HC 5 Flashcards

1
Q

1.1. Het continuüm van onderwijs, zorg en deskundigheid: A

A

Aanpassing van de reguliere aanpak in de klas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1.2. Het continuüm van onderwijs, zorg en deskundigheid: B

A

Inschakelen van deskundige remedial teacher of gespecialiseerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1.3. Het continuüm van onderwijs, zorg en deskundigheid: C

A

Gespecialiseerde diagnostiek naar individu gebonden factoren en contextfactoren door gedragsdeskundigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1.4. Het continuüm van onderwijs, zorg en deskundigheid: D

A

Gespecialiseerde behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1.1. Remedial teaching en behandeling: overeenkomsten

A
  1. Taakgerichtheid
  2. Effectiviteit
  3. Deskundigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1.2. Remedial teaching en behandeling: verschillen

A
  1. Ernst en hardnekkigheid van het probleem
  2. Complexiteit van het probleem
  3. Aard van de interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De belangrijkste basis principes

A
  1. Typen en kwaliteit van kennis
  2. Instructie principes
  3. Feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doe je met de belangrijkste basis principes?

A

Deze zet je in bij maatwerktrajecten en herken je in bestaande effectieve methodieken (en dus niet in dwaalwegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Typen kennis: Declaratieve kennis

A

Kennis van feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Typen kennis: Procedurele kennis

A

Kennis van procedures en strategieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Typen kennis: Metacognitieve kennis

A

Zelfkennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kwaliteit van kennis

A

Abstractieniveau, wendbaarheid, mate van automatisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Instructieprincipes: remediëren

A
  1. Isoleren
  2. Integreren
  3. Generaliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Instructieprincipes

A
  1. Remediëren
  2. Compenseren / dispenseren
  3. Stimuleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1.1. Feedback: Waarover wordt feedback gegeven

A

Persoon, inspanning, proces, resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1.2. Feedback: Wie geeft feedback?

A

Kind, persoon, computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

1.3. Feedback: Wanneer wordt feedback gegeven

A

Direct, uitgesteld

18
Q

1.4. Feedback: Waarmee wordt feedback gegeven?

A

Sociale reactie, informatie, materiaal, gunst

19
Q

Richtlijnen behandeling dyslexie volgens PDDB 3.0: doelen van de behandeling

A
  1. Het bereiken van een voldoende niveau van technische lezen en spellen, uitgedrukt in gangbare eisen en criteria passend bij de leeftijd, schoolniveau en/of beroepsniveau van cliënt en een voor cliënt acceptabel niveau van zelfredzaamheid.
  2. Het vergroten van de kennis over/en de acceptatie van ernstige dyslexie bij de cliënt en zijn/haar systeem en het vergroten van de motivatie voor behandeling bij de cliënt en zijn/haar systeem
20
Q

De behandeling van dyscalculie: Wat is effectief?

A

Gebaseerd op gedegen taak-en proces analyse, kleine (tussen) stappen.
2. Gebruik van een vaste oplossingsprocedure en vast model
3. Expliciete stap voor stap instructie en modeling
4. Frequente oefening en herhaling (wanneer foutloos)
5.Continue (positieve) feedback gekoppeld aan de taak

21
Q

Leerproblemen en psychosociale problemen

A
  1. Kinderen met een leerstoornis hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van psychosociale problemen
  2. Met name internaliserende problematiek komt vaak voor
  3. Steun en begrip vanuit de omgeving is een belangrijke protectieve factor
  4. CGT is een effectieve behandelvorm ij internaliserende problematiek
22
Q

Wegwijs dyslexie en dyscalculie: doelen van de behandeling

A
  1. Psycho-educatie over dyscalculie en dyslexie en bijkomende psychosociale problemen
  2. Cognitief-gedragstherapeutische technieken om beter te kunnen ontspannen, helpende gedachten ten aanzien van de leerstoornis te hanteren en angsten te overwinnen
  3. Coping vaardigheden voor het handig leren omgaan met de leerstoornis in uitdagende situaties in het schoolse leren en het dagelijks leven
23
Q

Knelpunten in het werkveld leerlingenzorg

A

passend onderwijs, kansen ongelijkheid, dyslexiezorg, labels versus neurodiversiteit

24
Q

Remedial teaching

A

Dit is een vorm van (binnenschoolse) leerlingbegeleiding

25
Q

Wat moet je doen bij RI methoden?

A

Hetgeen kiezen met de meeste wetenschappelijke resultaten

26
Q

Wanneer is remediëring niet zinvol?

A

Als het op zichzelf staand is, los van het rekenprobleem

27
Q

1.1. Variatie in stimulus en respons: Stimulus

A

Concreet–> afbeelding–>talig–> symbolisch –> mentaal

28
Q

1.2. Variatie in stimulus en respons: Respons

A

Motorisch–> perspectief–>talig–> symbolisch –> mentaal

29
Q

Wat is de reden dat visualiseren effectief is?

A

Veel leerlingen hebben moeite met “meer en minder dan” en aandacht besteden aan betekenis van prestaties

30
Q

2 typen toetsing behandeling

A
  1. Toetsen van werkzaamheid aanpak
  2. Geldigheid van stappen gebaseerd op diagnostische cyclus
31
Q

Twee invalshoeken probleemgerichte kennis

A

vanuit behandelingscyclus en specifieke probleemdomeinen

32
Q

Wat is dyslexie?

A

Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis

33
Q

Multiple deficit model

A

Probleem vanwege meerdere biologische en omgevingsfactoren

34
Q

Wat is de meest voorkomende cognitieve oorzaak van dyslexie

A

Een deficit in verwerking fonologische informatie –> letter-klank associatie, verwerking letter-klank en opnemen aantal letters in 1 oogopslag

35
Q

Waarmee heeft dyslexie veel comorbiditeit

A

ADHD, ASS, OCD, DCD en TOS

36
Q

1.1. Onderdelen zorgplan: verplicht

A
  1. Psycho-educatie
  2. Omgaan met resterende belemmeringen na afloop van behandeling
37
Q

1.2. Onderdelen zorgplan: optioneel

A
  1. Comorbiditeiten of internaliserende problematiek
38
Q

Tussen welke tijd ligt de behandeling?

A

Tussen de 45-65 uur

39
Q

1.1. Theoretische invalshoeken: Control-value theorie

A

Prestatie-emoties worden gevoed door controle-en waarde aspecten van een leersituatie

40
Q

1.2. Theoretische invalshoeken: Zelfdeterminatietheorie

A

Intrinsieke motivatie gebaseerd op competentie, autonomie en verbondenheid

41
Q

1.3. Theoretische invalshoeken: Attributietheorie

A

Hoe verklaar je succes

42
Q

Psychosociale aspecten

A

Zelfbeeld, (faal)angst en coping