HC 7: transport Flashcards

1
Q

Wat kan er misgaan in de transportprocessen?

A
  • Mutaties in SGLT1, autosomaal recessief. Daardoor geen glucose opname in darmen (wel in nieren). Osmotische diarree
  • cysteinurie, mutatie in Transporter voor basische aminozuren + cysteine. Verlies gecompenseerd door PEPt1, maar minder terugresorptie van cysteine in nier. Uitscheiding in urine stijgt wat cysteine stenen geeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat diarree?

A

Aantasting van zout- en waterabsorptie of hyperstimulatie via secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat obstipatie?

A

Bij aantasting van de secretie capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is osmotische diarree?

A

Een fecale osmotische gap van meer dan 100.

Ontstaat door malabsorptie van dieetcomponenten, door sorbitol of mannitol overgebruik door laxantia.
Verdwijnt na 24 uur vasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat secretaire diarree?

A
  • Microbiële en virale enterotoxines (cholera, E.coli diarree, rotavirus)
  • Galzouten en vetzuren
  • neuro-endocriene tumoren (VIP, 5-HT, PGE’s)
  • diabetische neuropathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transport crypt en vili ileum?

A

Crypt zit CFTR kanaal wat zorgt voor naar buiten gaan van chloride, waardoor natrium en water paracellulair meegaan.

In de villus is juist water en zout absorptie door NHE3 en DRA.

Watertransport is altijd iso-tonisch met plasma. De darminhoud osmolariteit s gelijk aan die van het plasma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het gevolg van CF?

A

Door CF werkt het CFTR kanaal niet en vindt er minder NaCL en water secretie plaats wat leidt tot luminale dehydratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is CLD?

A

Congenitale chloridorroe, DRA is afwezig. Kan geen bicarbonaat en chloride meer uitwisselen. Waardoor er geen water en NACL absorptie is. Verhoogde concentratie van chloride en H+ in faeces. Zorgt voor systemische alkalose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt absorptie van water en zout gereguleerd?

A

cAMP en calcium stimuleren de CFTR (crypt) en remmen de NHE3 (villus).
cAMP en calcium worden beïnvloed door:
- neuronaal: acetylcholine, 5-HT (stimuleren)
- Hormonaal: somatostatine, noradrenaline (remmend)
- galzouten, dihydroxyvetzuren, vip, pge2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werken bacterien op diarree?

A
  • E.Coli geeft toxine af dat zorgt voor meer cGMP en dus CFTR stimuleren
  • Rotavirus (NSP4) verhoogt calcium
  • Cholera toxine zorgt voor veel cAMP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is cholera?

A

Cholera toxine is een eiwit dat wordt uitgescheiden door de vibio cholerae bacterie. Leidt tot 1 liter water en zout uitscheiding binnen 1 uur (secretaire diarree).
Je droogt uit: ingevallen ogen, zichtbare jukbeenderen, rimpelige vingers en blauw zien door doorschijnen van bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ORS?

A

Oral rehydration therapy. Zit glucose in om de SGLT1 glucose op te laten nemen en zo 2 natrium mee te nemen wat leidt tot opname van water en zout waardoor je niet uitdroogt, het stopt de diarree niet.

Als je geen glucose toe zou voegen zou je diarree erger maken, doordat de NHE3 niet werkt dus natrium niet opgenomen kan worden.

Samenstelling:
- natrium 90mM
- kalium 20 mM
- bicarbonaat 30mM
- chloride 80mM
- glucose 110mM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly