HC 4 Persoonlijke gedragsdeterminanten Flashcards
Intentie
Mate waarin iemand van plan is het gedrag uit te voeren
Intentie wordt veroorzaakt door andere determinanten (attitude, subjectieve norm, waargenomen gedragscontrole/eigen effectiviteit
Verwijst naar de sterkte van de motivatie (kwantiteit)
Ben ik van plan gedrag X uit te voeren?
Motivatie
Verwijst naar de aard van de motivatie (kwaliteit)
Intrinsieke motivatie: drive komt uit de persoon zelf
Extrinsieke motivatie: drive komt bij de persoon (arts, partner)
Waarom ben ik gedreven om gedrag X uit te voeren?
Attitude
Vind ik gedrag X positief of negatief?
Attitude structuur:
- Beliefs: afzonderlijke voor- en nadelen van het gedrag
- Cognitief: gerelateerd aan kennis ‘gedrag X is goed voor mijn gezondheid’
- Affectief: gerelateerd aan gevoel: ‘gedrag X is fijn’
- Conatief: gerelateerd aan gedrag en de neiging om acties te ondernemen: ‘gedrag X is een gewoonte’
Uitkomstverwachtingen
Geanticipeerd effect van het vertonen van een gedrag
Verschillende:
- fysieke uitkomstverwachtingen: effect op het fysieke gesteldheid
- sociale uitkomstverwachtingen: effect op sociale omgeving en reacties van sociale omgeving
- zelf-evaluatieve uitkomstverwachtingen: effect op zelfbeeld: positieve of negatieve zelf-evaluatie
Als ik gedrag X vertoon, dan zal dit resulteren in Y
Eigen-effectiviteit
Inschatting van eigen vermogen om een gedrag uit te kunnen voeren
3 dimensies:
- magnitude: inschatting van de moeilijkheden
- sterkte: mate van vertrouwen dat men gedrag kan uitvoeren
- algemeenheid: inschatting van problemen met gedrag in verschillende situaties
Ben ik in staat om gedrag X uit te voeren?
Waargenomen gedragscontrole
Control beliefs: de mate waarin mensen denken de capaciteiten en mogelijkheden te hebben om het gedrag uit te voeren
Hoe moeilijk/makkelijk is het om gedrag X uit te voeren?
Subjectieve norm
De waargenomen verwachtingen van anderen.
Normatieve/injunctieve beliefs: welke normatieve verwachtingen hebben anderen over mijn gedrag?
Wat vinden anderen van gedrag X/?
Sociale invloed
Wat is de invloed van mijn sociale omgeving op gedrag X?
- subjectieve norm
- sociale steun of sociale druk: emotioneel, praktisch, informatief, materieel
- sociale modelling/voorbeeldgedrag
Geanticipeerde spijt
Gevoelens en spijt of schuld die mensen verwachten te ervaren als ze nalaten een bepaald gezondheidsgedrag uit te voeren
Geanticipeerde trots: als ik gedrag X uitvoer zal ik na afloop erg trots op mijzelf zijn
Krijg ik spijt/voel ik mij schuldig als ik gedrag X uitvoer
Morele verplichting
Persoonlijke of morele norm: perceptie van individu over de morele correctheid van een gedrag
Persoonlijke verplichting of verantwoordelijkheid om een bepaalde manier te gedragen
Gerelateerd aan geanticipeerde spijt –> wanneer je niet voldoet aan persoonlijke norm leidt dit tot gevoelens van spijt
Ik voel me verplicht gedrag X te doen
Risico-inschatting
Kans x ernst
Denken dat het gezondheidsprobleem ernstige consequenties heeft (ervaren ernst)
Denken dat ze bevattelijk zijn voor een gezondheidsprobleem (kans)
- relatieve risicoinschatting
- absoluut
Indirecte invloed op gedrag
Mijn risico op het krijgen van aandoening X is hoog
Kennis
Kennis over gezondheid en ziekte
- relatie tussen gedrag en een risico
- hoe je gedrag zou kunnen veranderen
- diepgaande/wetenschappelijke kennis
Kennis vergroten leidt zelden tot gedragsverandering maar kan wel voorwaardelijk zijn
Ik weet veel over de risico’s van gedrag X