H6 P intro Flashcards
1
Q
aardkorst
A
buitenste laagje van de aard dat bestaat uit oceaan bodem en stukken continent
2
Q
benedenloop
A
het laagste deel van een rivier
3
Q
bovenloop
A
het gedeelte aan het begin van een rivier in de bergen
4
Q
bergstorting
A
het grote rotsmassa dat over een helling naar beneden glijdt
5
Q
epicentrum
A
punt op de aardoppervlak waar de meeste beweging door aardbeving plaats vindt
6
Q
erosie
A
de uitschurende werking van stromend water, wind of ijs
7
Q
sedimentatie
A
het ophopen van sediment op plaatsen
8
Q
verwering
A
het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten
9
Q
eruptie
A
een uitbarsting van een vulkaan
10
Q
tsunami
A
golven die ontstaan door aardbevingen in de oceaanbodem