H2) Slapen En Rusten Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er fysiologisch wanneer we slapen?

A

RR daalt
HS daalt
Spieren ontspannen
Stofwissel verlaagt 20%
AH vertraagt
T daalt door vasodilatatie
Hersenen minder actief
Maagdarm neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen REM en NON REM slaap? Geef ook functie van de fases en Schets op grafiek!

A

NON REM: FUNCTIE = fysisch herstel, groeihormoon en aanmaak EW
- 4 fases met steeds diepere slaap
- hersengolven trager en groter
- AH langzaam en regelmatig
- elke fase = 90min

REM: FUNCTIE = psychisch herstel, rijping hersenen, onderhoud zenuwcellen, verwerking indrukken en info vorige dag

  • lichtere slaap vorm
  • beweging ogen en AH onregelmatig
  • doorbloeding en temp stijgt
  • hersengolf zoals stadium 1
  • duur 5-15 min en 60-70 min na inslapen
  • 25% nachtrust
  • droomfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren hebben een invloed op slaap?

A
  • FYSISCHE:
  • circadian klok ( hypothalamus zorgt voor wakker bij licht)
  • type mens ( biologisch ritme)
  • activiteit = goed zolang niet te
  • voeding
  • PSYCHOLOGISCHE:
  • depressie
  • opwinding
  • angst en zorgen
  • OMGEVING:
  • licht, geluid, temp (18°C)
  • gewoontes
  • verduisteren
  • vertrouwd
  • SOCIOCULTURELE:
  • bed en linnen
  • POLITIEK-ECONOMISCHE:
  • schifts
  • zware arbeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stoornissen bestaan er?

A
  • INSOMNIEEN ( bij in en doorslapen)
  • HYPERSOMNIEEN ( overmatig slapen)
  • SLAAP-WAAKRITMESTOORNIS (jet lag, narcolepsie)
  • PARASOMNIEEN ( tijdens of samen met slapen zoals somnabulisme (slaapwandelen), enuresis nocturna ( bedwateren), bruxisme (knarsen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het klinisch beleid rond slapen en rusten?

A

1) voorwaarden scheppen tot rust ( bed geschikt? Omgeving rustig? Frisse lucht?)
2) wegnemen of verminderen storende elementen ( pijnmeds, scheidingsangst)
3) ZV ondersteunen
4) ZV leren signalen herkennen
5) ZV instrueren
6) ZV leren afleiding zoeken
7) GVO ( slaapmeds, alcohol)
8) Ontspanningsoefeningen aanraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly