HC1: De (re)constructie van herinneringen en wat daarbij mis kan gaan Flashcards
Forensische psychologie
De psychologie van de misdaad, vanuit het dader en slachtoffer perspectief.
In de opslagfase heb je expliciete en impliciete herinneringen, wat zijn dat?
Expliciet = Dat je echt bewuste herinneringen hebt aan wanneer je iets geleerd hebt. (Bv. wat je gister hebt gegeten).
Impliciet = Herinneringen die je hebt op gedaan, maar je weet niet meer waar je ze hebt geleerd. (Bv. dat Parijs de hoofdstad is van Frankrijk).
Tracy decay
Als je herinneringen lang niet ophaalt, dan vervagen die geheugensporen.
Interferen
Bijvoorbeeld als je de eerste keer naar de dierentuin gaat, kan je je dat misschien nog levendig herinneren. Maar als je daarna nog 20x naar de dierentuin gaat dan kan je je niet meer goed herinneren wat je de eerste keer hebt gedaan.
Childhood amnesia (infantiele amnesie)
Dingen uit de kindertijd niet goed kunnen herinneren (vaak voor 2e levensjaar).
Verdringing (Freud)
Selectief vergeten van gebeurtenissen die te pijnlijk zijn om te verdragen. Herinneringen blijven intact in het onderbewuste.
Dissociatieve amnesie (Janet)
Gaat over verschillende soorten bewustzijn naast elkaar. Traumatische herinneringen worden afgesplitst in aparte delen van de persoonlijkheid (emotional parts), terwijl herinneringen uit het dagelijks leven opgeslagen worden in andere delen van de persoonlijkheid (appararently normal parts). Traumatische herinneringen (emotional parts) zijn niet toegankelijk.
Memory wars
Hervonden herinneringen zijn herinneringen aan waargebeurde traumatische gebeurtenissen en aan foutieve herinneringen
Forgot-it-all-along effect
Wanneer mensen wel ergens over hebben verteld, maar dat zijn ze vergeten.
Mnemonic enhancement for trauma
Empirisch onderzoek laat zien dat traumatische gebeurtenissen juist heel goed herinnerd kunnen worden. Hoe emotioneler hoe beter je geheugen werkt.