H8: Macroeconomische veranderingen in de wereld Flashcards
Macro-economische omgeving
De macro-omgeving is de resultante van het interactief gedrag van ‘nutsmaximaliserende’ economische agenten
huishoudens ondernemingen overheden
nutsmaximering van huishoudens
Consumptie van goederen en diensten
Aanbod van arbeid en kapitaal
nutsmaximering ondernemingen
Productie van goederen en diensten
Vraag naar arbeid en kapitaal
nutsmaximering overheden
Belasting van huishoudens en ondernemingen
Productie van publieke goederen
Herverdeling van inkomens
Monetaire en budgettaire politiek
Regulering van product-/arbeids-/kapitaalmarkten
Nut (utility): wat bedoelen we?
Materiële welvaart (prosperity)?
• Maximaliseer bbp per capita => economische groei
• Welzijn & geluk (human well-being & happiness)?
• Development indicators, veiligheid, gelijkheid, vrijheid, gezondheid
Schokken
> Geconcentreerde gebeurtenis die de economie negatief/positief beïnvloedt
• Veelal verandering in exogene factoren (vaak ook buiten de economie)
• Veeleer op kortere termijn, meestal onverwacht en niet voorspelbaar
• Destabiliserend, soms maar niet altijd transformationeel
Chaos
> Erge vorm van schok (turbulentie): plotse overgang van een situatie van hoge
voorspelbaarheid naar een situatie van hoge onzekerheid
• Kleine bewegingen met enorme gevolgen (kettingreactie die in gang wordt gezet):
minimale afwijkingen in de begintoestand van een systeem zorgen voor nietlineaire gevolgen (‘vlindereffect’)
• Zelfs voorspellingen op erg korte termijn
kunnen dan heel moeilijk worden
• Zeer destabiliserend, meestal transformationeel
Regime wijzigingen
> ‘Change of order’ (low-frequency, high-amplitude changes):
wijziging/oprichting organisaties, instituties,…
• Meestal transformationeel, definitieve of langdurige omslag
• Ordelijk of wanordelijk
• Substantiële sociale/economische impact>
Mega trends
> Graduele transformatie op de langere termijn
• Voorspelbaar, maar beïnvloeden de samenleving en economie op een complexe manier en dus is volledige sociale/economische impact veelal toch onzeker
Economic Policy Uncertainty Index
ontwikkeld door
drie Amerikaanse economen (S. Baker, N. Bloom en S.
Davis) telt het aantal krantenartikels waarin woorden
over economische en politieke onzekerheid voorkomen.
Bovendien meet de index de mate waarin meningen en
voorspellingen van analisten van elkaar afwijken: hoe
meer onenigheid, hoe hoger de index.
Geopolitical Risk Index
opgesteld door de
Amerikaanse Fed Board, het aantal keer dat woorden
over geopolitieke spanningen in toonaangevende
nationale en internationale kranten voorkomen.
Trade Uncertainty Index
van het IMF is een maatstaf
van de onzekerheid rond internationale handel. De
index is gebaseerd op het aantal keer dat het woord
onzekerheid wordt genoemd in de landenrapporten van
de Economist Intelligence Unit in combinatie met
woorden die betrekking hebben op handel.
Waarom voorspellen in de sociale wetenschappen zo moeilijk is (1)
> Wetenschappelijke verklaringen en voorspellingen zijn steeds geconditioneerd: zij
vinden plaats binnen een context van voorwaarden die voldaan horen te zijn (
Toch belangrijk verschil tussen de natuur- en menswetenschappen. Bij de eerste hoeft
de wetenschapper zich niet te zeer te bekommeren om de randvoorwaarden. Bij de
tweede bestaat er zelden stabiliteit van de randvoorwaarden.
Anders gesteld: het menselijk gedrag reageert op voorspellingen over dat gedrag
(bijv. voorspelling over verloop wisselkoers of aandelenkoers kan de markt zo doen
reageren dat de aangekondigde tendens wordt versterkt en zich ook realiseert, cf. het
‘omhoog praten’ van een munt).
Waarom voorspellen in de sociale wetenschappen zo moeilijk is (2)
> In de natuurwetenschappen geschieden veel testen bovendien door experimenten.
Die vinden doorgaans plaats in een laboratorium waarin zij weinig of niet door allerlei
invloeden van buitenaf worden gestoord. Sociale wetenschappers kunnen niet
experimenteren met economische groei, inflatie, werkloosheid,…
Er is een experimentele benadering mogelijk (bijv. psychologie) maar: vele vormen van
menselijk gedrag zijn meteen groepsgedrag, zodat de reacties binnen de groep het
onderzoek kunnen vertroebelen.
Bovendien is er het netelige probleem van de vaak veronderstelde rationaliteit van het menselijk gedrag. Raar maar waar: in werkelijkheid gedraagt de mens zich vaak tegen zijn bedoelingen, wensen, belangen en inzichten in.
Voorspellen is erg moeilijk maar in een complexe wereld (cf. VUKA) worden
strategische beslissingen (cf. miljardeninvestering, persoonlijke lening,…) alsmaar
belangrijker. Daarom is er veel vraag naar/nood aan voorspellingen (bijv. ontwikkeling
groei, rente, inflatie,…).
‘Gouden regeltjes’ inzake maken voorspellen
• Ontwikkel een eigen visie, d.w.z. vertrouw nooit klakkeloos andermans voorspellingen,
gebruik hun ideeën enkel om tot eigen inzichten te komen.
• Afstand en objectiviteit zijn belangrijke deugden bij het maken van voorspellingen.
Wantrouw voorspellingen van ieder die belang heeft bij een bepaalde uitkomst. In de
praktijk staan voorspellingen vaak niet los van politieke of commerciële belangen.
• Wees eclectisch en besef dat er niet één juiste voorspellingsmethode bestaat. Intuïtie
en ervaring zijn doorgaans even belangrijk als kwantitatieve modellen.
• Relativeer en wees bescheiden over je visionaire capaciteiten. Durf ook toe te geven
dat je fout zat.
• Voorspelkwaliteit wordt steeds getoetst aan de criteria begrijpelijkheid en
geloofwaardigheid. D.w.z. dat de voorspeller te allen tijde moet kunnen uitleggen
waarop zijn verwachtingen zijn gebaseerd.
• Bij grote onzekerheid zijn scenario-analyses zinvoller dan voorspellingen (“forecasting
is not a question of shaping one future, but rather a range of possiblities”).
What might trigger the next crisis? (2)
(1) a repetition of facts that already happened in the past (e.g., an oil price
hike due to geopolitical tensions; an asset bubble bursting in a major
economy; an unsustainable development of public/private debt)
• (2) an escalation/worsening of events happening at this very moment (e.g., an
intensified global trade war; the Chinese growth slowdown resulting in a hard
landing; another country following the UK out of the EU).
• Because facts/events (e.g., the 2008 financial crisis) are still fresh in
their minds, most people are confident that the next crisis will look
quite similar and again originates in the economic or financial sphere.
What might trigger the next crisis? (3)
> Only using past and current events to predict a future crisis is a problem as
well. This way of thinking underestimates the chances of something happening
that has never happened before or one doesn’t think of at the moment.
• So-called ‘Black Swan events’ (cf. book written by Nassim Taleb in 2007) are
extreme events that come as a surprise and have a damaging impact on the
economy and markets (e.g., the 9/11 terrorist attacks, the 2004 tsunami in
Southeast Asia, the 2008 financial crisis, the 2011 Fukushima nuclear disaster).
• What one doesn’t know or think about often is far more relevant than what
one does know.
What might trigger the next crisis? (4)
• Each year the Global Risks Report of the World Economic Forum (WEF) works
with experts and decision-makers across the world to identify the most pressing
risks that we face. In all reports in past years (note: also 2022 edition, see next
slide) none or only a few of the top 10 risks were in the category ‘economic’.
• All 10 major risks are in the field of ‘environmental’ (like failure of climatechange mitigation and adaptation, extreme weather events), ‘geopolitical’ (like
a terrorist attack using weapons of mass destruction), ‘technological’ (like cyber
attacks; data fraud/theft) and ‘societal’ (like intensified large scale migration;
water crises; spread of infectious diseases).
• Although these risks themselves are non-economic in nature, the economic and
financial impact potentially is very high.
Redenen om uit te voeren:
• Een grotere afzetmarkt bereiken en dus meer omzet en winst behalen
• Macro-economisch is uitvoer goed want zorgt voor extra werkgelegenheid
• Door op grotere schaal te produceren zijn er schaalvoordelen waardoor de
eigen producten goedkoper kunnen worden geproduceerd en tevens
aantrekkelijk zijn om uit te voeren
Redenen om in te voeren
> De in eigen land geproduceerde goederen zijn te duur (bijv. wegens hoge
loonkosten) → lagere prijzen voor consument
• De ingevoerde goederen zijn niet beschikbaar op de binnenlandse markt (bijv.
bepaalde soorten fruit) of hebben er geen goede kwaliteit → meer keuze
• Het land beschikt niet over de nodige grondstoffen en voldoende technische
kennis om bepaalde goederen te produceren