q
Innervatie uit + … van:
Plexus pelvicus =
Nervus pudendus =
A
Plexus pelvicus = uit S2-3 en innerveert de blaas
Nervus pudendus = uit S1-2 en innerveert de urethrale sfincter
3
Q
Mictie centrum functie:
Cortex =
Pons =
Sacrale centrum =
A
Cortex = Timing
Pons = Coördinatie
Sacrale centrum = Versterking + fine tuning
4
Q
Laese onder Cortex + gevolg:
A
Timing weg -> spastische blaas
5
Q
Laese onder Pons + gevolg:
A
Coördinatie + timing weg -> dyscoördinatie + spastische blaas
6
Q
Laese in periferie + gevolg:
A
Versterking + fine tuning + coördinatie + timing weg -> Slappe en grote blaas