HC 5: anatomie van borstwand en longen Flashcards

1
Q

Wat is de thoraxwand en wat zijn de functies?

A

Ribbenkast, dus ribben, sternum, diafragma, columns vertebralis. Functie:
- bescherming
- ademhaling
- passages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen de mm.intercostales?

A
  • mm. intercostales externi: zorgt voor inademing
  • mm. intercostales interni (en intimi) zorgt voor uitademing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke organen worden beschermd door thoraxwand?

A

Longen, hart, (oesophagus en trachea), milt, nieren, bovenste deel maag en lever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat vormt de bovenste thoraxapertuur?

A

costa 1, vertebrae th1, manubrium. Ook liggen de longtoppen hier.
Passage van:
- oesophagus
- trachea
- grote vaten
- zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vaten komen uit de bovenste thoraxapertuur?

A
  • Rechts: a. truncus brachiocephalicus. Uit de thoraxapertuur vormt deze a. carotis communis dextra en a. subclavia dextra
  • Links: direct uit aorta, a. carotis communis sinistra en a. subclavia sinistra.
  • Venen: v. jugularis interna en v. subclavia komen samen in v. brachiocephalica dextra en sinistra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zenuwen passeren de bovenste thoraxapertuur?

A
  • truncus sympathicus, loopt langs de wervellichamen. Doet aan autonome zenuwstelsel innervatie op hals en thoracaal niveau
  • n. phrenicus, ontstaat bij C3-C4-C5 uit plexus cervicalis. doet aan innervatie van het diafragma en heeft sensibele takken naar pericard
  • n. vagus: loopt langs a. communis en aorta, parasympathische innervatie van tractus digestivus, hart en longen. En larynx door n. laryngeus recurrens die terug naar boven loopt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 doorgangen bevat de onderste thoraxapertuur?

A
  • v. cava. inferior, ligt in bindweefsel zodat niet wordt tegengewerkt
  • aorta desc., ligt tegen wervellichamen aan
  • oesophagus, met spier eromheen trekt naar beneden en duwt dicht bij aanspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn de longen omgeven?

A

Door de pleura met een parietaal (tegen ribbenkast) en visceraal blad (tegen longen). Het viscerale blad gaat longkwabben in en scheidt deze. Daartussen zit de pleuraholte, maakt verplaatsing mogelijk voor ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de ruimte tussen mediastinum en pleura?

A

Hilum, bevat bronchus. venen en arteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe krijg je risico op klaplong?

A

Door een lek in de pleura, waardoor het visceraal blad niet meer mee beweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar vindt vochtophoping in de longen plaats?

A

In de recessus costodiaphragmaticus, door slecht contraheren van ventrikels. Links werkt slecht tov rechts –> dan kan het niet alles van rechts verwerken. Dus vochtophoping in longen. Als links beter zou werken dan rechts is er vochtophoping in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke ruimten zijn er in de longen?

A
  • recessus costodiaphragmaticus
  • recessus costomediastinus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bloedvaten in longen zijn zuurstofrijk/arm?

A
  • Arterieel bloed is zuurstofarm
  • Veneus bloed is zuurstofrijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly