HC'S WEEK 12 Flashcards
Kenmerken van bronchiolitis? (4)
- acute virale luchtweginfectie
- meestal Respiratoir Syncitieel Virus (RSV)
- herfst/winterseizoen
- door alle kinderen doorgemaakt < 2 jaar
Kliniek van bronchiolitis? (6)
- zuigelingen < 1 jaar
- aansluitend aan verkoudheid snel progressieve dyspneu
- subfebriele temperatuur
- intrekkingen
- diffuus inspiratoir crepiteren
- expiratoir piepen
Diagnostiek van bronchiolitis? (3)
- RSV PCR sneltest in neusspoelsel
- transcutane zuurstofsaturatie
- X-thorax
Klinische therapie bij bronchiolitis? (3)
- ondersteunend: O2 suppletie, voldoende
vochtinname - zonodig IC + beademen
- bronchusverwijder (SABA) indien merkbaar effect
op ademfrequentie
CAVE corticosteroïden niet geïndiceerd
Preventie bij bronchiolitis?
Ja, passieve immunisatie met palivizumab
MAAR kostbaar, beperkt effect, alleen bij hoog risico
Prognose bij bronchiolitis? (4)
- gunstig, restloos herstel
- geen immuniteit tegen nieuwe RSV infecties
- RSV in 1e levensjaar = verhoogd risico op frequente episoden met piepende ademhaling
- geen relatie met atopie
2 groepen risicogroepen bronchiolitis?
- zuigelingen < 2 maanden (= kans apnoe)
- kinderen met nauwe luchtwegen (= ernstiger
beloop, ook na 1e levensjaar)- ex-prematuren
- bronchopulmonale dysplasie: longschade of bij
prematuren na beademing - aangeboren hartafwijking (corvitum)
- aangeboren long- en luchtwegafwijkingen
Risicofactoren voor lagere luchtweginfecties? (5)
- leeftijd < 5 jaar OF > 65 jaar
- chronische longaandoening: astma, CF, COPD
- hypotonie en/of aspireren (tgv spieraandoening)
- immuundeficiëntie (primair/secundair)
- congenitale afwijkingen van long/hart
Wat is een pneumonie?
Ontstekingsproces van de longen waarbij alveoli betrokken zijn
Noem de 6 WHO criteria voor de diagnose pneumonie?
- koorts en hoesten
- rhonchi en crepitaties
- tachypneu
- leukocytose > 10x10*9/L
- differentiatie > 15% staven
- consolidatie op x-thorax
Top 5 bacteriële verwekkers van lagere luchtweginfecties?
- streptococcus pneumoniae
- mycoplasma
- haemophilus influenzae
- moraxella catarrhalis
- staphylococcus aureus
Wereldwijd = mycobacterium tuberculosis
Top 5 virale verwekkers van lagere luchtweginfecties?
- respiratoir syncytieel virus (RSV)
- parainfluenza virus
- influenza virus
- adenovirus
- human metapneumonvirus
Wereldwijd = SARS-CoV-2
Wat is de behandeling van een pneumonie?
- pijlers = antibioticum + ondersteuning met O2/voeding/vocht
- antibiotica < 5jr = amoxicilline
- antibiotica > 5jr = claritromycine of axitromycine
Kenmerken HIV infectie? (6)
= humaan immunodeficiëntievirus
- infectie van CD4+ T-cellen
- seksueel of bloed-bloed contact
- goed behandelbaar met antiretrovirale therapie
(ART) -> remming virusreplicatie
- geen genezing
- niet meetbaar = niet overdraagbaar
Noem 4 typische verwekkers van een community acquired pneumonia (CAP)?
- S. pneumoniae
- H. pneumoniae
- S. aureus
- M. catarrhalis
Noem 5 atypische verwekkers van een community acquired pneumonia (CAP)?
- mycoplasma pneumoniae
- chlamydophila pneumoniae
- legionella pneumoniae
- influenza, RSV, adenovirus, coronavirus
- pneumoncystis jirovecii, tuberculose
Wat is de kliniek van typische verwekkers bij een CAP? (3)
- acuut koortsend ziektebeeld
- vaak productieve hoest en purulent sputum
- lobair infiltraat op X-thorax
Wat is de kliniek van atypische verwekkers bij een CAP? (3)
- acuut/semi-acuut/chronisch koortsend ziektebeeld
dat lijkt op griep - niet productieve hoest, zelden purulent sputum
- diffuse infiltratieve afwijkingen op X-thorax
Kenmerken van pneumocystis jiroveci pneumonie (PJP)? (3)
- 75% meegemaakt op 4jr
- gist normaal opgeruimd door CD4+ T-cellen
- 25% geen afwijkingen x-thorax
Pathogenese van pneumocystis jirovecii pneumonie (PJP)? ()
- P. jirovecii plakt aan alveoluswand mbv 2
adhesieve glycoproteïnen
= fibronectine & vitronectine - Inflammatoir proces met destructie van de
alveoluswand & verstoring van de gaswisseling
Wat is de belangrijkste complicatie bij een pneumocystis jirovecii pneumonie?
Cystevorming: alveoli kapot en vullen met vocht
–> klaplong kan hierdoor ook ontstaan
Behandeling v anpneumocystis jirovecii pneumonie bij volwassenen?
- 1e keus = cotrimoxazol iv
- 2e keus = clindamycine + primaquine
- bij hele lage saturatie ook prednison toegevoegd
- na behandeling start secundaire profylaxe met
cotrimoxazol bij immuungecompromitteerde
patiënt
Wat is het nut van prednison toevoegen aan de behandeling bij een pneumocystis jirovecii pneumonie?
De gisten sterven af door antibiotica DUS versterking van het inflammatoire proces dat bezig is in de longen DUS nog meer disruptie, dit wil je remmen met prednison
Hoe valt het CD4+ aantal samen met infecties?
- > 200 = geen profylaxe
- 100-200 = pneumocystis jirovecii pneumonie
–> cotrimoxazol - < 100 = toxoplasmose
Hoe stel je de diagnose pneumocystis jirovecii pneumonie?
Broncho-alveolaire lavage
Hoe werkt het configuratie-model?
= unieke combinatie van lokale omstandigheden die gezonde balans tussen klimaat-milieu-community verstoort
Holistisch, inclusief, interactief, contextueel en multifactieel
Hoe werkt het contaminatie-model?
= meer algemeen; 1 specifiek event als oorzaak
- besmetting mens op mens = transmissie van ‘morbid material’
Monocausaal en reductionistisch
Welke term wordt bij zowel het configuratie-model en het contaminatie-model gebruikt?
(Pre)dispositie
= nodig voor verklaring van verschillen in vatbaarheid
–> individueel sociaal en geografisch
Noem de 5 stappen van de histologische verschuiving?
- Omgeving - configuratie -> oudheid - 19e eeuw
= hygiënisten/sanitaire hervorming - Kiemtheorie - contaminatie -> vanaf 2e helft 19e
eeuw = bacteriologische revolutie/magic bullet - Sociale hygiëne - predispositie -> 1e helft 20e eeuw
= tbc: (in)directe preventie - Epidemiologische transitie - risicofactoren/
synthese -> 2e helft 20e eeuw = paradigma van
risicofactoren en individuele leefstijl - Global health -> 21e eeuw = vooral contaminatie
3 factoren die de kiemtheorie betreffen?
- technologisch = introductie verbeterde microscoop
- institutioneel = evolutie experimentele laboratoriumwetenschap
- wetenschappelijk = nieuwe observaties + theorieën
Wat is het gevolg van sociale hygiëne/predispositie op public health?
Verbreding van fysisch-geografische aanpak & biologische aanpak met sociaal-culturele hervormingen
Initiatieven gericht op zorgen voor gezond nageslacht, verzorging kinderen, bestrijding alcoholisme, geslachtsziekten, etc.
Wat hield de epidemiologische transitie in?
Infectieziekten –> chronische ziekten
Oorzaken van daling infectieziekten?
- afname virulentie ziektekiemen door biologische
evolutie - sanitaire hervormingen (configuratie)
- kiemtheorie, serums, vaccins, antibiotica
- contaminatie, magic bullet
- levensstandaard/welvaart/voeding
- sociale hygiëne en predispositie
- modern versions of configurationism
Noem 3 fundamentele veranderingen na WOII?
- Introductie concept (multifactoriële) risicofactoren
- verbreding epidemiologie
- paradigmawisseling: statistisch, correlatie
- Zwaartepunt ‘preventie’ verschoof van collectieve
voorzieningen naar individuele leefstijl - Verdwijnen van vanzelfsprekendheid normen en
waarden verbonden aan publieke gezondheid- vertrouwen in autoriteit viel weg
2 denkstijlen in global health?
Configuratie = verbetering levensomstandigheden (huisvesting, sanitair, etc.)
Contaminatie = technische oplossingen (medicatie, vaccins en quarantaine): identificatie & eradicatie van ziekten
Wat is sarcoïdose?
Non-necrotiserende granulomateuze inflammatie
Wat is de pathogenese van sarcoïdose? (3)
- granulomateuze inflammatoire aandoening zonder bekende oorzaak
- granuloom bijna nooit necrotiserend (bij TB wel)
- Kveim reactie = inductie van granulomen door humaan granuloom materiaal
Wat is een granuloom?
Zijn epitheloïde cellen met daar omheen een band met Th1-cellen die groeifactoren produceren wat zorgt voor fibrosering, hieromheen ook nog B-cellen
Welke 2 stoffen worden door het granuloom bij sarcoïdose geproduceerd & wat is het nut hiervan?
ACE (angiotensine converting enzym)
IL-2R
–> concentratie is weergave ziekteactiviteit
Welk enzym kan het granuloom bij sarcoïdose ook tot expressie brengen?
1a-hydroxylase: zet 25-dihydroxi vitamine D om in 1,25-hydroxy vitamine D –> actieve terugresorptie van calcium uit de darmen –> hypercalciëmie –> sufheid, vermoeidheid, dorst en polyurie
Wat is het Blau syndroom (bij sarcoïdose)?
Granulomateuze inflammatie van de huid, ogen en gewrichten door genetisch defect in nucleotide bindende domein van CARD15/NOD2
= gain of function mutatie