HC1 + H1, H2 Samenleving + Artikel Mills Flashcards

1
Q

Wat is sociologie?

A

Het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving. De kern van deze discipline bestaat uit een geheel eigen gezichtspunt dat we de sociologische visie/perspectief noemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met de uitspraak van Peter Berger “Het algemene in het bijzondere zien”?

A

De sociologie helpt ons om in het gedrag van bepaalde mensen algemene patronen te ontdekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het sociologisch perspectief brengt met zich mee dat we het bekende idee dat we zelf bepalen hoe ons leven eruitziet, moeten loslaten voor de in eerste instantie vreemde gedachte dat de samenleving onze beslissingen en onze ervaringen beïnvloedt. De verschillen in de samenleving komen door sociale integratie. Wat is dat?

A

De mate waarin iemand sociale banden heeft met andere mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan een persoonlijke keuze zoals zelfdoding beïnvloedt worden door de samenleving?

A

Mensen met sterke sociale banden zullen minder snel tot zelfdoding overgaan dan meer individualistische mensen. Dit wijst op het karakter van groepsnormen, zelfs bij een daad die wordt gezien als individuele beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom plegen meer mannen dan vrouwen zelfmoord? Dit is onderzocht in door mannen gedomineerde samenlevingen.

A

Mannen hebben meer vrijheid. Meer vrijheid betekent een groter sociaal isolement. Vrouwen hebben geringere sociale keuzemogelijkheden, maar een grotere mate van sociale integratie, want doordat ze weinig keuze hebben, krijgen ze wel een betere band met die mensen. Vrouwen plegen dus minder vaak zelfmoord door een betere sociale integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee verschijnselen die helpen bij de wereld vanuit het sociologisch perspectief leren zien? En leg uit.

A
  • Een bestaan in de marges van de samenleving –> hoe groter de marginaliteit (dat je tussen twee sociale groepen inzit) van een individu, hoe beter hij in staat is om een sociologisch perspectief te hanteren.
  • Het doormaken van een sociale crisis –> Voorheen werd van werklozen gedacht dat het hun eigen schuld was, maar toen de werklozencrisis ontstond, konden de mensen die werkloos waren het veel makkelijker sociologisch zien. Ze kregen een beter inzicht in het functioneren van de samenleving en de wijze waarop dit hun leven beïnvloedt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een mondiaal/globaal perspectief in?

A

Het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin inneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke betekenis heeft het mondiale perspectief voor de sociologie?

A

Sociologie laat ons zien dat onze positie in de samenleving zeer veel invloed heeft op de ervaringen die we in ons leven opdoen. We mogen dan ook aannemen dat de positie die onze samenleving in de wereld aanneemt alle leden van onze samenleving beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De landen in de wereld kunnen we aan de hand van het niveau van hun economische ontwikkeling in drie brede categorieën onderverdelen: Hoge-inkomenslanden, middeninkomenslanden en lage-inkomenslanden. Wat houden deze in?

A
  • Hoge-inkomenslanden: Landen met de hoogste algemene levensstandaard. Dit zijn ong. 50 landen, waaronder West-Europa, VS, Australië etc. Deze landen leveren de meeste goederen en diensten en hun inwoners bezitten het merendeel van de rijkdommen in de wereld.
  • Middeninkomenslanden: Landen met een levensstandaard, die we als we de wereld in zijn geheel bekijken, gemiddeld kunnen noemen. Dit zijn ong. 80 landen, waaronder Oost-Europese landen, Latijns-Amerikaanse en Aziatische landen. Hier bestaat veel sociale ongelijkheid: sommige mensen zijn extreem rijk, maar de meeste zijn arm.
  • Lage-inkomenslanden: Landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm zijn. Dit zijn er ong. 60. Dit zijn vooral armste landen in Afrika en Azië. Sommigen zijn extreem rijk, meeste extreem arm en weinig mogelijkheden om hun situatie te verbeteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In het boek wordt in elk hoofdstuk de situatie in de rijke westerse landen vergeleken met die in andere landen. Waarom? Er zijn 4 redenen.

A
  1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven. We moeten een inzicht hebben in de verschillen tussen samenlevingen.
  2. De contacten tussen samenlevingen zijn zeer sterk toegenomen (vooral door internet)
  3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn elders veel ernstiger.
  4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in onszelf te krijgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het hanteren van een sociologisch perspectief zinvol?

A
  • Sociologie speelt een belangrijke rol in het tot stand komen van de wetten en overheidsmaatregelen die ons leven beïnvloeden.
  • Op individueel niveau bevordert het sociologisch perspectief onze persoonlijke groei en bewustwording.
  • Een studie van de sociologie is een uitstekende voorbereiding op de arbeidsmarkt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 positieve effecten van sociologie?

A
  1. Aan de hand van het sociologisch perspectief kunnen we nagaan wat er wel en niet klopt aan het alledaagse denken.
  2. Het sociologisch perspectief geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en de hindernissen die we in het dagelijks leven tegenkomen.
  3. Het sociologisch perspectief geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te spelen in de samenleving waarvan we deel uitmaken.
  4. De sociologie helpt ons om in een wereld te leven die zich kenmerkt door diversiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn drie belangrijke veranderingen die een transformatie van de samenleving teweegbrachten? Leg uit.

A
  • De industrialisering –> nieuwe energiebronnen en grotere machines –> overgenomen door meer mensen en onbekende mensen –> scheiding tussen werk en privé
  • De explosieve groei van steden –> naar steden om werk te zoeken. Veel sociale problemen: vervuiling, uitbuiting op werk, misdaad en gebrek aan woonruimte
  • Nieuwe opvattingen over democratie en politieke rechten: van theologisch naar metafysisch naar positivistisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de theologische fase in? (Begin van de mensen tot 1350)

A

Mensen gingen ervan uit dat de samenleving Gods wil tot uitdrukking bracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de metafysische fase in? (15e eeuw)

A

De samenleving werd als een natuurlijk en niet als een bovennatuurlijk verschijnsel beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt de positivistische fase in?

A

Inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek

17
Q

Wat is moderniteit?

A

Sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering of het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de industrialisering. Het verwijst naar de relatie tussen heden en verleden.

18
Q

De Amerikaanse socioloog Peter Berger onderscheidde vier belangrijke kenmerken van modernisering. Welke zijn dit?

A
  • Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen
  • De uitbreiding van persoonlijke keuzemogelijkheden
  • Grotere sociale diversiteit
  • Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdsbewustzijn
19
Q

Wat is de Gemeinschaft en de Gesellschaft volgens Tönnies?

A

Gemeinschaft: De kleine menselijke gemeenschap die ondanks factoren die hen verdelen, toch een hechte eenheid vormen.
Gesellschaft: Ondanks factoren die hen verenigen, vormen mensen in wezen geen eenheid meer. Mensen in grote streden zijn vreemden voor elkaar. er ontstaat minder vertrouwen. Mensen hechten meer waarde aan persoonlijke behoeften dan aan groepsloyaliteit.

20
Q

Welke invloed heeft de moderniteit gehad op de mate van hechtheid binnen een gemeenschap? Tönnies theorie van Gemeinschaft en Gesellschaft

A

Vroeger (1900) waren er nog geen auto’s. Mensen verlieten hun eigen woonplaats niet of nauwelijks. Wel kwamen ze elke avond bij elkaar, dus ze waren hecht. Door de moderniteit veranderde de samenleving. Er waren meer factoren die mensen verenigden, maar er werd geen eenheid meer gevormd. Dit is de wereld van de Gesellschaft, waarin mensen vreemden voor elkaar zijn, vooral in steden en elkaar op straat negeren. Er is geen vertrouwen meer

21
Q

Wat is een kritische kanttekening op Tönnies’ theorie van Gemeinschaft en Gesellschaft?

A

De kracht van de theorie schuilt in de synthese van verschillende dimensies van verandering: bevolkingsgroei, verstedelijking en toenemende onpersoonlijke interacties. Kanttekening: In het grotendeels onpersoonlijke moderne leven komen we nog een zekere mate van Gemeinschaft tegen. Ook in het moderne leven zijn hechte, langdurige vriendschappen mogelijk

22
Q

Voor Durkheim werd de modernisering gekenmerkt door een toenemende arbeidsverdeling. Wat houdt een arbeidsverdeling in?

A

Een gespecialiseerde economische activiteit. Alle leden van een traditionele samenleving verrichten min of meer dezelfde werkzaamheden, in een moderne samenleving hebben mensen zeer gespecialiseerde rollen.

23
Q

Durkheim zegt dat de pre-industriële samenlevingen bijeen werden gehouden door mechanische solidariteit. De modernisering heeft tot gevolg dat de arbeidsverdeling steeds verdergaat. Mechanische solidariteit wordt vervangen door een organische solidariteit. Wat houden beide begrippen in?

A

Mechanische solidariteit: Gedeelde morele waarden. De leden van de samenleving zien elkaar als gelijken, verrichten dezelfde werkzaamheden en horen bij elkaar.
Organische solidariteit: De wederzijdse afhankelijkheid van mensen die gespecialiseerde arbeid verrichten. Dit zorgt voor een sterkere sociale cohesie. De moderne samenleving wordt in stand gehouden door verschillen i.p.v. overeenkomsten. We zijn van elkaar afhankelijk

24
Q

Durkheim was bang dat de samenlevingen zo divers zouden worden dat ze tot anomie zouden vervallen. Wat is anomie?

A

Een situatie waarin een samenleving het individu weinig morele richtlijnen te bieden heeft. Mensen zouden egocentrisch kunnen worden, hun eigen behoeften boven al het andere stellen en weinig zin aan hun leven kunnen geven.

25
Q

Wat hield het begrip ‘moderniteit’ in voor Max Weber?

A

Dat een traditioneel wereldbeeld werd vervangen door een rationelere denkwijze. In traditionele samenlevingen hebben tradities een remmend effect op sociale veranderingen. Voor traditionele mensen staat de waarheid gelijk aan hoe de dingen altijd zijn geweest. Het rationele denken heeft mensen aan het twijfelen gebracht over vaststaande waarheden.

26
Q

Waar stond de moderne samenleving volgens Karl Marx gelijk aan?

A

Kapitalisme. Hij zag de industriële revolutie als de kapitalistische revolutie. Marx geloofde dat de sociale conflicten in kapitalistische samenlevingen uiteindelijk tot revolutionaire veranderingen en maatschappelijke gelijkheid leiden. Dit zal de wereld verlossen van sociale klassen.

27
Q

Wat is een kritische kanttekening bij de theorie van Karl Marx?

A

Marx onderschatte de invloed van de bureaucratie op de moderne samenlevingen. De verstikkende effecten van de bureaucratie waren even erg of erger dan de dehumaniserende aspecten van het kapitalisme.

28
Q

Wat zijn de hoofdvragen van respectievelijk Karl Marx, Emile Durkheim en Max Weber?

A

Marx: Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk? Wie krijgt wat en waarom?
Durkheim: Hoe is sociale (wan)orde mogelijk? Wat verbindt en scheidt mensen en waarom?
Weber: Hoe werkt het proces van rationalisering (modernisering) van wereld?

29
Q

Welke perspectieven/theorieën zijn er?

A
  • Conflictsociologie (macro)
  • Structureel functionalisme (macro)
  • Symbolisch interactionisme (micro)
  • Rationelekeuzebenadering (macro/micro)
30
Q

Wat houdt de conflictsociologie in?

A

De samenleving bestaat uit sociale ongelijkheden. Sociale patronen hebben positieve gevolgen voor bepaalde mensen en negatieve gevolgen voor andere mensen. Dit leidt tot conflict en verandering. Dit is van Marx

31
Q

Wat houdt structureel functionalisme in?

A

De samenleving bestaat uit een stabiel systeem van verbonden elementen. Sociale structuur en functies zorgen voor stabiliteit en solidariteit. Dit is van Durkheim

32
Q

Wat is symbolisch interactionisme?

A

De samenleving is het resultaat van interacties tussen individuen. De werkelijkheid is hoe individuen de omgeving, verplichtingen en identiteit definiëren. Dit is van Weber. Dit is het standpunt van individuen.

33
Q

Wat is de rationelekeuzebenadering?

A

De samenleving is het resultaat van individuele kosten-baten afwegingen. Dit heeft een focus op winstmaximalisatie

34
Q

Waarom is wat we doen belangrijk?

A
  • De samenleving vormt de context waarin criminaliteit en de reactie op criminaliteit plaatsvindt. Dit is ingebed in maatschappelijke context. Het is een netwerk van individuen en hun relaties onderling. Ook is het gerelateerd aan structurele ongelijkheden (bv. sociale klasse, gender en etniciteit)
  • Wat is normaal/afwijkend gedrag?