HC'S WEEK 9 Flashcards
Noem de 9 belangrijkste functies die onderzocht worden bij het psychiatrisch onderzoek
- algemene indruk
- bewustzijn
- denken vorm
- denken inhoud
- stemming
- affect
- psychomotoriek
- gedrag en motivatie
Welke 3 onderdelen worden onderzocht bij de status mentalis & wat is de overkoepelende term hier voor?
Trias psychica - de drie g’s:
- gedachten - cognitieve functies: informatie
waarnemen, opnemen, vasthouden, begrijpen,
ordenen, etc.
- gevoelens - affectieve functies: stemming, emoties,
vegetatieve verschijnselen, etc.
- gedrag - conatieve functies: motoriek, motivatie,
impulsen, gedrag, etc.
Welke onderdelen omvangen een psychiatrische structuurdiagnose?
Predisponerende & luxerende & onderhoudende:
- neurobiologische factoren
- psychische factoren
Noem de 3 aspecten van bewustzijn
- attentie-niveau
- inhoud
- reflectie op eigen zin
Noem een kenmerk en voorwaarde van het attentie-niveau?
Kenmerk = vlotte en adequate reacties op prikkels van buiten
Voorwaarden = intacte zintuigen en hersenstam
Noem een kenmerk en voorwaarden van inhoud van bewustzijn?
Kenmerk = ervaren van het zelf en de omgeving
Voorwaarden = intacte zintuigen en grote hersenen
Noem een kenmerk en een voorwaarde van reflectie op het eigen zijn bij bewustzijn
Kenmerk = mogelijkheid om te reflecteren over het eigen zijn
Voorwaarde = vermogen tot abstraheren en redeneren
Noem de 5 gradaties van bewustzijnsdaling in de acute neurologie
- helder en alert
- somnolent
- soporeus
- stuporeus
- comateus
Welke 6 aspecten van het neurologisch onderzoek moet je uitvoeren bij een bewusteloze patiënt?
- Glasgow Coma Scale
- hersenzenuwen: pupilreacties, cornea reflex, oogbolmotoriek
- algemeen onderzoek
- extremiteiten: lateralisatie en reflexen
- meningeale prikkeling
- fundoscopie: retina beoordeling, papiloedeem, occlusie vaten
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van E (Eyes)
- Geen reactie op pijn
- Openen op pijn prikkel
- Openen op aanspreken
- Spontaan open
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van V (Verbal)
- Geen reactie
- Geluid
- Woorden
- Zinnen
- Adequaat
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van M (Motor)
- Geen reactie op pijn
- Strekken op pijnprikkel
- Pathologisch buigen op pijnprikkel (rotatie)
- Buigen op pijnprikkel
- Lokaliseren (hand tot boven clavicula)
- Opdrachten uitvoeren
Noem 3 algemene locaties waar de oorzaak van een gedaald bewustzijn kan zitten?
- hersenstam laesie
- bilaterale thalamuslaesie
- diffuse laesie van de cortex/subcortex door
- intracraniële drukverhoging
- multipele contusies
- inklemming door massawerking
Wat is een coma?
= een toestand van gedaald bewustzijn, zonder willekeurige of gerichte reactie op prikkels van buiten
- geen reactie met omgeving
- beweging op pijnprikkel, niet op aanspreken
Noem 7 kenmerken van niet-responsief waaksyndroom (vroeger: vegetatieve toestand)
- patiënt heeft ogen open
- voert geen opdrachten uit
- geen ‘contact’
- heeft waak/slaapritme
- reageert op licht en geluid
- slikreflex, grijpreflex
- E4 M5 V1
Noem 4 kenmerken van akinetic mutism (mimic)?
- is geen coma
- geen spontane bewegingen
- maken alerte indruk (oogbewegingen)
- geen spraak
Noem 2 mogelijke lokalisaties van laesies die een akinetic mutism veroorzaken
- hydrocephalus
- laag frontale bloedingen
Waar zit het probleem bij een patiënt met locked in syndrome?
In de hersenstam
Noem 5 kenmerken van een locked in syndrome
- typische coma score: E1/E4, M1, V1/Vt
- tetraparese van de ledematen
- alleen verticale oogbewegingen
- patiënt is alert
- psychische/emotionele belasting
Noem 5 kenmerken van een minimally conscious state
- lijkt op vegetatieve toestand, maar meer aanwijzingen van ‘awareness’
- simpele commando’s worden uitgevoerd, of
- ja/nee responses geven
- adequate woorden geuit
- relevant gedrag: huilen/lachen, reactie op spraak, objecten pakken en vasthouden, visual fixation/tracking
Wat zijn 2 oorzaken van een bewustzijnsstoornis?
- structurele hersenafwijking: hersenstam/thalamus
beiderzijds- infarct, bloeding, abces, tumor, trauma, etc.
- diffuse neuronale disfunctie
- metabool, toxisch, epilepsie
Uit welke delen van het brein bestaat de associatieve cortex?
Neocortex (= niet primair motorisch of sensorisch)
- 80% van het brein
- occipitaal (met dorsale & ventrale stroom), temporaal, pariëtaal en occipitaal
Benoem globaal de ‘associatieve taken’ van de pariëtaal-, frontaal-, temporaal- en occipitaalkwab
Pariëtaal = aandacht
Frontaal = planning & inhibitie gedrag
Tempraal = object herkenning & prosopagnosia
Occipitaal = visuele informatieverwerking
Wat is het verschil tussen de ventrale en dorsale stroom betreft de occipitaalkwab en visuele informatieverwerking?
Ventrale stroom = kleur & precisie via temporaalkwab
Dorsale stroom = plaats & beweging via pariëtaalkwab
In welk deel van de hersenen vindt prosopagnosia plaats?
Prosopagnosia = gezichtsherkenning
@ fusiforme gyrus (inferior temporele sulcus) rechts
Noem 4 specifiekere associatieve functies die huizen in de frontaalkwab
- inhibitie van gedrag
- maken van beslissingen
- planning
- onthouden informatie korte termijn
Wat is hemi-neglect en hoe ontstaat dit?
Het niet herkennen/beseffen van het feit dat er een linker-wereldhelft bestaat
Ontstaat door een unilaterale pariëtale bloeding rechts
Noem 4 soorten aandacht
- exogeen (automatisch)
- endogeen (vrijwillig)
- covert (verborgen/stiekem)
- overt (open/duidelijk)
Wat houdt neuro-economie in?
Optimaal gedrag door het maximaliseren van nut (utility) voor een beloning (kans vs waarde)
Meer aandacht als hogere kans/waarde van de beloning
Noem de 5 diagnostische criteria voor delirium volgens de DSM-5
A. Stoornis in bewustzijn & aandacht
B. Ontwikkelt in korte tijd, fluctueert
C. Verandering in cognitieve functies
D. Niet beter verklaard door neurocognitieve stoornis of coma
E. Aanwijzing voor somatische oorzaak
Waarom is het belangrijk om een delirium te herkennen?
Alarmsignaal, teken van falende cerebrale reserve
- hogere kans complicaties
- lagere cognitieve & functionele prognose
- voorspeller mortaliteit
Wat is een stil delirium?
Dysartrisch, mompelend of hypoactief delirium
Welke aspecten behoren tot het delirium model?
Predisponerende factoren: hoge vs lage kwetsbaarheid
Precipiterende factoren: sterke vs zwakke luxerende factoren
Welke 3 aspecten beoordeel je bij een mogelijke bewustzijnsstoornis (ABC)?
A. Alertheid
B. Besef
C. Compensatie (aandacht, tenaciteit, afleidbaarheid en vigiliteit)
Noem 9 overige symptomen van een delirium?
- geheugenstoornissen
- stoornis executieve functies en taal
- stoornis intellectuele functies (oordeel, realiteitsbesef)
- denkstoornissen
- emotionele stoornissen
- neurologische symptomen
- slaap-waakstoornissen
- psychomotore ontregeling
Noem 4 soorten/onderverdelingen van delirium
- hyperactief/alert = alcoholonthoudingsdelirium
- hypoactief/alert
- gemengd
- hypoactief/hypoalert = stil delirium
Hoe wordt delier behandeld? Noem 3 peilers
- behandel onderliggende somatische oorzaken
- niet-farmacologische behandeling/psycho-hygiënisch: cognitieve ondersteuning, voorkomen dehydratie en immobilisatie, etc.
- farmacologische behandeling (‘start low, go slow)
Wat zijn acute oorzaken van delirium volgens het acroniem WHHHHIMPS?
W = Wernicke’s encefalopathie/withdrawal
H = hypoxemie
H = hypersensitieve encefalopathie
H = hypoglycemie
H = hypoperfusie
I = intracraniale bloeding
M = meningitis/encefalitis
P = poisons/medication
S = seizures
Noem medicatie die delier kan veroorzaken?
- opioïden
- sedativa
- anticholinergica
- corticosteroïden
- veel longmedicatie
- veel cytostatica
- veel drugs/antipsychotica
Wat is de eerste keus behandeling bij een delirium?
D2-blokker haloperidol
(evt. + quetiapine)
Welke 2 middelen zijn de tweede keus behandeling bij een delirium?
Risperidon
Olanzapine