HC.2: Concepten lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q

Niveaus lichaamssamenstelling

A

Atoomniveau
Moleculair
Cellulair
–> variëren in vorm, grootte, samenstelling en verdeling
Weefsel
–> zenuwen, spieren, vet, bot, bloed
Gehele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

BMI berekenen

A

BMI = gewicht / lengte x lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Limitaties BMI

A

BMI houdt geen rekening met vetpercentage
–> Een persoon met hoge spiermassa zou een hoog BMI en volgens de BMI overgewicht hebben
BMI maakt geen onderscheid tussen lichaamsgewicht afhankelijk van bot, bloed, spier en vet
BMI houdt geen rekening met verschillen in ras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vetverdeling

A

Subcutaan
Intermusculair
Intramusculair
Buik- en borstholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Modellen voor beschrijving lichaamssamenstelling

A

Onderscheid vrije vetmassa en lean body mass
Onderscheid vetmassa en vetvrije massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Essentieel vet

A

Minimale hoeveelheid vet die nodig is om normaal te functioneren
Functies: steun, bescherming, isolatie, energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meetmethodes lichaamssamenstelling

A

Huidplooidikte
Lichaamsomtrek (heup/taille ratio)
Bio-elektrische impedantie analyse
Beeldvorming (DEXA, CT, MRI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly