HC 6 Flashcards
In de klinische praktijk: Specifieke stoornis
(Evidence based) behandeling
Protocol, Flexibel, Transdiagnostisch, modulair, statistisch
Protocol
- Een stapsgewijze beschrijving van een psychologische behandeling.
- Een werkwijze
- Hierin staan opdrachten voor de patiënt
Protocol: draaiboek
Bevat een omschrijving van de behandeltechnieken en de volgorde waarin deze moeten worden uitgevoerd
Voordelen protocollen
- Duidelijk doel
- Rationale
- Theoretisch onderbouwd
- Gestructureerd
- Lineair (sessie in bepaalde volgorde)
- Vast aantal sessies
- Training –> iedereen kan het
- Werkboeken
- Voorbeelden/invaloefeningen ‘
- Voor specifieke stoornis
- Vaak geavalueerd –> vaak evidence based
Nadelen protocollen
- Heterogeniteit van caseload: CGT voor 1 stoornis –> niet relevant
- Comorbiditeit en flux: CGT voor 1 stoornis –> niet genoeg.
- Lineair: vast aantal sessies, crisis, teveel keuze
Wat is de reden dat er weerstand is tegen protocollen?
Ze passen niet in de “echte klinische” praktijk
Weerstand protocol: Interventie niet aangepast aan kind
- 95% gebruikt protocol niet meer na onderzoek
- 3% CGT werkt volgens protocol
Onderzoeksbehandeling
- Geworven casus (ernst minder)
- Homogene groep, smalle focus
- Lab of uni setting onderzoeker, kleine case load
- Veel voorbereiding, 1 behandelmethode
- Protocol
Klinische behandeling
- Doorverwezen (ernst) heterogene groep, multi-probleem
- Kliniek, ggz, etnici, grote case load
- Flexibel programma
Clinici
- Onze ervaring wordt genegeerd
- Voorkeur voor bewijs uit praktijk
- Onderzoeksvragen zijn niet relevant
- Vaak weinig onderzoekservaring
- Niet geïnteresseerd in gemiddelden
Onderzoekers
- Mijn resultaten worden genegeerd
- Bij bewijs uit data
- Clinici zouden meer moeten meten
- Door onderzoek meer en dieper nadenken over processen
Hoe kun je het beste een protocol flexibel aanpassen?
Verander sommige ingrediënten als je merkt dat je ze niet kent/de omstandigheden er niet naar zijn
Soms doen bij het aanpassen van protocol
Modules van andere protocollen voor comorbiditeit
Modules van andere protocollen om flux aan te pakken –> diagnoses kunnen veranderen
Andere volgorde –> eerst exposure dan cognities
Delen weglaten –> geen cognities bij jonge kinderen
Bij crisis–> op crisis ingaan
Voordelen
Heterogeniteit, comorbiditeit, flux, crisis aan te passen aan cliënt
Nadelen
- Wetenschappelijk onderzoek gecombineerd met klinische ervaring –> evidence-informed
- Niet meer evidence based –> effectiviteit onbekend
Transdiagnostiek
- Onderliggende mechanisme: verandering = verandering in klachten
- Risicofactor of in standhoudende factor
- Theoretisch model
- Gemeenschappelijke oorsprong
stoornis overstijgend