HC.3 organisatie van orgaandonatie/nieuwe wet Flashcards

1
Q

Wat is het proces van post-mortale orgaan transplantatie? (niet-planbare zorg)

A
  1. Aanbod
  2. Donatie prodcedure
  3. Voorbereiding ontvanger
  4. Voorbereiding donororgaan (machine)
  5. Implantatie en reperfusie
  6. Hemostase/stabilisatie
  7. IC/afdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het proces van levende donor orgaan transplantatie? (planbare zorg)

A
  1. Donatie prodcedure
  2. Voorbereiding ontvanger
  3. Voorbereiding donororgaan
  4. Implantatie en reperfusie
  5. Hemostase/stabilisatie
  6. IC/afdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het proces van levende donor orgaan transplantatie? (planbare zorg)

A
  1. Donatie prodcedure
  2. Voorbereiding ontvanger
  3. Voorbereiding donororgaan
  4. Implantatie en reperfusie
  5. Hemostase/stabilisatie
  6. IC/afdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een infauste prognose?

A

er is niks meer aan te doen, er is geen behandeloptie, geen goede prognose -> hierna wordt nagedacht over orgaandonatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er voordat iemand orgaandonor wordt?

A
  • Arts kijkt of pt medisch geschikt is (geen ernstige co-morbiditeiten)
  • Arts raadpleegt donorregister
  • Arts overlegt met familie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan een donor doneren? (algemeen)

A
  • Weefseldonatie (cornea, huid, bot - niet levensreddend)
  • Orgaandonatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties om orgaandonor te worden?

A
  • Onbehandelbare sepsis met multiorgaanfalen ten tijde van overlijden
  • Maligniteiten (m.u.v. bepaalde hersentumoren) t.t.v. overlijden
  • Risicofactoren voor HIV (mensen met onveilige wisselende seksuele relaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is absoluut GEEN contra-indicatie voor transplantatie.

A

maximum leeftijd, die is er niet :)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt de nieuwe donorwet?

A

Opt-out systeem, mensen kunnen hun keuze registreren, anders zijn ze als geen bezwaar geregistreerd

  • Bezwaar → informeer naasten van bezwaar
  • Toestemming → informeer naasten t/m 2e graad: mogen bezwaar maken, moet aannemelijk zijn?
  • Geen bezwaar geregistreerd → informeer naasten t/m 2e graad: mogen bezwaar maken, moet aannemelijk zijn?
  • Nabestaanden → vraag aan nabestaanden t/m 2e graad
  • Specifiek persoon → vraag aan specifiek persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zijn nabestaanden volgens de nieuwe donorwet?

A
  • Echtgenoot/partner (geen samenwooneis)
  • Kinderen
  • (groot)ouders
  • Broers/zussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie zijn naasten volgens de nieuwe donorwet?

A

Personen die rol in leven van pt hebben (incl. nabestaanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten postmortale orgaandonatie zijn er?

A
  • Donation after braindeath (DBD) → hersensdood, geen enkele hersenstamreflex (trauma’s, infarcten, meningokokkensepsis)
  • Donation after circulatory death (DCD) → na staken behandeling, euthanasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij een DBD donor?

A
  • Naar OK met intacte circulatie
  • Start perfusie (koeling van het lichaam)
  • Geen warme ischemie tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij een DCD donor?

A
  • Staken behandeling → circulatie stop; 5min observatie, daarna officieel overleden
  • Na overlijden naar OK
  • Warme ischemie tijd (tijd tussen overlijden en OK)
  • Perfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke organen kunnen DBD getransplanteerd worden?

A
  • Hart
  • Longen
  • Lever
  • Pancreas (met deel dunne darm)
  • Nieren
  • Darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke organen kunnen DCD getransplanteerd worden?

A
  • Hart
  • Longen
  • Lever
  • Pancreas
  • Nier
17
Q

Wat wordt er ook altijd met het orgaan meegenomen?

A
  • Milt gaat met ieder orgaan mee, om achteraf tests op te kunnen doen
  • Milt gaat ook naar HLA-typering lab (oid)
18
Q

Wat is de volgorde van uitname van de organen en hoe lang ze erna gebruikt kunnen worden?

A
  • Hart (max CIT 4u)
    -Longen (max CIT 8u)
  • lever en pancreas (max CIT 5-10u)
  • Nieren (max CUT 24u)
19
Q

Een donor met kanker kun je niet gebruiken voor transplantatie. Waarom niet?

A

Indien een patiënt actief kanker heeft dan kan er geen transplantatie plaatsvinden omdat je dan mogelijke kankercellen transplanteert in een immuungecompromitteerde patiënt.

20
Q

Wat is de functie van de Nederlandse transplantatiestichting en Eurotransplant

A

Nederlandse transplantatiestichting, zorgt voor de verwerking en beheren alle data voor donoren en ontvangers, Ze geven tevens publieksvoorlichting. Indien er iemand is die organen gaat donoren dan komt Eurotransplant erbij kijken. Eurotransplant kan er zodoende ook voor zorgen dat organen eerlijk worden verdeeld door europa gebaseerd op urgentie en wachttijd.

21
Q

Wanneer is de dood van een patiënt pas echt bevestigd?

A

Hierbij komt de officier van justitie kijken. Bij dood van een patiënt is dit in dit geval pas bevestigd als de schouwarts langs is geweest en de dood heeft verklaard.

22
Q

Hoe speelt wilsonbekwaamheid een rol in orgaandonatie?

A
  • registratie t.t.v. wilsonbekwaamheid: niet geldig, vraag nabestaanden
  • Registratie t.t.v. wilsbekwaamheid: geldig
  • Registratie door wettelijk vertegenwoordiger: geldig

Donatievraag voor overlijden: wettelijk vertegenwoordiger beslist
Donatievraag na overlijden: nabestaanden beslissen

23
Q

Aan welke voorwaarden moet worden voldoen om iemand hersendood te verklaren?

A
  • Pre-alabele voorwaarden –> Beoordeling medicamenteuze neurodepressie
  • Klinisch-neurologisch onderzoek
  • Aanvullend onderzoek

Bij hersendood:
- Geen pupilreflex
- Geen adem of hoestreflex
- Ijswater test, gaat in gehoorgang -> geen reactie
(Zoek op interent de criteria)
- Isolektrisch EEG
- Apneu test: patiënten beademen (100% zuurstof), loskoppelen, wachten en observeren of patiënt gaat ademen. Als de patiënt hersendood is/niet gaat ademen, pCO2 heel snel omhoog, boven de norm dat een ademprikkel dient te komen.

PATIËNT MAG NIET GESEDEERT ZIJN. Alle medicatie moet uitgewerkt zijn alvorens je deze testen doet. (pre-alabele voorwaarden)

24
Q

Wat kan worden gedoneerd bij weefseldonatie?

A
  • oogweesfel
  • Huid
  • Hartkleppen
  • Botweefsel, kraakbeen en pezen
  • Bloedvaten