H3 Paragraaf 1 Flashcards
Productie factoren in de economie
Agrarische samenleving=grond
Industriële samenleving= grondstoffen machines en arbeid
Nu, diensten verlening= menselijk brein en kennis
Welke sector zit welke productie factor?
Landbouw =primaire sector
Industrie = secundaire sector
Diensten = tertiaire sector
Kenniseconomie
Een economie waarin vooral nieuw technologie en nieuwe producten worden bedacht
2 soorten kennis
Technologische kennis( bedenken van nieuwe dingen zoals elektrische auto’s) en mensenkennis (gedrag van Mensen over vooral marketing en reclame)
De zakelijke dienstverlening
Bedrijven die diensten verlenen aan andere bedrijven of aan de overheid
Crisis in de stad, wat ging er fout?
- Economie ging slecht
- suburbanisatie, minder inkomsten in de stad
- stad niet genoeg geld om stad te onderhouden
Vanaf 1990 beter met de stad door:
- opkomst kenniseconomie
- meer mensen met hoge inkomens in de stad die dus meer geld uitgeven
- stad krijgt meer inkomsten om stad te onderhouden
- stad wordt aantrekkelijker
Een creatieve stad
Stad met veel mensen werkzaam in de creatieve zone
Science parken
Bedrijfsterreinen in de buurt van een universiteit of Hogeschool. Bedrijven en scholen werken dan samen en er zijn vaak goede voorzieningen
Broedplaatsen
Beschikbaar stellen van goedkope bedrijfsruimten aan vernieuwde en artistieke bedrijven
Een duale arbeidsmarkt
Een grote kloof tussen banen en lonen voor hoog- en laagopgeleiden
Sociale ongelijkheid
Grote ongewenste verschillen in welvaart en kansen tussen groepen mensen
Agglomeratie voordelen= bedrijven bij elkaar in de buurt zitten
- samen klanten trekken
- samen dezelfde voorzieningen
- veel bedrijven leveren aan elkaar
- overleg met elkaar is gemakkelijk
Voordelen voor bedrijven voor vestiging bij de stad
- goede arbeidsmarkt
- goede markt afzet
- er zijn andere bedrijven aanwezig
- de infrastructuur is daar goed
Congestie
Het verstopt raken van het verkeer