HC en WC1 wat is pedagogiek Flashcards

1
Q

Opvoeding

A

het aanleren of onderwijzen van vaardigheden, gedrag, normen en waarden en het stimuleren van interesses opdat kinderen competent kunnen functioneren binnen de cultuur en maatschappij waarin ze opgroeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

socialisatie

A

het proces waardoor individuen de kennis, vaardigheden en kenmerken verkrijgen zodat ze effectief kunnen participeren in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cultuur sensitiviteit

A

het bewustzijn dat de eigen normen, waarden en behoeften niet voor iedereen gelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Langeveld

A

‘het kind begrijpen zoals het is’
-focus op belevingswereld en gevoel van ieder kind, kind centraal
-normatieve denker: kind moet kind zijn, ouders zijn gids
-vrije scholen en Montessori onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adriaan D. de Groot

A

‘Als ik iets weet, kan ik iets voorspellen; kan ik niets voorspellen, dan weet ik niets
-grondlegger Cito-toets
-focus op gedrag van kinderen en omgeving. Meetbaarheid en bewijs belangrijk
-overeenkomsten tussen kinderen -> opvoedtheorieën
-Empirisch analytische denker: kwantitatief onderzoek met statistische onderbouwing en hypotheses. ‘‘over individuele gevallen zijn geen wetenschappelijke verantwoordelijke uitspraken te doen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Micha de Winter

A

‘’Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding’’
-minder problematisch en meer gericht op groei, meer sociaal.
-De Winter richt zich meer op maatschappelijke opvoedvraagstukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

volgens de winter verschuift de pedagogische invalshoek, wat bedoelt hij hiermee?

A
  1. van individueel naar sociaal
  2. van pessimistisch naar optimistisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar staan de letters HOOP voor?

A

Handelingsperspectieven cultiveren
Optimisme voorleven
Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens
Participatie bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

deficit thinking

A

‘Kwetsbare kinderen hebben niet de mogelijkheid om te slagen op school’
-denkwijze van docenten/professionals: sommige studenten hebben bepaalde gebreken of tekorten die de achterstanden verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

medical model

A

‘Een kind met een leerstoornis kan het beste in een afgezonderde ruimte les krijgen’
-vaak binnen passend of speciaal onderwijs: focus op stoornis of handicap, niet op de behoeften van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

deficit thinking + medical model

A

-excuus om ongelijkheid in stand te houden; de schuld ligt bij het kind
-kind wordt gereduceerd tot zijn/haar ‘gebreken’, negatieve blik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

individuele benadering om de ontwikkeling en opvoeding van kinderen te begrijpen en te analyseren

A

Deze benadering focust op de interne en individuele factoren van een kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conceptuele benadering om de ontwikkeling en opvoeding van kinderen te begrijpen en te analyseren

A

Deze benadering legt de nadruk op de bredere omgevingscontext waarin het kind opgroeit, en de invloed hiervan op de ontwikkeling van een kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicofactoren

A

omstandigheden of eigenschappen die de kans op problematische ontwikkelingsuitkomsten vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beschermende factoren

A

omstandigheden, hulpbronnen of eigenschappen die de negatieve effecten van risicofactoren kunnen verminderen, of de ontwikkeling van een kind kunnen bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A