HALS Flashcards
Inhoud submandibulaire driehoek (5)?
LK, ggl submandibulaire en sublinguale, n. lingualis en n. hypoglossus
De 6 lymfeklierzones?
- Submentaal + submandibulair
- Hoog jugulair
- Mid-jugulair
- Laag jugulair
- Posterieure halsdriehoek
- Pre- en paratracheaal
3 halsfasciae?
- Oppervlakkige: onder platysma; omsluit de trapezius en SCM.
- Middelste: rond de SK, trachae, oesofagus, farynxvaten en zenuwen.
- Diepe: rond spieren tegen de CWZ.
Halszwellingen: 5 oorzaken van diffuse zwellingen?
- Infectie: rood, drukpijn, warm
- Oedeem: putjes
- Vochthoudend: fluctuatie en translucentie
- Subcutaan emfyseem
- Bloed
Lokale halszwellingen: palpatie en anamnese voor?
Palpatie: anatomische laag, consistentie en grootte.
Anamnese: etiologie.
Welke onderzoeken van de hals? (5)
- Echo: zwellingen
- FNA: cytologie
- RX: artrose CWZ
- CT: LK en zwellingen
- MR: vasculaire afwijkingen
4 congenitale afwijkingen van de hals.
- Thyroglossuscyste/fistel.
- Laterale halscyste
- Laterale halsfistel
- Oor-halsfistels
Hoe ontstaat een thyroglossuscyste?
De SK ontstaat embryologisch achteraan op de tongbasis thv het foramen caecum en daalt af naar voor en beneden naar de hals. Als het traject niet verdwijnt ontstaat de ductus thyroglossus tussen het foramen caecum en de processus pyramidalis van de schildklier. Bij achterblijven van epitheelcellen kan dan een thyroglossuscyste ontstaan (meestal thv hyoid)
S/ van thyroglossuscyste?
Asymptomatisch tot een ontsteking: rood, pijn, gezwollen, soms perforatie. Altijd OP de middellijn van de hals. De zwelling is fluctuerend en beweegt mee met slikken. Kan op elke leeftijd.
R/ van thyroglossuscyste?
Oppassen voor?
SISTRUNK: volledig traject chirurgisch verwijderen om recidiefinfectie of cyste op ander niveau te voorkomen. Ook mediaal deel van het hyoid wordt mee verwijderd zonder al te veel gevolgen.
We passen op voor schildklierschade: opsporen via echo kan.
Laterale halscyste: ontstaan en R/?
Stoornis in ontwikkelen van de kieuwbogen (tussen w3-7). De kieuwspleten verdwijnen niet helemaal en uit de resten van het epitheel ontstaat de laterale halscyste. Die bevat seromuceus vocht en is omringd door respiratoir epitheel of plaveiselcelepitheel.
R/: chirurgische wegname voor esthetiek of preventie recidiverende infecties
Laterale halsfistels: oorsprong en verloop?
Aandoening?
- 95% van de 2e kieuwboog: uitgang net voor de SCM, kan blind eindigen naar boven toe of doorlopen tot in de tonsil/amandel.
- Zz: 3e en 4e. Ook uitgang net voor de SCM met doorlopen tot in de sinus piriformis.
Kan ook passen binnen BOR (AD)
Laterale halsfistels: aanpak?
Geven infecties. MRI voor het traject in te schatten.
Chirurgisch verwijderen bij klachten van lekkage en ontsteking: hele traject ± tonsillectomie.
Zwellingen in de hals: 2 grote groepen?
- Infecties
2. Tumoren
Ontstekingen in de hals: van waar uit en hoe D/? Oppassen voor?
Ontstaan vanuit tonsillen, adenoid en tandinfecties. Ze kunnen zeer snel uitbreiden via de fascialagen tot zelfs in het mediastinum.
Abcessen: echo. Infecties obv kliniek.
Oppassen voor luchtwegobstructie.
Wat is de frequentste oorzaak van halsontsteking? Indeling?
Lymfadenitis door infecties.
- Niet-specifiek = reactioneel op NKO infectie (H. infl, strepto, stafylo) –> primaire focus AB en evt drainage zo abces.
- Specifieke LK aantasting: TBC, mononucleosis, toxoplasmose
Tuberculeuze lymfadenopathie: 2 grote groepen?
- M. tuberculosis: secundaire LK aantasting via lymfogene of hematogene weg. R/ met tuberculostatica.
- Atypische mycobacteriën (avium, bovis)
Atypische mycobacteriën en lymfadenopathie in de hals: hoe ontstaat het, bij wie, S/, D/?
R/?
Primaire LK infectie die vooral bij kinderen: zitten in de grond en belanden in het mondslijmvlies en zo in de LK. Typische pre-auriculaire en submandibulaire aantasting. Weinig last (geen koorts) maar wel blauwverkleuring van de huid met soms doorbraak (abces, fistulisatie).
D/ obv kliniek en beeldvorming (verkalkingen vaak)
R/: AB (m-j lang!) of snelle resolutie via chirurgie (doch zelden want risico op n. VII is vrij groot voor deze goedaardige aandoening)
Bij halsabces na AB?
Altijd beeldvorming (CT) en drainage met IV AB.
Halstumoren: 3 groepen van benigne.
- Lipoom
- Neurofibroom = neurinoom
- Glomustumor