HC 4 oefenvragen Flashcards
Water dat in rotsen en grond dringt, bevordert chemische verwering door als een zwak _______ te werken
zuur
Het materiaal aan de rand van de oceanen (nabij de continenten) is ouder dan het plaatmateriaal in het centrum van de oceaan. Leg uit hoe dat komt en beschrijf wat er gebeurt met de oceanische korst vanaf de ‘geboorte’ tot het ‘einde’.
De oceaanbodem drijft uit elkaar op de push ridge. Hier komt magma omhoog en stolt (geboorte) het tot basalt. Bij het continent duikt de basaltkorst onder de korst van graniet (einde)
Als een metamorf gesteente in de loop van de gesteentecyclus verhit en vervolgens smelt tot magma, zal het uiteindelijk afkoelen en veranderen in ____________
stollingsgesteente
Naast vulkanisme zijn er twee andere processen gaande in het bovengenoemde geval van convergente platen; benoem en beschrijf beide processen
Aardbevingen: de oceanische plaat duikt, met veel kracht, onder de continentale plaat. Dit gaat niet geleidelijk, maar schoksgewijs, waardoor aardbevingen kunnen optreden.
Gebergtevorming: door het plooien van de continentale plaat ontstaat gebergte.
Het proces van spreiding van de zeebodem omvat het ontstaan van nieuwe korst en de voortdurende verplaatsing daarvan weg van de bron. Wat is die bron?
midoceanische ruggen
Hoe ontstaan bergen? Beschrijf gebergtevorming in relatie tot drie typen van samenkomen van platen en leg uit wat het verschil in gebergtevorming is bij deze drie typen convergentie.
Als een oceanische plaat tegen een continentale plaat aan beweegt, schuift de zwaardere oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. Hierdoor plooit de contnentale plaat en ontstaan bergen.
Als twee continentale platen tegen elkaar aan komen, worden de twee platen tegen elkaar opgeduwd, waarbij een gebergte ontstaat.
Als twee oceanische platen bij elkaar komen, zal de ene onder de andere schuiven. Hierbij kan een vulkanische eilandenboog ontstaan.
De bodemtextuur is belangrijk omdat hij het ____________ van de bodem beïnvloedt
het vochtvasthoudend vermogen
Welk verweringstype tast kalksteen aan en komt voornamelijk voor in vochtige gebieden?
zuurwerking
Wat is een vorm van chemische verwering?
oxidatie
Fijn verdeelde, gedeeltelijk ontbonden organische materie wordt ____________ genoemd
humus
Waarom zijn de Alpen hoger dan de Ardennen?
In de Ardennen zijn oudere gebergten dan in de Alpen. De Ardennen zijn een overblijfsel van de hercynische orogenese, de Alpen van de Alpine orogenese. De Ardennen zijn dus veel langer onderhevig aan verwering en erosie, waardoor ze lager zijn. Daarnaast groeien de Alpen nog steeds.
Een breuklijn waarbij er horizontale beweging is van twee aangrenzende platen, waarvan de ene langs de andere schuift, wordt een ____________ genoemd
transform-breuk
Beschrijf bondig de gesteentecyclus met behulp van de drie typen gesteenten
Stollingsgesteente wordt gevormd door het stollen van lava aan het aardoppervlak. Hier verweert en erodeert het waardoor het sediment wordt. Als dit wordt samengeperst ontstaat er sedimentgesteente. Op grote diepte vormt sediment en sedimentgesteente onder hoge temperatuur en druk metamorf gesteente. Metamorf gesteente kan als het aan de oppervlakte komt weer verweren en eroderen of op grotere diepte smelten tot magma. Dit magma kan weer aan de aardoppervlakte komen en stollingsgesteente worden.
Welk kenmerk wordt niet geassocieerd met divergerende plaatgrenzen?
eilandbogen
Welke drie soorten verwering worden er onderscheiden? Noem deze en geef een voorbeeld bij ieder type.
Fysische verwering: bijv. vorstverwering: breken van gesteenten door hoge temperatuurverschillen
Chemische verwering: bijv. het “smelten” van kalksteen door water
Organogene verwering: Het is een combinatie van fysische en chemische verwering. Door plantenwortels bijv. wordt materiaal uit elkaar geduwd, maar de plantenwortels laten ook chemische stofjes vrij om het materiaal zacht te maken