HC 11: embryologie Flashcards
1
Q
Hoe verplaats bloedvorming?
A
Dooierzak –> placenta en AMG (gebied rond dorsale aorta) –> milt en lever –> beenmerg
2
Q
Hoe worden bloedvaten gevormd?
A
- Vasculogenese: ontstaan van bloedvaatjes uit bloedeilandjes waaruit endotheelblaasjes ontstaan die fuseren tot vaatjes.
- Angiogenese: uitgroei van nieuwe vaatjes vanuit oude vaten.
3
Q
Welke 2 extra-embryonale vaatstelsels zijn er?
A
- Van de dooierzak: vena en arteria vitelinae
- Van de placenta: vena ne arteria umbilicales.
4
Q
Wat ontstaat er uit de vena vitellinae?
A
De poort ader = vena portae
5
Q
Wat is de ductus venosus?
A
Tijdelijke verbinding tussen vena umbilmcalis en vena cava in de lever, wat ervoor zorgt dat zuurstofrijk en voedingrijk bloed uit de placenta niet eerst langs het veneuze lever vaatbed moet
6
Q
Uit welke lagen bestaat de primaire hartbuis?
A
- Endocard
- Endocardgelei
- Myocard