hart Flashcards
1
Q
cardi-
A
hart
2
Q
cardiologie
A
wetenschap van het hart
3
Q
cardioloog
A
deskundige van het hart
4
Q
carditis
A
ontsteking van het hart
5
Q
cardiomegali
A
vergroting van het hart
6
Q
cardiograaf
A
apparaat dat de hartslag registreert
7
Q
cardiogram
A
curve van het hart
8
Q
trachycardie
A
snelle hartslag
9
Q
bradycardie
A
abnormale langzame hartslag
10
Q
cardiovasculair
A
m.b.t. hart en bloedvaten
11
Q
myocard
A
hartspier
12
Q
endocard
A
binnen het hart
13
Q
endocarditis
A
ontsteking van de binnenwand van het hart
14
Q
epicard
A
op het hart
15
Q
pericard
A
rondom het hart