HC'S WEEK 8 Flashcards
Wat is de meest voorkomende oorzaak van vroeggeboorte?
Infectie
Noem 2 vereisten om in NL een prematuur kind te behandelen?
- vanaf 24 weken amenorroe
- vanaf 600 gram/lang genoeg
Wat is de definitie van neonatale sterfte?
= overlijden van het kind in de eerste 28 dagen na de geboorte
Noem 4 oorzaken van neonatale sterfte?
- prematuriteit
- complicaties van prematuriteit
- intrapartum events
- aangeboren afwijkingen
Latere leeftijd = chronische longafwijkingen en infecties
Noem 9 oorzaken van prematuur bevallen
- daling progesteron
- cervicale aandoening
- verminderde tolerantie maternaal-foetaal
- stress
- onbekend
- infectie
- vasculaire aandoening
- ‘decidual senescence’
- overdistentie uterus
Wat is het foetaal inflammatoir respons syndroom?
Als via de cervix een ontsteking ontstaat binnen de baarmoeder, meestal eerst de vliezen (= chorioamnionitis), dan kan ook de navelstreng gaan ontsteken waarna dit syndroom ontstaat
Voordat kind geïnfecteerd is ontstaan meestal al premature weeën door influx van cytokinen
Noem 5 korte termijn gevolgen van het foetaal inflammatoir respons syndroom
- necrotiserende enterocolitis
- retinopathie
- immuuncel disfunctie
- longaandoeningen
- schade witte stof
Noem 7 lange termijn effecten van het foetaal inflammatoir respons syndroom
- astma
- COPD
- slechte longfunctie
- cerebrale parese
- ontwikkelingsachterstand
- verminderd gehoor
- schizofrenie en autisme
Noem 5 factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van de longen en de retina van een baby (en op immatuur immuunsyteem)
- laag geboortegewicht
- ventilatie
- zuurstof suppletie
- pre- of postnatale infectie
- korte zwangerschapsduur
Noem 2 gevolgen die kunnen optreden als de ontwikkeling van longen en retina slecht worden beïnvloedt
- BPD = bronchopulmonaire dysplasie
- ROP = retinopathy of prematurity
Noem 3 kenmerken van BPD (bronchopulmonaire dysplasie)
- vergrootte en versimpelde alveoli
- verdikte septale muren
- afwijkende microvasculaire ontwikkeling
Noem 3 kenmerken van ROP (retinopathy of prematurity)
- retinale vernietiging van vaten
- binnen en buiten de retina neovascularisatie
- beschadigde bloed-retinale barriere
Hoe ontstaat ROP (retinopathy of prematurity)?
- binnen baarmoeder = lage zuurstofgehaltes = stimulatie tot vaatgroei in de retina
- prematuur = eerder uit baarmoeder = hogere zuurstofgehalte = geen stimulatie tot vaatgroei in de retina
Noem 5 stadia van de normale longontwikkeling
- embryonaal
- pseudoglandulair
- canaliculair
- sacculair
- alveolair
Via welke 2 ‘routes’ kunnen infecties bij een ongeboren kind komen?
- transplacentair: listeria, toxoplasmose, CMV
- opstijgend/via vagina: GBS, E. coli, herpes simplex
Waar staat het acroniem TORCHES voor?
T = toxoplasmose
O = other –> HIV, parvovirus 19
R = rubella
C = cytomegalovirus
H = herpes simplex virus
S = syfilis
Wat zijn algemene kenmerken van een CMV-infectie? (3)
- in vruchtbare leeftijd heeft 30% vrouwen CMV gehad
- met goede hygiëne is CMV te voorkomen
- meest voorkomende congenitale infectie (0.2-1% vd pasgeborenen, veelal asymptomatisch)
Wat is de kliniek van een CMV infectie bij babies? (7)
- prematuriteit
- SGA = small for gestational age
- hepatosplenomegalie
- petechiën
- purpura
- icterus (!! fysiologische icterus?)
- neurologische afwijkingen: microcephalie, hypotonie, convulsies, periventriculaire verkalkingen
Noem 3 lab-uitslagen die de diagnose CMV kunnen ondersteunen/bevestigen?
- trombocytopenie
- geconjugeerde hyperbilirubinemie
- verhoogde transaminasen
Welke diagnostiek is mogelijk voor het vaststellen van een CMV infectie?
- PCR CMV in urine en speeksel
- detectie van antistoffen
- positieve PCR vóór leeftijd 21 dagen = bewijzend voor congenitale infectie
Wat is de aangewezen behandeling voor een CMV infectie?
Ganciclovir
Noem 2 indicaties voor het behandelen van een CMV-infectie met ganciclovir?
- chorioretinitis
- pneumonie
Welke 2 soorten van het herpes simplex virus bestaan er? Wat is het verschil?
HSV-1 = koortslip/labialis
HSV-2 = genitalis
Wat is het beloop van HSV-2 bij adolescenten en volwassenen?
Veelal asymptomatisch (60-80%)
Wat zijn 3 groepen waarin HSV-transmissie is onder te verdelen bij kinderen?
- 50% primaire infectie
- 30% primaire infectie na HSV-1
- 2% recidief
Noem 2 redenen waarom een primaire infectie bij aanstaande moeder ernstigere gevolgen heeft voor de neonaat?
- neonaat dan geen antistoffen
- hogere virale load
Welke 3 klinische manifestaties zijn bekend bij HSV?
- huid
- brein
- long –> pneumonie
Welke 2 vormen van diagnostiek worden gedaan om een HSV-infectie uit te sluiten?
- Tzanck-test huidlaesie
- positief als multinucleaire reuscellen met
intranucleaire insluitsels
- positief als multinucleaire reuscellen met
- PCR oropharynx
Wat is de behandeling van HSV?
Aciclovir
Noem 5 kenmerken van de klinische manifestaties van TORCHES
- dysmaturiteit
- microcefalie
- hepatosplenomegalie
- icterus
- anemie/trombocytopenie
Noem 2 mogelijke verwekkers van conjunctivitis neonatorum
- chlamydia trachomatis
- neisseria gonorrhoeae
Beschrijf het klinische beeld bij een sepsis en/of meningitis? (6)
- kreunen
- slechte perifere circulatie/grauw
- temperatuurinstabiliteit
- apneus/bradycardie
- convulsies (meningitis)
- weinig beweging/niet actief/stil
Noem 3 mogelijke verwekkers van sepsis en/of meningitis?
- beta-hemolytische streptokokken groep B
- E. coli
- listeria monocytogenes
Beschrijf de klinische manifestatie bij een vroege groep B streptokokken infectie (3)
- begin dag 0-6, 90% dag 1
- verticale transmissie
- kreunen, apneus, pneumonie, shock, sepsis en meningitis
Beschrijf de klinische manifestatie bij een late groep B streptokokken infectie (3)
- dag 7 - 3 mnd, piek 3-4 wkn postpartum
- verticale of horizontale transmissie
- sepsis, meningitis
Noem 5 risicofactoren voor infecties zoals GBS?
- vroeggeboorte < 37 weken
- PROM (> 24h) = lang gebroken vliezen
- tekenen infectie/sepsis bij moeder
- zware maternale kolonisatie (UWI)
- vrouwen met eerder kind met GBS
Hoe kunnen neonatale infecties voorkomen worden?
Preventie met maternale profylaxe met meestal penicilline
Wat is de mortaliteit en morbiditeit bij GBS?
- mortaliteit = 5-10%
- morbiditeit = 50% (meningitis)
- ernstig = 15-20%
- hydrocephalus = 11%
- epilepsie = 13%
Wat is de definitie van perinataal?
= amenorroeduur 22 weken t/m 28 dagen postpartum
Wat is de definitie van perinatale sterfte?
= doodgeboorte of sterfte van 22 weken amenorroeduur tot 28 dagen postpartum
Wat zijn 2 andere manieren om perinataal vast te stellen bij een onbekende zwangerschapsduur?
- > 500 gram geboortegewicht
en/of - > 25 cm kruin-hiellengte
Noem 6 oorzaken van perinatale sterfte
- prematuriteit
- dysmaturiteit (IUGR/SGA)
- aangeboren afwijkingen
- placenta afwijkingen
- infecties
- lage APGAR score
Noem 7 vormen van placenta pathologie
- te laag gewicht/insufficiëntie
- terminale villus deficiëntie
- pre-eclampsie
- solutio placentae
- intra-uteriene infecties
- chronische histiocytaire intervillositis
- navelstrengproblemen
Noem 2 vormen van compensatiemechanismen van de placenta?
- versnelde rijping
- niet-fysiologische erythroblastosis (bij hypoxie)
Noem een histologisch kenmerk van terminale villusdeficiëntie
Geen vasculosyncitiële membranen
- zuurstof moet langere afstand diffunderen
Noem 3 kenmerken van het compensatiemechanisme waarbij hypermature villi worden gevormd?
- moeders met zwangerschapstoxicose
- versnelde rijping van de villi
- veroorzaakt door onvoldoende toevoer bloed naar placenta –> foetus maakt als reactie veel kleine vlokjes met perifere vaatjes
Waarom wordt als compensatiemechanisme soms ook de productie van erytroblasten verhoogd?
Extra erytrocyten zodat foetus nog meer zuurstof kan transporteren
Noem 3 kenmerken van een placenta met pre-eclampsie en infarcering?
- veel fibrine tussen placentavlokken: delen van placenta daardoor niet meer functioneel
- placenta vaak te klein
- delen gaan verloren door infarcten
[Opstijgende infecties] Noem 8 kenmerken van een chorio-amnionitis
- chorioamnionitis, funisitis
- meest frequent
- bacterieel (streptokokken), soms Candida gist
- geboortekanaal
- premature geboorte
- PROM
- villitis
- TORCH complex
Noem kenmerken van chronische histiocytaire intervillositis
= histiocytaire ontsteking tussen de vlokken & met aantasting daarvan
- pathogenese onbekend
- herhalingsrisico > 80%
- hoge kans ongunstige zwangerschapsuitkomst door IUGR of IUVD
- belangrijke overweging bij recidiverende miskramen
Noem 4 kenmerken van de interactie van Covid-19 en de placenta
- foetale nood en IUVD
- in doorsnede placenta meer wittig fibrine waardoor hele delen van placenta worden uitgeschakeld
- lijkt histologisch op chronische histiocytaire intervillositis WANT vlokken ook hier omsingeld door histiocyten die afkomen op het virus
- virus delta variant infecteert de perivilleuze trofoblast (cellen om villi heen)
Noem 3 soorten navelstrengproblematiek die kunnen leiden tot foetale nood of IUVD
- omstrengeling
- knoop
- afdrukking tijdens partus
Noem 5 aandoeningen die worden geassocieerd met prematuriteit
- hyaliene membraanziekte (respiratory distress syndrome)
- bronchopulmonale dysplasie
- necrotiserende enterocolitis
- retinopathie van de prematuriteit
- germinale matrix en intraventriculaire hersenbloedingen
Noem 2 algemene kenmerken van het respiratory distress syndroom (RDS)
- meest frequente oorzaak van respiratoire insufficiëntie van pasgeborenen
- prematuriteit, afnemend met zwangerschapsduur
Noem 4 predisponerende factoren voor het ontstaan van het respiratoir distress syndroom (RDS)
- sectio caesarea
- maternale diabetes
- mannelijk geslacht
- tweeling
Beschrijf de patho(fysio)logie van RDS (3)
- gebrek aan surfactant door te weinig type II pneumocyten
- productie gestimuleerd door corticosteroïden
- histopathologisch eosinofiele hyaliene membranen in de alveoli, fibrine, ontstekingsreacties en weinig wit/lucht
Noem de 2 punten van preventieve therapie tegen RDS
- prenataal corticosteroïden moeder
- postnataal surfactant inhalatie neonaat