HC2 Het bio-socio-ecologische model Flashcards
G-factor
Arthur Jensen: intelligentie, de gemeenschappelijke kern van uiteenlopende tests voor intelligentie en verwante cognitieve capaciteiten.
een reden waarom ‘headstart’ niet kon slagen, want intelligentie is niet wezenlijk veranderbaar. (headstart was een programma van o.a Bronfenbrenner)
epigenese (GxE, genes x environment)
Het proces waardoor de genen tot uitdrukking komen in het fenotype
SES
Sociaal Economische Status
nature x nuture
aangeboren x aangeleerd
proces (PCT) voor individuele ontwikkeling en leren
Persoon x context x tijd
Persoon
De genetische basis van het individu, de activiteiten en ervaringen van het individu, de verworven kennis, vaardigheden en sociaal-emotionele competenties van het individu over tijd.
context
de fysieke, sociale en culturele omgevingen waarin een kind opgroeit, zich als persoon ontwikkelt en bepaalde kennis en vaardigheden verwerft. (Bronfenbrenner)
tijd
de duur van een micro-interactie van een persoon met een object (exploreren van speelgoed, …), de herhaling of continuering van deze interactie, ….., de veranderingen in samenleving en cultuur op grotere tijdschaal.
proximale processen (betekenis en 3 punten)
de interactie van een individu met zijn of haar directe omgeving
-kwantiteit (kracht, duur)
-kwaliteit (mate van initiatief en sturen, wederkerigheid, responsiviteit. = buffer tegen dysfunctionele ontwikkeling)
-inhoud (waardevolle kenmerken, kennis, vaardigheden etc = bevordering van competentie)
temperament
de aangeboren karaktereigenschappen die de gevoeligheid bepalen in verschillende ervaringen in sociale interactie
Micro-systemen
Kind-object & kind-ouder interactie; interactie processen in de kinderopvang,
de schoolklas, in spel met vrienden.
meso-systemen
De directe verbinding tussen de micro-systemen van het kind - bijvoorbeeld het verband tussen gezin, school en club.
exo-systemen
De indirecte verbinding van de micro- en meso-systemen van een kind met de
micro- en meso-systemen van anderen.
macro-systemen
De wijdere samenleving en haar instituties: voorzieningen, opvang- en onderwijssystemen, wetgeving, ‘cultuur’.
micro tijd
continuïteit of discontinuïteit binnen en tussen activiteiten en interactie-episodes in de micro-systemen van het kind.
Op schaal van seconden, minuten, uren