H7: Het interviewen van getuigen Flashcards
Cognitieve interview (CI)
Het CI is een toolbox met interviewtechnieken die voornamelijk worden gebruikt bij coöperatieve volwassen getuigen, aangezien sommige cognitieve componenten minder geschikt zijn voor kinderen.
- Interviewers stellen een verstandhouding op en schetsen de basisregels van het interview
- Interviewers vragen de geïnterviewden om alles te vertellen wat ze zich herinneren
- Interviewers instrueren de geïnterviewden in het gebruik van verschillende ophaalstrategieën om hen te helpen bij het verder uitwerken van alle herinnerde informatie
- Interviewers bekijken de informatie die de geïnterviewden zich hebben herinnerd en voorzien hen van contactgegevens voor het geval ze zich in de toekomst nog meer details kunnen herinneren.
Technieken van de CI
- Sociale dynamiek
- Cognitieve processen
- Communicatie
Self-administered CI (SAI)
Volgt dezelfde structuur als een standaard CI, maar hierbij moet de geïnterviewde alle herinneringen aan de gebeurtenis bijhouden in een boekje ipv hardop over brengen.
Gebieden waarop volwassenen en kinderen verschillen op manieren die interviewers moeten overwegen bij het ondervragen van kinderen:
- Vocabulair
- Narratief vermogen = kinderen kunnen moeilijk een samenhangend verhaal vertellen
- Conceptueel begrip = moeite met het begrip tijd
- Bereidheid om misverstanden aan te geven
- Bron monitoring
- Suggestibiliteit
Memorandum of Good Practice (MOGP)
Basisparameters voor het ondervragen van kinderen, met nadruk op open vragen. Dit gebeurd in een gefaseerde aanpak:
- Verstandhoudingsfase
- De introductie van basisregels
- Het verkrijgen van een vrij narratief
- Het gebruiken van gerichte vragen om informatie te zoeken die mogelijk ontbreekt en om details te verduidelijken
Achieving Best Evidence (ABE)
ABE-richtlijnen bevatten gedetailleerde aanbevelingen over het verzamelen van bewijsmateriaal van kinderen en kwetsbare personen buiten het interview zelf. Voorzichtig zijn met alternatieve technieken.
National Institute of Child Health and Human Development (NICHD)
Het NICHD-protocol kent 2 hoofdfasen:
- Pre-substantieve fase = Gaat vooraf aan de bespreking van de doelgebeurtenis. Het kind begrijpt de basisregels, er is een goede verstandhouding en het kind oefent met het vertellen van een gedetailleerd verhaal.
- Inleidende opmerkingen = Kinderen moeten verschil begrijpen tussen wat wel en geen waarheid is.
- Verstandhouding opbouwen = Vragen stellen over voorkeuren en antipathieën.
- Narratieven oefenen = Kinderen vragen om een gebeurtenis te vertellen om ze te laten wennen aan het geven van gedetailleerde antwoorden.
Overgangsfase = Een paar open vragen om kinderen aan te moedigen de beoogde gebeurtenis te identificeren.
- Substantieve fase = fase gericht op de gebeurtenis.