H9: Het detecteren van deceptie Flashcards

1
Q

Falsificatie

A

Alles wat verteld wordt is in strijd met de waarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verdraaiingen

A

De waarheid wordt veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verhulling

A

De leugenaar houdt de waarheid achter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er zijn ten minste 3 theoretische perspectieven die de basis vormen voor voorspellingen over gedragsverschillen tussen leugenaars en waarheidsvertellers:

A
  • Emotionele benadering = Liegen veroorzaakt emoties die anders zijn dan die worden ervaren bij het vertellen van de waarheid.
  • ‘Cognitive load’ benadering = Liegen is mentaal veeleisender dan de waarheid vertellen. Het is ook moeilijker om een verhaal gedetailleerd en consistent te vertellen.
  • Zelf-presentationele benadering = Benadrukt de overeenkomsten tussen waarheidsvertellers en leugenaars. Ze delen het doel om de indruk te wekken dat ze eerlijk zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Misleidende discrepantie

A

Van leugenaars en waarheidsvertellers kan worden verwacht dat ze cognitief en gedragsmatig verschillen op verschillende belangrijke manieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly