HC 2 oefenvragen Flashcards
Waarom verschuift de ITCZ halfjaarlijks?
De ITCZ verschuift mee met de instralingshoek van de zon. In de nederlandse zomer ligt de ITCZ daardoor meer op het noordelijk halfrond en in de nederlandse winter ligt de ITCZ meer op het zuidelijk halfrond.
Wat is het lot van inkomende zonnestraling? Bespreek absorptie, verstrooiing, reflectie en de rol van wolken.
Inkomende zonnestraling wordt geabsorbeerd, verstrooid, weerkaatst en gereflecteerd.
Absorbtie: houdt in dat de straling van de zon wordt opgenomen door deeltjes in de atmosfeer
Verstrooiing: houdt in dat de zonnestraling door deeltjes in de atmosfeer weer teruggestraald worden
Reflectie: houdt in dat lichtere kleuren zonnestralen weerkaatsen
Wat heeft de kortste golflengte
gammastraling
Wat speelt naast CO2 een grote rol in het natuurlijk broeikaseffect?
de zon en haar stralen die veranderen van kortgolvig naar langgolvig zodra ze de aarde bereiken
Daarnaast houdt waterdamp ook veel straling vast, wat het broeikaseffect versterkt.
Het broeikaseffect is het resultaat van de (….) door de atmosfeer van de door de aarde uitgezonden (…….) straling.
absorptie / langgolvige
Vergelijk langgolvige straling en kortgolvige straling. Wat zijn hun bronnen?
Zonnestralen zijn kortgolvig en warmer. Als zonnestralen de aarde bereiken worden ze omgezet in langgolvige straling die kouder zijn.
Hoe verschilt de zonne-instraling aan de bovenkant van de atmosfeer met het oppervlak van de aarde? Wat zijn de rollen van absorptie en verstrooiing?
Maar 50% van de zonnenstralen bereiken de aarde, door wolken, waterdamp etc. teruggekaatst (verstrooiing) of geabsorbeerd in de atmosfeer.
Welk van de volgende oppervlakken heeft het hoogste albedo?
een oppervlak bedekt met sneeuw
Beschrijf de Noord Atlantische Oscillatie. Welke invloed heeft de NAO op het weer in Noord-west Europa?
De Noord-Atlantische Oscillatie is een meteorologisch fenomeen boven de noordelijke Atlantische Oceaan. Het betreft het wisselende luchtdrukverschil tussen een lagedrukgebied in de buurt van IJsland en een hogedrukgebied in de buurt van de Azoren. Het verschil in luchtdruk tussen deze twee drukgebieden beïnvloedt in een belangrijke mate de windkracht en -richting vanaf de oceaan richting Europa. Dit heeft invloed op de temperatuur in Noord-west Europa. Als de wind uit de richting van Ijsland komt is het kouder. Komt de wind uit de richting van de Azoren, dan is het warmer.
Jemijn:
Een positieve NAO: een gordel van hoge drukgebieden ontstaat boven de zuidelijke atlantische oceaan. En sterke lage drukgebieden bij Groen- en Ijsland. Hierdoor kan de Jet stream heel makkelijk van de Golf van Mexico naar Noord-Europa. Door die warme lucht uit de Golf van Mexico komt over zee, neemt veel water mee, waardoor het warmer en natter is dan normaal in Noord-West Europa.
Leg een sterke El Nino uit t.o.v. een normale situatie. Wat zijn de belangrijkste effecten qua weer in Australië en Peru?
In de normale situatie is er een hoge luchtdruk boven Australië, Lage luchtdruk boven Peru. Deze zorgt voor sterke ZO en NO passaten die een zeestroom van Peru naar Australië aandrijven. Daardoor kan er voor de kust van Peru koud diepzeewater opwellen. De lucht daar wordt afgekoeld, waardoor deze daalt. Dit zorgt voor een hogedrukgebied en hoog = droog! Bij Australië wordt het water juist warmer wat zorgt voor stijgende lucht, dus lage druk, dus meer vochtigheid.
Tijdens El Nino keren lucht en zeestromen om ten opzichte van La Nina (normale situatie), door een lagere luchtdruk boven Australië en een hogere luchtdruk boven Peru. Dit zorgt voor droogte in Australië en neerslag in Peru
Jemijn:
Sterk lage drukgebied boven Australië, waardoor lucht opstijgt en passaatwinden die kant op blazen en water meenemen van zee. Daardoor is er veel regenval in Australië. Peru is droog, daar is een hogedrukgebied. De oppervlakkige windstromen nemen waterstromen mee, waardoor koud water op komt wellen voor de kust van Peru= La Nina.
El nino: door een zwak lage drukgebied hoopt het warme water op en hangt het lage drukgebied niet langer boven Australië, maar verder weg. Hierdoor verslappen passaatwinden en is er geen oppervlaktewater dat wordt meegenomen en welt er niet zo veel koud water op. Gevolg is dat er veel regen valt voor de kust van Zuid-afrika en Australië juist droger is.
Welke uitspraak is juist over de temperatuurverandering bij toenemende hoogte boven het aardoppervlak?
De temperatuur neemt af in de troposfeer en neemt toe in de stratosfeer
Onevenwichtigheden in de netto instraling tussen lage en hoge breedtegraden resulteren in
warmteoverdracht naar de polen
De passaatwinden waaien van _____________________
noordoost naar zuidwest op het noordelijk halfrond en zuidoost naar noordwest op het zuidelijk halfrond
Oppervlaktewinden convergeren naar __________________
een lagedrukgebied
In welke atmosferische laag neemt de temperatuur toe met de hoogte?
stratosfeer