H7) Parameters Vitale Flashcards

1
Q

Wat is het doel van circulatie? Wat zijn eventuele beïnvloedbare factoren?

A

Transport voedingsstoffen, hormonen, O2, afvoer afvalstoffen en warmtetransport

Factoren:

  • persoonlijke factoren: ( leeftijd (kinderen elastischer en bij ouderen vernauwing) , leefstijl, erfelijkheid)
  • omgevings factoren: ( drukke stad, werksituatie)
  • invloeden van binnen en buiten ( angst, bij infectie uitzetten WBC, HF hoger)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar meet je de polsslag? En wat zijn de normaalwaardes bij zuigelingen, kids, volwassen

A

Slapen ( arteria temporalis)
Hals ( arteria carotis)
Arm ( arteria brachialis)
Pols ( arteria radialis)
Lies ( arteria femoralis)
Knieholte ( arteria poplitea)
Rug voet ( arteria dorsalis pedis)
Onderbeen ( arteria tibialis posterior)

ZUIGELING: 120-140
KINDEREN: 90-110
VOLWASSEN: 50-100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van RR ( Riva-Rocci) waar niet en wat vertelt de waardes en wat zijn normaal waardes. Wat horen we?

A
  • niet bij lymfeoedeem, IV infuus, verwonding
  • 1e getal is kracht waarmee hart pompt
  • 2e getal is elasticiteit vaten en perifere weerstand

Verschil mag 40mmHg

ZUIGELINGEN: 90/60
KINDEREN: 110/60
VROUWEN: 115/75
MANNEN: 120/80
OUDEREN: 165/90

Korotkofftonen in 5 fasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de zorg bij duizeligheid? Wat zijn de eventuele oorzaken.

A

Bloedarmoede, lage RR, snel opstaan, chronische hypotensie

  • leg ZV neer en langzaam opstaan
  • oefen tegen druk met hand tegen achterhoofd
  • preventie tegen vallen
  • meds, 02 op voorschrift
  • GVO warmte, omgeving, rustig bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn bijkomende zorgen bij pijn tgv circulatie?

A

Hoofdpijn kan optreden door hypertensie
- niet plat liggen, niet hoesten of warm bad nemen, vermijd prikkels, koude compres en rusten

Ledematenpijn kan optreden door vaatvernauwingen buik en beenarterien bij inspanning ( = claudicatio intermittens)
- in rust is ernstig!, observeer pijn, kleur been, pulsaties en temp en GVO over gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn bijkomende zorgen bij oedeem? Hoe ontstaat het?

A

Ontstaat door slechte hartwerking en te veel vulling in bloedvaten en vocht treed uit weefsels
Onderscheid tussen perifere en centrale oedeem

Observatie bij perifeer oedeem:
- zwelling voeten en enkels
- turgor
- weg na nachtrust of niet
- vermoeid
- vocht balans en gewicht
- rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zorgen rond bloedingen?

A

Aderlijke bloedingen:

  • druk toe en zorg voor normale wondbehandeling ( let op signalen van shock, flauwvallen)

Slagaderlijke bloedingen:

  • druk toe op plaats wonde of druk plaats ( zie cursus waar P112)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn verschijnselen van trombose? En wie is risico en welke preventie maatregelen

A
  • Pijn, rood, zwelling, warmte
  • subfrebiele temp
  • polsversnelling
  • been ziet bleek en koud

Risico: bedlegerig, kraamvrouwen, na ingreep, hart en vaatziektes
Wordt in de hand gewerkt door inactiviteit, infuus en uitdroging

PREVENTIE:
- houding in bed
- voeten ne benen bewegen om spierpomp te stimuleren
- anti stollingsmiddelen
- snelle mobilisatie
- zwachtelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van een normale ademhaling

A
  • frequentie ( 12-20min)
  • regelmaat ( zonder tussenpozen)
  • diepte ( in en uit even diep)
  • beweging ( symm en borstbuik adem)
  • inspanning ( geen moeite of pijn)
  • geluid ( niet of nauwelijks)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is sputum?

A

Het is helder, vloeibaar en geurloze vocht dat zorgt voor het vochtig blijven van de slijmvliezen en die stofdeeltjes opvangen - trilhaarepitheel transporteerd deze naar de bovenste luchtwegen om op te hoesten (125ml/24u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Normale AH F op verschillende leeftijden

A

ZUIGELINGEN: 35-40/min
KLEUTERS: 25-30
VOLWASSENEN: 12-20
OUDEREN: MEER DAN 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke afwijkingen bestaan er rond ademhaling

A
  • APNOE = AH stilstand ( fysiologische bij premies tot 32wk)
  • DYSPNOE = kortademig ( snel, oppervlakkig en moeite ( fysiologisch bij inspanning dyspnoe d’effort)
  • ORTHOPNOE = kortademig in rust ( hart en long aandoening, cyanotisch)
  • BRADYPNO = < 10 = AH depressie ( overdosering opiaten)
  • TACHYPNOE = >24 = koort, angst, inspanning
  • HYPERPNOE = diep en licht versneld bij inspanning
  • HYPOVENT = 02 tekort in bloed
  • HYPERVENT = te snel en diep waardoor te weinig C02 ( adem in zakje)
    HOORBARE:
  • piepend uitademen = expiratoire strider = lage obstructie ( vb asthma)
  • piepend inademen = inspiratoire stridor = hoge obstructive ( vb aspiratie voedsel)
  • grofrochelend = secreetophoping in longen ( bronchitis)
  • fijn rochelend = vochtophoping
  • snurken = terugzakken rond in keelholte door verslapping spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke afwijkende patronen zien we bij AH

A

CHEYNE-STOKES = patroon waarbij afwisseling in diepte en snelheid en perioden van apnoe ( 20-60sec)
VK? Stervensfase, hartfalen, overdosis, hersendrukverhoging
BIOT = gelijkaardig als CHEYNESTOKES maar ongeveer even diep
VK? Aandoeningen CZS
KUSSMAUL = diep, gelijkmatig en versneld
VK? Verzuring(acidose) bloed, hyperglycemia en nierinsuff
GASPING = ernstige dyspnoe (P hapt naar adem)
VK? Neonaten overgang IU EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn gevolgen van afwijkingen van AH

A
  • vermoeid
  • zorg houding en bewegen
  • zelfzorg moelijker
  • benauwd dus moeilijke communicatie
  • uitdroging door verhoogd vochtverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is zuurstofsaturatie? Wat is de werkwijze?

A

Aantal procent van HB die zicht in de RBC heeft gebonden met 02 (= oxyhemoglobine Hb02) deze RBC transporteren gebonden 02 naar cellen in lichaam en geven deze oxyhemoglobin af aan omliggende cellen ( is nu deoxyhemoglobine)

  • conventionele saturatiemeters zijn 2 lichtsensoren tegen over elkaar en geplaatst op goed doorbloed lichaamsdeel 1 sensor is de transmitter (Light Emiting Diode) van infrarood licht en de andere (=detector) (Photodetector)

((Curve = PHOTOPLETHYSMOGRAPHIC WAVEFORM OF PULSEOXYMETER WAVEFORM))

  • of reflectietechnologie waar 2 sensoren naast elkaar liggen ( ideaal voor voorhoofd of op ICU)

Indicaties zijn bemoeilijkte O2 opname, bewusteloos, AH of circulatie problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Locaties van het meten van zuurstof sat en wat zijn belangrijke aandachtspunten!

A

VINGERS: bloedvaten vanuit arcus palmaris profundus en superfacialis en 2 arteriën ontspringen per vinger ( R hand is 1e aftakking van aorta en L pas 3e)

TENEN: bloedvaten vorigen langere weg ( arcus aorta - arteria dorsalis pedis)

OORLEL: bloedvaten afkomstig van arteria temporalis superfacialis en zijn dichter bij centrale circulatie ( goed bij verhoogde vasopressie (handelingen om RR om hoog te krijgen)

!!
- probe proper
- omgevingslicht beïnvloed
- elke 2 uur probe veranderen om onvoldoende doorbloeding ( ischemie)
- hypotensie curve vlakt af
- donkere huidskleur waarde soms overschat
- geen nagellak, valse, lange of nicotine nagels