HC.2 Hemodynamiek Flashcards
Geef de definitie van vloeistofdruk
Kracht per oppervlakte-eenheid op een object in de vloeistof
Wat zijn de 3 oorzaken van vloeistofdruk?
- zwaartekracht (hydrostatische druk)
- versnelling
- krachten van buitenaf
Waarvoor geldt de wet van Pascal?
stilstaande vloeistof
Geef de wet van Pascal
p = 𝜌 x g x h
Is de druk in het hoofd hoger of lager dan bij het hart?
lager (geen colon van bloed erboven)
Wat is de velocity?
snelheid bloeddeeltje
Wat is de flow?
Volumestroom
F= Al/t=A x v
Wat is het verband tussen flow en snelheid?
F= v x A
Wat zegt de continuïteitsvergelijking?
flow in = flow uit
v1A1 = v2A2 = constant
Welke energieën kom je tegen in de vaten?
- pomp energie: druk opbouw van het hart:
p - Kinetische energie: beweging-, stromingsenergie; 1/2𝜌v^2
- Potentiële energie: plaats-hoogte:
𝜌gh
Wat is de vergelijking voor behoud van energie in de vaten?
p + 1/2𝜌v^2 + 𝜌gh = constant
Welke wet volgt de laminaire stroming?
Wet van Poiseuille
Δp = F *R
Wat is het plasma-skimming effect?
In het midden van de buis is de bloeddeeltjes dichtheid groter dan aan de zijkanten.
Hoe is de stroming bij turbulentie?
Chaotisch i.t.t. laminaire stroming
Waardoor wordt de gemiddelde druk bepaald?
- cardiac output= ΔV * f = F
2. perifere weerstand R