HC4: Daders, van internationale misdrijven en terrorisme Flashcards

1
Q

Genocide

A

Volkerenmoord, proberen een heel volk uit te moorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mens rea

A

Strafrecht moet verwijtbaar zijn (mens rea) = guilty mind. Dat de persoon bewust was van het feit dat hij/zij een misdrijf beging en vrij was in de keuze van deze handeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Actus reus

A

Actus reus = guilty act

Dat de persoon het misdrijf feitelijk heeft gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Politieke context om tot geweld te komen

A

Politiek geweld om macht, het verwerven of verkrijgen van macht. Of het beschermen van eigen macht.

Vb: Oekraïne en Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ideologische context voor geweld

A

Wij versus zij: individuele identiteit - collectieve identiteit.

Vb: Putin die zegt dat er een reden is voor zijn inval in Oekraïne, maar dit klopt niet, het is propaganda.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Demonisering

A

Heel sterk onderdeel van de ideologie. Als je iemand demoniseert, kun je iemand vervolgens makkelijk dehumaniseren. Dat betekend dat je iemand zijn menselijkheid ontneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly