HC's WEEK 13 Flashcards
Bij welke aandoening voelt met geen pijn?
HSAN = hereditaire sensorische autonome neuropathie
Noem 5 algemene stappen van pijnperceptie
- Pijnprikkel
- Nociceptoren
- Transductie
- Transmissie
- Perceptie pijn = nociceptie
Vrije zenuwuiteinden zijn van belang bij pijn, noem 2 soorten van deze zenuwstructuren
- A-delta vezels: gemyeliniseerd
- type 1 = mechanisch/chemisch
- type 2 = hitte
- C-vezels: ongemyeliniseerd
Beschrijf de eerste 4 stappen van een neurogene pijnreactie
- Weefselschade –> ATP, prostaglandine, 5-HT, histamine en bradykinine
- Prikkeling vrije zenuwuiteinden
- Actiepotentiaal naar stroma en ruggenmerg via dorsal root ganglion
- Signaal kruist @ anterolaterale systeem en vanuit daar verder naar cortex
Via welk medium gaat de transductie bij nociceptie?
Via transient receptor potential (TRP) kanalen
Wat zijn TRP (transient receptor potential) kanalen?
Ionkanalen gevoelig voor warmte
Aanwezig in pijn- en termperatuurvezels
In welke 2 gevallen gaat een TRP-kanaal open?
- hitte
- binding eiwit capsaïcine
Wat is het verschil tussen de dorsale en anterolaterale baan in het ruggenmerg?
Dorsale baan = aanraking en druk (gnostisch)
- ipsilateraal omhoog
Anterolaterale baan = pijn en temperatuur (vitaal)
- contralateraal omhoog
Beschrijf via waar & waar naartoe in de dorsale hoorn van het ruggenmerg de pijnvezels aankomen
Alle informatie via Lissauer’s tract
- C-vezels @ lamina I en II (oppervlakkig)
- A-delta vezels @ lamina I en V (diep)
- A-beta vezels @ lamina IV en lager (fijne tast en proprioceptie)
Wat is er bijzonder aan lamina V in de dorsale hoorn van het ruggenmerg?
= wide dynamic range neuron
Krijgt input vrijwel alle lagen en combineert alle informatie
Verantwoordelijk voor uitstralende pijn
Wat is hyperalgesie?
= verhoogde pijnperceptie op een pijnlijke prikkel
Wat is allodynie?
= pijnlijke perceptie van een normaliter niet-pijnlijke prikkel
Noem 6 kenmerken van sensitisatie in de dorsale hoorn van het ruggenmerg
- Sensitisatie = vorm plasticiteit
- Inductie door langdurige prikkeling C-vezels
- Betrokkenheid NMDA-receptoren (glutamaat), neuropeptiden (subst. P, CGRP) en groeifactoren (BDNF, GDNF)
- Blijft veel langer bestaan dan prikkeling waardoor het werd geïnduceerd
- Leidt niet tot permanente veranderingen
- Ligt ten grondslag aan hyperalgesie en allodynie
Wat is de normale situatie zonder sensitisatie?
- weinig release glutamaat door nociceptieve vezels
- NMDA-receptoren geblokkeerd door Mg2+
Wat is de situatie bij sensitisatie? (6 stappen)
- Veel release glutamaat door nociceptieve vezels
- Geeft depolarisatie postsynaptisch zodat Mg2+ weg
- NMDA-receptoren gedeblokkeerd
- Veel calcium in cel
- Verhoogde inbouw AMPA-receptoren
- Verhoogde prikkelbaarheid van cel door extra AMPA-receptoren (= hyperalgesie)
Noem de mogelijke gevolgen van een aandoening in de perifere zenuw/een axotomie
- degeneratie perifere projectie = geen gevoel
- herstel indien mogelijk
- chemische veranderingen in ganglioncel tot herstel voltooid is
Wat is een mogelijk gevolg als er na een axotomie geen herstel optreedt?
Kans neuropathische pijn
- gevolg spontane activiteit beschadigde vezels
- ontstaan neuroma met continu intrinsiek gevoel van pijn
Noem 3 kenmerken van neurotische pijn bij een neuroma
- ectopische puls generatie (spontaan of bij mechanische prikkeling)
- groot aantal Na+ kanalen in neuroma geeft continu signaal van beschadiging
- vezels die elkaar prikkelen
Waarom is het belangrijk dat nociceptieve informatie ook naar de somatosensibele schors gaat via de thalamus?
Belangrijk voor lokalisatie van de pijnprikkel
= discriminatieve component
Via ventral posterior lateral (VPL) nucleus
Wat is de andere component van pijn, naast de droge component die naar de somatosensibele schors gaat?
Affectieve/emotionele component
- via limbisch systeem
- naar insula en gyrus cinguli
Wat is capsaïcine?
= selectieve agonist voor ‘transient receptor potential vanniloïd 1 receptor’ (TRPV1)
Noem 2 kenmerken van capsaïcine
- activeert cutane nociceptoren
- werkt bij perifere zenuwpijn –> zorgt dat beschadigde zenuwcellen minder gevoelig worden
Noem 2 algemene manieren van pijninhibitie
- pijnstilling: minder prikkel bereikt brein
- placebo effect: + werking op expectation center
Wat is het tegenovergestelde van het placebo effect?
Nocebo effect = als je pijn/negatieve effecten verwacht, heb je een hogere kans om deze ook daadwerkelijk te voelen
Noem 4 structuren die de dorsale hoorn/het ruggenmerg beïnvloeden bij pijn
- parabrachiale nucleus
- dorsale medullaire reticulaire formatie
- pijnfacilitatie m.b.v. glutamaat
- locus coeruleus
- pijninhibitie m.b.v. noradrenaline
- raphe kernen
- pijninhibitie m.b.v. serotonine en GABA
Welke structuur krijgt input van de amygdala, hypothalamus en somatosensorische cortex over pijn?
Periaquaductale grijze stof (PAG)
Noem 2 theorieën over pijninhibitie
- centraal: inhiberende banen uit locus coeruleus en raphe kernen
- perifeer (= poorthypothese): AB-vezels kunnen pijn van C-vezels inhiberen omdat deze ook vrije zenuwuiteinden activeren
Noem 2 functies van jeuk
- parasieten verwijderen
- opwekken weefselbeschadiging om genezing te initiëren
Noem 4 overeenkomsten tussen pijn en jeuk
- Anatomische routes tot perceptie vergelijkbaar
- Patiënten die geen pijn voelen hebben ook geen jeuk
- Veel neuronen in dorsale hoorn reageren op pijn en jeuk
- Veel overeenkomsten in gebieden van activatie op fMRI