HC + WC 1 Flashcards
Vliegbelasting
01/07/2008: Vliegbelasting/vliegtaks
Binnen een jaar afgeschaft. Mensen gingen i.p.v. via Amsterdam via Dusseldorf of Brussel. Vliegen werd niet minder, klanten in Nederland wel.
In 2021 opnieuw ingevoerd (dit keer deden andere landen ook mee). Verhoogd in 2023.
Inkomstenbelasting is een draagkrachtheffing
Mensen met hogere inkomen betalen meer dan mensen met lagere inkomen. Hoe meer draagkracht, hoe meer betalen.
Indicatoren van draagkracht
- Inkomen/winst
- Vermogen
- Consumptie (iemand die veel consumeert heeft meer/veel draagkracht)
Wat is inkomen?
Invulling is moeilijk
- Maatschappelijk
- Economisch
- Juridisch
Staat in de wet. Komt aan bod bij inkomstenbelasting.
Er wordt bepaalt wat inkomen is, maar ook wat inkomen NIET is.
Inkomstenbelasting is analytische heffing
Box 1 heeft niks met box 2 te maken en box 2 niet met 3 enzovoort. Geen synthetische belastingheffing.
Box 1 - 5 categorieën
1) Loon
2) Eigen woning (Hoort eigenlijk niet in box 1. Maar, als je een woning koopt moet je vaak geld lenen om huis te kopen. Hypotheek. Moet rente betalen. Is aftrekbaar van inkomen (de rente). Als eigen woning in box 3 zat, dan hypotheekrente niet aftrekbaar.
3) Winst uit onderneming
4) Periodieke uitkeringen en verstrekkingen (bijvoorbeeld pensioen, uitkering werkeloos)
5) Overige werkzaamheden
Tarief box 1 (progressieve tarief, draagkrachtheffing)
0-38.441 = 35,82% (feitelijk 27,65%, premies volksverzekeringen)
38.441-76.817 = 37,48%
76.817- = 49,50%
Box 2 en 3
Box 2:
0-67.804 = 24,5%
67.804- = 31%
Box 2: Aanmerkelijk belang.
Box 3: Sparen en beleggen
Box 3:
Tarief 36%
Kritiek box 3
- Belasting is forfaitair. Wat is dat? In box 1 en 2 precies bedrag dat je verdient belast. In box 3 gaan ze ervan uit van een bepaalt rendement die je maakt. Daarover belasting maken.
Mensen die meer maken dan 4% en ook mensen die minder maken dan 4%. Winner/loser.
Voorbeeld:
Vermogen 50.000
Verondersteld rendement: 0.3% (=150)
150 x 36% = 54 euro.
Werkelijk rendement 0,2%
Dus 100. Maar, belastingheffing is toch 54. 54/100= 54%.
Werkelijk rendement is 5%. Dus 2500. Belastingheffing toch 150. 150/2500= 6%
Rangorderegeling
In de wet kijken naar waar iets wordt belast. Als je het tegenkomt in box 1, wordt het niet belast in box 2/3.
Partnerregeling
Wat zijn fiscale partners? –> (art. 5a AWR)
Waarom belangrijk? Sommige belastingen delen i.p.v. zelfstandig betalen.