H9-10 Flashcards

1
Q

job satisfaction facets 8x

A

salary, promotion, conditions, communication. secundary terms, colleagues, supervision, job itself

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

culturele waarden

A

individu vc collectief… mannelijkheid mate; power distance; onzekerheid vermijden (open vs geregeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

job satisfaction antecedenten 5x

A

skill variety, task identity (deel vs geheel van taak),task significance, autonomy, feedback task

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

persoonlijke antecedenten 4x

A

persoonlijkheid (locus of control en negatieve affectivifeit) - geslacht, leeftijd, culturele en etnische verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

chronic knickers

A

constant klagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

person job fit

A

combinatie van persoonlijkheid en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

moderator variable

A

relatie tussen meerdere variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GNS growth need strength

A

iemand die veel atuonomy en uitdaging wenst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tevredenheid 5x

A

tevreden vs performance, turnover, absentie, gezondeid en levenstevredenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spillovereffect

A

tevreden omdat je persoonlijk ook tevreden bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leadership definitie

A

beinvloeden van gedrag, houding, geloof en gevoelens van andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

basis over power - Fench and Ravens

A

expert, referent, legitimate (positie), reward, coercive (gedrag bestraffen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bronnen politieke macht

A

controle op decision making process; coalities vormen; co-opting (oppositie betrekken bij besluitvorming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 dimensies van politieke skills

A

sociale astuteness, interpersonal influence, networking, overkomen alsof je integriteit hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

trait approach

A

iemand is een goede leider of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

leader emergence

A

in een groep kijken wie er leider wordt

17
Q

leader behavior approach

A

participatief (input) vs autocratic (beslissingen nemen)

18
Q

LBDQ

A

leadership behavior description questionnairre

19
Q

Fiedlers contigency theory

A

1 persoonlijke eigenschappen en 3 situationele eigenschappen. leader member relatie; task strucutre; position power; basis voor verder onderzoek

20
Q

LPC

A

least preferred coworker

21
Q

path goal theory

A

basis contigency maar complexer. werknemer, werkgever en situatie

22
Q

LMX

A

leader member exchange theory. CADRE is in group, hired hands is out groep. Verbeter de relatie en resultaten verbeteren

23
Q

transofrmational leadership theory

A

charismatische leiders leiden via een vision statement

24
Q

vroom yetton model

A

voorspellend kijken naar wat voor type supervisor nodig is op een bepaalde groep. 5 vormen voor beslissingen nemen (van particpiatief naar autocratisch)

25
Q

Beslissingen nemen - 7 karakteristieken

A

kwaliteit, voldoende info, probleem duidelijk, DR akkoord benodigd; DR akkoord likelihood; commitment van DR om probleem op te lossen; conflicht over oplossingen