HC.2 - Pathologische technieken bij diagnose van kanker Flashcards

1
Q

Wat is het doel van formaline?

A
  • Stoppen van autolyse en inwerking microben (waardoor weefsel degradeert)
  • Weefsel hard genoeg maken om in te snijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de stappen die gedaan moeten worden voor er histologisch onderzoek kan plaatsvinden?

A
  1. Biopt van tumor
  2. Fixeren met formaline
  3. Solvent (=oplosmiddel) wisselen
    Formaline in hydrofiele stof en moet naar hydrofoob
    Duurt enkele uren
  4. Inbedden in Paraffine (volledig omringen)
  5. Paraffine stolt op de onderkant van een cassette
    = FFPE: formaline fixed paraffine embedded
  6. snijden van coupes op de microtoom (5-7 um dik)
  7. plakjes van coupe op objectglas plakken –> verwarmen (60 gr) waardoor paraffine smelt en dus plakje formaline met weefsel overblijft
  8. Kleurmachine: HE kleuring (geeft contrast)

Als coupe niet gebruikt goed opbergen want door zon verkleurt het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet formaline?

A

Crosslinking aminogroepen waardoor lysis wordt voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de gouden standaard om de diagnose definitief te stellen?

A

Pathologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke kleur nemen de kernen aan en waarom (bij HE kleuring)?

A

Paars want basisch door histonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een belangrijk onderdeel bij het nemen van een biopt?

A

Op geleide van
- palpatie
- echo
- MRI: EMC
Als het niet voelbaar is
Kan ook blind als geen evidente zichtbare of palpabele afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel biopten worden er genomen?

A

altijd meerdere
bilateraal tot 12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat maakt een beenmerg biopt anders?

A
  • er moet een bot boor gebruikt worden om in het bot te komen
  • hydroxyapatiet in wat ontkalkt moet worden –> iets bewerkelijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de naalddikte uitgedrukt?

A

In gauge (G) –> hoe hoger gauge hoe dunner de naald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan nog gebruikt worden om gerichter te werk te gaan bij het onderzoeken van het biopt?

A

Een röntgenfoto om bvb de verkalkingen goed zichtbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is belangrijk voor de definitieve diagnose?

A

Morfologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor worden diagnostische biopten of kleine samples gebruikt?

A

Diagnose en behandelplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvan komt 50% van het werk in de PA?

A

Chirurgische resecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een belangrijk onderdeel van de PA bij chirurgie?

A

Kwaliteitscontrole
Kijken of de randen schoon zijn en of de tumor volledig verwijderd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wordt alles van een chirurgische ectomie beken door de PA?

A

Nee, er wordt gericht gesampled –> kijken waar grootste kans diagnose stellen bvb
Vaak in 10-20 cassettes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het snijvlak?

A

Grens van excisie met de patient

17
Q

Waarop wordt het snijvlak onderzocht?

A

Of er nog tumorcellen inzitten –> kans groot dat patient recidief krijgt

18
Q

Hoe wordt de kans zo klein mogelijk gemaakt om nog tumorcellen in de patient achter te laten?

A

Door safe marge te nemen

19
Q

Welke dingen komen uit een PA onderzoek na chirurgie?

A
  1. diagnose/tumor type
  2. tumor diameter
  3. graad
  4. aanvullende prognostische parameters
  5. pT-stadium
  6. snijvlakken
  7. lymfeklieren: hoeveel, meta’s, etc
  8. overige bevindingen (bvb dysplasie)
20
Q

Wat zijn twee vormen van cytologisch onderzoek?

A
  1. punctie (aspiratie)
  2. exfoliatieve cytologie
21
Q

Wat is punctie cytologie?

A

Dunne naald (22-25 gauge): losse cellen (via vacuum)
Kan op geleide van echo of palpatie en zonder verdoving (kort)

22
Q

Wat wordt er gedaan na punctie cytologie met het uitgenomen materiaal?

A

Op glaasje strijken (geen fixatie) en kleuren

23
Q

Welke kleuren heb je na de dunne naald methode?

A

Pap: hoorn = oranje
Giemsa: hoorn = blauw
Kan niet tegelijk!!

24
Q

Wat is het voordeel van een punctie? Noem enkele voorbeelden

A

Moeilijke plekken zijn te bereiken
- lymfeklieren uit mediastinum
- met bronchusscoop door bronchuswand

25
Q

Wat houdt exofoliatieve cytologie in?

A

Onderzoek naar cellen die vanzelf loslaten
bvb cervix, liquor, peritoneum, endometrium, bronchus, prostaat

26
Q

Wat gebeurt er met de cellen na exfoliatie?

A

op vloeistof gebracht
kleuren

27
Q

Wat houdt immunohistochemie in?

A

Kleurstoffen versterkt door antilichamen die specifiek bepaalde eiwitten aansleuren

28
Q

Wanneer gebruiken we immunohistochemie?

A

Voor precieze typering van kankers

Als met histologie/cytologie nog niet snappen

29
Q

Wat kan je doen om weefsel te bekijken? Hoe kom je aan dit weefsel?

A

Histologie = weefsels
Dikke naald biopsie (core biopsy)
naald is 14-18 gauge

30
Q

Hoe speelt immunohistochemie een belangrijke rol bij mammacarcinoom?

A

Onderverdeling biomarkers
Gebruiken om te typeren

31
Q

Wat is een antilichaam die veel gebruikt wordt bij immunohistochemie?

A

SOX10 –> kern kleuring (betrouwbaar)

32
Q

Welke vijf ziekten kunnen voorkomen bij een BRAF mutatie?

A
  1. Colon adenocarcinoom
  2. langerhans cel histocytosis
  3. hairy cell leukemia
  4. papillair thyroid carcinoom
  5. melanoom
33
Q

Hoe noemen we het als we de herkomst van de meta niet weten? Hoe gaan we hier mee om?

A

CUP = carcinoma unknown primary
Met immunohistochemie herkomst bepalen
Bvb TTF-1 bij long

34
Q

Waarmee kan je immunohistochemie ook wel combineren?

A

FISH

35
Q

Wat is het voordeel van immunohistochemie?

A

Goedkoop en snel

36
Q

Wat zijn de drie toepassingen van de PA?

A
  1. diagnose (cytologie, histologie, punctie)
  2. Chirurgische preparaten
  3. therapie keuze