HC levende donor niertransplantatie Flashcards

1
Q

Hoe vervang je de nierfunctie?

A
  • Dialyse
  • Transplantatie
    o Geeft betere nierfunctie dan dialyse
    o Voorkeur levende donor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van wie kan je een nier krijgen?

A
  • Een nier van een levende donor
    o Familieleden
    o Geen bloedverwanten
    o Gross-over transplantatie
    o Altruistische donor
  • Een nier van een overleden donor
    o Via eurotransplant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van levende donor nieren?

A
  • Beter resultaat
    o Langer mee: 50% nog in werking na 15 jaar vs. 50% na 8 jaar
    o Betere functie
  • Pre-emptief
    o Voor start dialyse
    o Is beter, slechtere nierfunctie, risico’s van dialyse
  • Kortere wachttijd
  • Planbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie kan doneren bij leven? Waar wordt op gelet?

A

Geen nadeel voor de donor
- Goede motivatie: vrijwillig, geen betaling (verboden in NL, misdaad)
- Fysieke en mentale gezondheid
o Korte termijn: operatie complicaties
o Lange termijn: nierfalen, operatie complicaties, co-morbiditeit (risico’s bij zwangerschap (bijv. zwangerschapshypertensie))
o Bespreken met arts, MMW, pas bij overtuigen geen onderdrukking, dan proces in gang zetten
- Immunologisch passend: bloedgroep en kruisproef
o Ook controle via familie anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er besproken tijdens de voorlichting ter voorbereiding van een eventuele nierdonatie?

A
  • Voorlichting
    o Procedure
    o Risicofactoren en lange termijn
    o Schriftelijk en mondeling
  • Anamnese
    o Motivatie
    o Familie anamnese
    o Inschatten algehele gezondheid
    o Risicofactoren voor operatie en nierfunctieverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor aanvullend onderzoek moet er gedaan worden voorafgaand aan een nierdonatie?

A
  • Immunologische match: bloedgroep en weefsel (HLA-)typering
  • Nierfunctie
    o Serum kreatinine, eGFR
     CKD formule geschikt voor iemand met een eGFR<60
    o 2x 24h urine kreat klaring
  • Risicofactoren
    o Bloeddrukmeting
    o Bloed: glucose, HbA1c, electrolyten, albumine, totaal eiwit, CRP, levertesten, bloedbeeld, stolling
    o Urine oa sediment, eiwit/kreat ratio (lekt er eiwit of bloed, indicatie nieraandoening)
    o Urine kweek
    o Virusserologie: CMV EBV, Hep B, Hep C, HIV
    o Lues serologie
    o X-thorax (screenen longen)
    o ECG (screenen hart)
    o CT-abdomen (hoe zien de nieren eruit, is het veilig genoeg om 1 nier weg te halen)
  • Op indicatie kunnen er ook andere onderzoeken plaatsvinden
  • Geen bezwaren op nefrologisch gebied, dan controle bij chirurgie en anesthesie
  • MDO niertransplantatie (nefrologie, chirurgie, anesthesie, urologie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties voor een nierdonatie?

A
  • Leeftijd <18 jr
  • Wilsonbekwaam
  • Hoge verdenking op dwang tot donatie
  • Gestoorde nierfunctie, proteinurie
  • Diabetes mellitus
  • Groot risico op peri-OK complicaties of nierfalen in de toekomst
  • Actieve / recente maligniteit
  • Actieve infectie
  • Actieve alcohol / drugs verslaving
  • Ongecontroleerde psychose
  • Onvoltooide behandeling psychiatrische aandoening
  • Zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn relatieve contra-indicaties voor een nierdonatie?

A
  • Nierstenen
  • Urologische afwijkingen
  • Microscopische hematurie
  • Obesitas (BMI > 35; BMI > 25 geeft verhoogd risico op HVZ, diabetes, hypertensie, dan gesuperviseerde lifestyle interventie via HA)
  • Veel diabetes mellitus of hypertensie / cardiovasculair lijden in familie
  • Familiaire nierziekte (genetische screening)
  • Hypertensie
  • Geen afkapwaarde wat betreft leeftijd, zolang iemand maar gezond is
  • Co-morbiditeiten (Is iemand nog gezond genoeg om met 1 nier door het leven te gaan?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de oorzaak van immunologische incompatibiliteit?

A

1 op 4 potentiële levende donoren incompatibel met beoogd ontvanger
- Andere bloedgroep: AB0-i. AB0 antistoffen zijn natuurlijke antistoffen
- Positieve kruisproef: HLA-i. Antistoffen van ontvanger gericht tegen antigenen donor, brengt afweerreactie op gang, afstoting. HLA antistoffen zijn geen natuurlijke antistoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bloedgroep hebben de mensen die het langste en het kortste op de wachtlijst staan?

A

Bloedgroep 0 wacht het langst (op WL), minste mensen met AB op WL.
Bloedgroepen AB en A vinden gemakkelijk een compatibele donor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de oorzaak van HLA antistoffen?

A
  • Zwangerschap
  • Transplantatie
  • Bloedtransfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe bepaal je de aanwezigheid en/of typen HLA antistoffen?

A
  • Panel reactive antibodies = aspecifiek percentage
  • Unacceptable HLA-antigens = gespecificeerd per specifiek HLA-antigeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een PRA (panel reactive antibodies) en hoe werkt dit?

A

Het is een (grove) meting die wordt gebruikt om te bepalen hoe waarschijnlijk de HLA compatibiliteit tussen donor en ontvanger is.
Lymfocyten pipiteren van een random groep mensen met bepaalde HLA typering, serum van ontvanger toevoegen, als deze antistoffen iets herkennen uit de pool zullen deze aan elkaar plakken, bij toevoegen van complement ontstaat er een lysis reactie (bolletjes groen naar wit), percentage berekenen, ontvanger heeft de antistoffen tegen % van de bevolking van dit werelddeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werken unacceptabele antigenen?

A

o Tegen welke antigenen, hoeveel antistoffen heeft de ontvanger
o Per bolletje 1 specifiek HLA antigen, welke bolletjes kleuren aan?
o Bij donor waarvan weefseltypering bekend is, weet je of er kans is op afstoting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke alternatieve programma’s zijn er om een nier te doneren (in plaats van rechtstreeks doneren)?

A
  • 2003 cross-over (donor past niet bij jou, wisselen met een andere koppel)
  • 2006 AB0-incompatibel
  • 2015 desensibilisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verloopt een AB0-incompatibele niertransplantatie?

A

o Bij laag percentage bloedgroep antistoffen, ontvanger moet antistoffen kwijt, rituximab remt B-cellen in het ontwikkelen tot plasma cellen en dus het vormen van antistoffen, immuno-absorptie verwijdert antistoffen uit bloed (kan tegelijk met hemodialyse behandeling)
o Vlak voor operatie, bij afkapwaarde behaald operatie
o Toch risico op afstoting, maar uit onderzoek toont aan dat resultaten op lange termijn goed zijn, nagenoeg even goed als levende donor bij passende bloedgroep, risico op afstoting wel groter maar vaak wel goed behouden kunnen houden, risico op infectie bij ontvanger is wel groter (kans ook door zware inductietherapie)

17
Q

Wat is desensibilisatie en hoe verloopt dit?

A

o Zoveel antistoffen tegen HLA dat er geen passende donor is, maar er is wel een levend donor bij wie de HLA antistoffen weggehaald kunnen worden (moeilijk matchen)
o Rotterdam: nationale desensibilisatie centrum
o Positieve kruisproef met een levende donor
o Geen zicht op een compatibel aanbod
o 2 jaar deelname acceptable mismatch programma en/of cross-over
o Doel: kruisproef negatief krijgen, plasma donor vervanger door plasma bloedbank, zware afstotingsmedicatie
o Groot risico op afstoting of dat het niet lukt? Dan geven tocilizumab

18
Q

Wat is het CIAT programma en wat zijn de voordelen hiervan?

A

Landelijk cross over+
- Betere kansen voor:
o Hoog gesensibiliseerde patiënten
o Lang wachtende patiënten
- Optimale inzet van altruïstische donoren
- Meer transplantaties